Lenteveteranen 2012 ronde 5 )

 

Klasse verloochent zich niet                                                                 

Door: Co Buysman

Op weg naar de vijfde ronde van het lentekampioenschap in Lindendael gaan de gedachten naar de schaakveteranen in Nederland. Zijn we bij de Noord-Hollandse bond uniek met het evenement of zitten elders ook 55-plussers achter het bord?
Uniek is de NHSB-strijd niet. Wel is het leuk om te zien dat – als je op Google ‘veteranenschaak’ intikt – het eerste bericht over ons gaat. Het tweede is gemaakt door een schaakliefhebber van de Stichts-Gooise Schaakbond en het derde bericht heeft een fotoserie van de herfstvariant van het Noord-Hollandse veteranenkampioenschap. Op nummer vier staat een column van Hans Böhm, geschreven voor de schaakclub En Passant uit Bunschoten-Spakenburg en de vijfde tekst refereert aan een 50+-toernooi van een schaakclub uit Goes. Verder zijn er veteranenkampioenschappen bij de Limburgse Schaakbond, Schaakbond Overijssel en de Schaakbond Groot Amsterdam.
Het intikken van ‘schaakveteranen’ geeft wat meer pagina’s, maar toch is op internet weinig informatie over schakende veteranen te vinden. Dat moet te maken hebben met het gegeven dat veel oudere schakers vooral meedoen aan wedstrijden, toernooien en competities die niet aan leeftijd gebonden zijn.
Op de laatste zaterdag van maart speelden de landelijke teams van HSV De Eenhoorn en NHSB-promotieklasser Caïssa hun gezamenlijke bondswedstrijden in het Hoornse cultureel centrum De Huesmolen en daar zat veel ‘jong en oud talent’ bij elkaar. Zo is schaakveteraan Peter Holscher kopman van Caïssa. Drie ploeggenoten (Marten Ploeger, Bart Voorn en Abel Romkes) halen samen nog niet de leeftijd van Peter, maar de vier hebben wel met elkaar gemeen dat ze dit seizoen voor veel bordpunten hebben gezorgd.
Kijken we naar groep A van het lentekampioenschap in het Hoornse verpleeghuis Lindendael, dan blijkt dat Peter Holscher niet de enige deelnemer is die het in de bondscompetitie redelijk tot goed doet. Een alfabetisch overzicht (Rob Freer en Maarten de Haas zijn niet opgegeven als teamspelers, Piet de Haas en Peter Vogelenzang zijn clubloos):

Tom Adriaanse (MSC)
6-3½

Albert Bouma (Oppositie)
7-3½

Martin Duinmaijer (Bergen)
7-5

Peter Holscher (Caïssa)
8-5½

Arie Karreman (KTV)
7-3

Karel Keesman (Heerhugowaard)
7-2

Gerard Kuijs (Castricum 2)
6-4½

Aad Laan (Caïssa 3)
6-4½

Dirk Mantel (Schaaklust)
7-3

Wim Nieland (De Waagtoren 2)
6-5

Harry Peters (Bergen 2)
4-2½

Johan Plooijer (De Waagtoren 3)
6-0

Willem Pool (Castricum 2)
6-1½

Jan Rot (Het Witte Paard 2)
3-2

Jan Stapel (Aartswoud)
6-1½

Ed Stolp (Vredeburg)
5-2½

William Thomson (Heerhugowaard 2)
6-3

Henk Westerman (De Waagtoren 3)
4-2½

Opvallend is de score van Johan Plooijer. De Alkmaarse schaakveteraan heeft na de zes nullen een korte adempauze ingelast en wil zich in het lentekampioenschap terugknokken naar het niveau waarop hij hoort. Na vijf ronden is hij nog steeds ingeslagen. Klasse verloochent zich niet.

Tom Adriaanse – Piet de Haas 0-1
De bovenste vier spelers van de ranglijst na vier ronden zitten op deze vijfde woensdagmiddag tegenover elkaar. Ze zijn allevier nog ongeslagen, maar voor Tom Adriaanse komt aan die reeks een einde. Het wordt tegen koploper Piet de Haas een korte partij.
Voor de MSC’er gaat het mis, als zijn toren op de open e-lijn uitwijkt naar de rand van het bord. Wit haalt zijn dame er voor een aanval op de koningsvleugel bij, maar sluit na een pionzet (13. … g6) zijn toren op h6 op. Als zwart met mat in één dreigt, moet Tom een gedwongen zet doen en kan geen vluchtveld regelen voor de onbeschermde toren die door de Heerhugowaardse dame wordt aangevallen.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 b5 6. Lb3 Lb7 7. c3 Pxe4 8. Te1 Pc5 9. Pxe5 Pxe5 10. Txe5+ Pe6 11. d4 Ld6 12. Th5 Df6 13. Dg4 g6 14. Th6 Pf4 (zie diagram) 15. Pd2 De7 16. Pf1 f5 17. Dd1 Dg5.

 

 

 

 

Peter Holscher – Martin Duinmaijer 1-0
Ook het mooie nulloze rijtje (½-1-1-½) van Martin Duinmaijer wordt beëindigd. Dat dat tegen Peter Holscher gebeurt, is geen schande. Niet alleen heeft de Caïssa-veteraan een duidelijk hogere rating, in de vorige twee onderlinge partijen zegevierde hij eveneens. Peter won in 2007 als zwartspeler van Martin en in 2008 deed hij dat met de witte stukken.
De West-Fries gaat nu dus op herhaling. In een vroeg stadium maakt zijn c-pion een wandeling naar a6 en die levert pionwinst op. Na een afruil van enkele lichte stukken probeert zwart een sterk blok aan centrumpionnen te krijgen, maar die opzet mislukt en hij raakt een tweede pion achter. De dames worden naast het bord gezet en in een torens-eindspel met een loper voor Peter en een paard voor Martin pakt wit nog een pionnetje mee. Dan is duidelijk dat een verlenging van de ongeslagen serie voor zwart er niet in zit.


1. d4 Pf6 2. Pf3 c5 3. d5 b5 4. c4 d6 5. cxb5 a6 6. bxa6 Lxa6 7. Pc3 g6 8. g3 Lg7 9. Lg2 0-0 10. 0-0 Pbd7 11. Te1 Pg4 12. h3 Pge5 13. Pd2 f5 14. f4 Pc4 15. Pxc4 Lxc4 16. e4 Ld4+ 17. Le3 Db6 18. Lxd4 cxd4 19. Pa4 Da7 20. b3 (zie diagram) fxe4 21. bxc4 Dxa4 22. Dxd4 Tfc8 23. Txe4 Da7 24. Dxa7 Txa7 25. Txe7 Txc4 26. Te6 Pc5 27. Txd6 Pb3 28. Tb1 Pd2 29. Tb2 Tc1+ 30. Kh2 Pc4 31. Td8+ Kg7 32. Te2 Ta1 33. d6 T7xa2 34. Te7+ Kh6 35. Th8 g5 36. f5 g4 37. Thxh7+ Kg5 38. Thg7+ Kxf5 39. hxg4+ Kf6 40. Tgf7+ Kg6 41. d7 Td1 42. Kh3 Td6 43. Tg7+ Kh6 44. g5+.

 

Harry Peters – Henk Westerman ½-½
Altijd leuk, een partij die 64 zetten telt. Maar het draait niet alleen om het schaakgetal. Harry Peters en Henk Westerman maken er een spektakelstuk van, met een rol voor liefst zes dames.
In het Frans worden alle centrumpionnen geslagen en na dameruil op de tiende zet is zwart iets in het voordeel, omdat hij drie stukken heeft ontwikkeld tegen twee bij wit. Om te kunnen rokeren zijn nog enkele zetten nodig, terwijl de zwartspeler met 0-0-0 meteen druk kan uitoefenen via de open d-lijn. Direct na 11. Ke2 aast Harry op de aanvalsstukken van zijn opponent en uiteindelijk blijven voor de verdere strijd nog twee torens voor elk over met een Alkmaars paard en een Egmondse loper. Henk heeft wel het initiatief, maar als twee van de vier torens verdwijnen en hij met zijn pionnen op de damevleugel naar voren komt, ziet het er toch al remise-achtig uit. De laatste torens worden geruild en mag de partij inspiratie bieden voor Jan Timmans boeken over de kracht van het paard (wit) en de macht van de loper (zwart).
Kort na de eerste tijdcontrole maakt de zwartspeler zijn keuze. Hij gaat met de koning op jacht naar de achtergebleven pion op b2. Wit moet dan kiezen voor het opruimen van alle pionnen op de koningsvleugel. Beiden hebben dan drie vrijpionnen; Harry op de konings-, Henk op de damevleugel. De randpionnen promoveren. Bij zwart iets eerder, maar lastig is dat zijn koning op de diagonaal van de nieuwe vorstin staat. Dat kan met een damezet worden opgelost. De Waagtoren-veteraan geeft evenwel aan een koningszet de voorkeur en na dameruil racen de volgende pionnen naar hun promotievelden. De vijfde en zesde dame slaan de overgebleven lichte stukken en daarna kan wit schaakjes geven. Twee zijn voldoende om tot remise te besluiten.


1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2 Le7 4. Ld3 Pc6 5. c3 dxe4 6. Lxe4 Pf6 7. Lc2 e5 8. dxe5 Pxe5 9. Pdf3 Dxd1+ 10. Kxd1 Lg4 11. Ke2 0-0-0 12. h3 Lh5 13. g4 Pxf3 14. Pxf3 Lg6 15. Lxg6 hxg6 16. Lg5 The8 17. Lxf6 Lxf6+ 18. Kf1 Td3 19. Kg2 Te2 20. Tab1 c6 21. The1 Tde3 22. Txe2 Txe2 23. Kf1 Tc2 24. Pe1 Td2 25. Pf3 Td5 26. Te1 Kd7 27. Te2 b5 28. Td2 Kd6 29. Ke2 c5 30. Ke3 a5 31. Ke4 Txd2 32. Pxd2 a4 33. a3 Lh4 34. Ke3 f5 35. f4 Ld8 36. g5 Kd5 37. Pf3 Lc7 38. Ph4 Kc4 39. Pxg6 Kb3 40. h4 Kxb2 41. h5 Ld8 42. Ph4 Kxc3 43. Pxf5 b4 44. Pxg7 bxa3 (zie diagram) 45. h6 a2 46. h7 a1D 47. h8D Dg1+ 48. Ke2 Dg2+ 49. Ke3 Dg3+ 50. Ke2 Dd3+ 51. Kf2 Kd2 52. Ph5 a3 53. Da1 Dd4+ 54. Dxd4+ cxd4 55. g6 a2 56. g7 a1D 57. g8D De1+ 58. Kg2 De2+ 59. Kg3 Dxh5 60. Dxd8 d3 61. Dd4 Dg6+ 62. Kf2 Kc2 63. Dc4+ Kb2 64. Db4+.

Ed Stolp – Arie Karreman 0-1
Na zijn verliespartij tegen Peter Holscher in de tweede en de remise tegen Johan Plooijer in de derde ronde is Arie Karreman in opmars. Beide tegenstanders zijn nog steeds ongeslagen, waarmee kan worden gezegd dat de KTV’er niet tegen de eerste de beste even stilstond.
Tegen Ed Stolp dringt hij in het begin van het middenspel aan. Wit heeft vijf pionnen op de derde rij en alle stukken daar achter. De druk wordt langzaam opgevoerd. Arie is de baas op de open d-lijn en met een paardschaak verhindert hij de rokademogelijkheid. Ook het Enkhuizer koningspaard springt mee in de aanval. Voor Ed wordt het steeds moeilijker alles te keepen. Hij verliest twee pionnen. In het terugnemen van een zwarte centrumpion blijkt wat gif te zitten. Na dameruil belanden een Limmer paard en een toren op dezelfde diagonaal en een zwarte loper ertussen betekent kwaliteitsverlies. Als wit merkt dat zijn opponent profijt kan trekken van de pionnenovermacht op de koningsvleugel, staakt hij de strijd. Het eindspel is voor hem ook verloren.


1. Pf3 c5 2. b3 Pc6 3. Lb2 d6 4. g3 e5 5. d3 Pf6 6. Pbd2 Le7 7. Lg2 h6 8. h4 Le6 9. e3 Dd7 10. a3 Lg4 11. Dc1 Dc7 12. Ph2 Le6 13. Phf3 d5 14. c3 e4 15. dxe4 dxe4 16. Pg1 Pe5 17. Lf1 0-0-0 18. Dc2 Dc6 19. Le2 Pd3+ 20. Kf1 Pg4 21. Ph3 (zie diagram) Pdxf2 22. Lxg4 Pxg4 23. Te1 Td3 24. Pf2 Txe3 25. Pxg4 Txe1+ 26. Kxe1 Lxg4 27. Dxe4 Dxe4+ 28. Pxe4 Lf3 29. Pf2 Lxh1 30. Pxh1 Te8 31. Kf2 Lf6 32. Kf3 Te1 33. Pf2 Tb1 34. Pd3 g5.

 

 

Rob Freer – Karel Keesman ½-½
Vorig seizoen maakte Rob Freer zijn debuut als lenteveteraan. In de eerste ronde had hij een bye, in de tweede nam hij het met wit op tegen Karel Keesman en won zijn eerste partij.
Karel is ook tweedejaars lenteveteraan en heeft zijn huiswerk goed gemaakt. In de Caro-Kann wijkt hij op de vierde zet af van de opening van een jaar geleden. Zwart speelt 4. … e6 om te voorkomen dat wit dat doet zoals in 2011. Rob probeert het initiatief naar zich toe te trekken, maar de Heerhugowaarder staat dat niet toe. Als alle lichte stukken zijn geruild, staat hij met een toren op de half open g-lijn goed. Karel plaatst zijn dametoren daar ook op en zijn dame zelf neemt op c5 (de diagonaal naar de witte koning op g1) een sterke positie in. Zwart heeft al enige tijd een pion meer, maar kan daar niet van profiteren. De witspeler zorgt voor een solide verdediging en brengt na een tussenschaakje de materiële balans met 35. Dxb7 in evenwicht.


1. e4 c6 2. d4 d5 3. e5 Lf5 4. Le3 e6 5. Pd2 Pd7 6. Pb3 Pe7 7. f4 Pc8 8. Pe2 Le7 9. Pg3 Lg6 10. Le2 a5 11. a4 Lh4 12. 0-0 Lxg3 13. hxg3 Pe7 14. g4 Tc8 15. Ld3 Lxd3 16. Dxd3 g6 17. Pc5 Tc7 18. f5 Pxc5 19. dxc5 gxf5 20. Lg5 Tg8 21. Dd2 h6 22. Lxe7 Dxe7 23. gxf5 Dxc5+ 24. Tf2 Tg5 25. fxe6 fxe6 26. Te1 Tcg7 (zie diagram) 27. Te3 d4 28. Td3 Dd5 29. c4 Dxe5 30. Txd4 Dc7 31. De3 e5 32. Th4 Dd6 33. Da7 Td7 34. Da8+ Td8 35. Dxb7 Dg6.

 

 

Johan Plooijer – Aad Laan 1-0
Opvallend. Johan Plooijer en Aad Laan zijn goede spelers in de A-groep. De Waagtoren-veteraan doet voor de vijfde keer mee aan het lentekampioenschap en Aad is er vanaf het begin in Hoorn bij. Toch hebben ze in Lindendael nooit tegen elkaar gespeeld.
Hun eerste onderlinge strijd zal Johan het best bevallen. Na vier remises behaalt hij zijn eerste zege. In een Konings-Indische partij leggen beiden het accent op de koningsvleugel. Zwart heeft zijn g-pion moeten ruilen, maar met een degelijke pionnenstructuur (c7-d6-e5-f4) kan hij de aanvallende aspiraties van wit in toom houden. Het enthousiast nemen van een centrumpion lijkt kwaliteitsverlies op te leveren, maar Aad werkt zich knap uit een lastige stelling. In een materieel gelijke stand gaan de twee op weg naar het eindspel. Het grote pluspunt van Johan is zijn sterke loper op de witte velden, terwijl de zwartveldige loper van zwart aankijkt tegen de nog altijd aanwezige pionnenstructuur op de zwarte velden d6, e5 en f4. Ook het Alkmaarse paard domineert. In combinatie met wits kracht op de diagonalen naar g8 en h7 verliest de Caïssa-speler eerst de kwaliteit en kijkt even later tegen een verloren stelling aan.


1. d4 Pf6 2. Pf3 g6 3. c4 Lg7 4. Pc3 d6 5. e4 0-0 6. Le2 e5 7. Le3 Pc6 8. d5 Pe7 9. 0-0 Pg4 10. Lg5 f5 11. h3 Pf6 12. exf5 gxf5 13. Dd2 f4 14. Ld3 Lf5 15. Tfe1 h6 16. Lxf6 Txf6 17. Pe4 Tf7 18. Tad1 Dd7 19. Kh2 Kh8 20. c5 Td8 21. cxd6 cxd6 22. Tc1 b5 23. Da5 Pxd5 24. Lxb5 De7 25. Lc4 Lxe4 26. Txe4 Pf6 27. Te2 (zie diagram) Dc7 28. Dd2 Tff8 29. Ph4 Tfe8 30. Pg6+ Kh7 31. Dc2 Db8 32. Pxe5+ Kh8 33. Pf7+ Kg8 34. Pxd8+ Kf8 35. Pe6+ Kg8 36. Dg6.

 

 

Jan Rot – Gerard Kuijs ½-½
Ook in 2009 namen Jan Rot en Gerard Kuijs het in de vijfde ronde tegen elkaar op. De lenteveteraan uit Wormer voerde toen de subtop aan, Gerard had een half punt minder. Jan zegevierde en legde uiteindelijk beslag op de vierde plaats.
Voor beiden staat nu aanhaken bij de middenmoot voorop. Wit komt met enig ruimtevoordeel uit de opening en wil op de damevleugel actie ondernemen. Alle pionnen gaan voorop in de strijd, daarachter hebben de lichte stukken zich opgesteld en de zware stukken staan klaar om het karwei af te ronden. Gerard verdedigt zich evenwel prima en wint zelfs een pion.
Het eindspel gaat in met alle torens, het loperpaar voor wit en een loper met paard voor zwart. Jan kan snel de pion terugwinnen. Hij lijkt kansen te hebben dankzij zijn Horowitz-lopers (lopers op naast elkaar liggende diagonalen), maar vlot wordt de vrede getekend.


1. e4 d5 2. exd5 Pf6 3. c4 e6 4. d4 exd5 5. c5 Le7 6. Ld3 0-0 7. Pe2 Te8 8. 0-0 Pbd7 9. Pbc3 Pf8 10. Pf4 c6 11. b4 Ld7 12. a4 Tc8 13. h3 Kh8 14. Df3 b6 15. Tb1 Tb8 16. Ld2 Pe6 17. Pxe6 Lxe6 18. Dg3 Tg8 19. Tfe1 Dd7 20. De5 Tbe8 21. b5 bxc5 22. bxc6 Dd6 23. Pb5 Dxc6 24. dxc5 Pd7 25. Dc3 Dxc5 26. Pc7 Tc8 27. Pxe6 Dxc3 28. Lxc3 fxe6 29. Txe6 Lc5 (zie diagram).

 

 

 

Willem Pool – Dirk Mantel ½-½
Willem Pool en Dirk Mantel houden elkaar in evenwicht. Beide lenteveteranen kenden met anderhalve punt uit twee partijen een beste start, maar verloren daarna tweemaal en handhaven zich nu met hun onderlinge remise in de middenmoot.
In het Konings-Indisch komt gaandeweg de strijd de zwartspeler beter te staan. Hij heeft twee prachtige paarden in de witte stelling (op d4 en f4), maar kan de aanval niet doorzetten. Als Willem een van de twee ruilt voor een loper, begint het er al remise-achtig uit te zien. Wit blokkeert een zwarte vrijpion op d4 en door de veelheid aan pionnen hebben de lichte Andijker stukken weinig velden. Ook een aanval van Dirk op een doorgeschoven Castricumse pion – naar c5 – krijgt niet het beoogde resultaat. Drie verdedigers van die pion houden de drie aanvallers in bedwang.


1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 Pbd7 7. 0-0 e5 8. dxe5 dxe5 9. Dc2 c6 10. Lg5 h6 11. Lh4 De7 12. Tad1 g5 13. Lg3 Ph5 14. Pe1 Pf4 15. h3 a5 16. Lg4 Pc5 17. Lxc8 Taxc8 18. a3 Tfd8 19. Txd8+ Txd8 20. Kh2 Pce6 21. f3 Pd4 22. Db1 Dc5 23. Da2 Pde6 24. Lf2 De7 25. Db3 Pd4 26. Db6 Ta8 27. Pa4 Pfe6 28. Lxd4 exd4 29. Pd3 Ta6 30. Db3 Dc7+ 31. g3 b6 32. Dc2 Ta8 33. b3 Lf8 34. c5 b5 35. Pab2 De7 36. Tc1 Pg7 (zie diagram).

 

 

William Thomson – Albert Bouma 0-1
Hij moest er een maand op wachten, maar Albert Bouma heeft zijn eerste overwinning op dit kampioenschap binnen. Tegen William Thomson, die dat in de vierde ronde presteerde.
In een Siciliaan gaat het gelijk op, al is de zwartspeler de eerste die van zijn aanvallende bedoelingen blijk geeft. Het doorschuiven van de witte c-pion (naar c5) leidt een spectaculaire fase in. De pion valt de zwarte dame aan, maar William doet hetzelfde met een loperzet. Aan het einde van de grote afruil hebben beiden nog een toren over, een licht stuk en zes pionnen.
Dan zet Albert zijn koning in als aanvalsstuk, terwijl zijn Heerhugowaardse collega lang op h1 blijft staan. Als de twee elk nog drie pionnen over hebben (en een paard voor wit en een loper voor zwart), staat de zwarte koning voor twee centrale vrijpionnen. Kundig spelend brengt hij ze naast elkaar op de tweede rij en is promotie niet tegen te houden.


1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Ld3 Pc6 6. Pxc6 bxc6 7. c4 e5 8. 0-0 Le7 9. Pc3 d6 10. Lg5 0-0 11. Lxf6 Lxf6 12. De2 Tb8 13. b3 g6 14. Tfd1 Lg7 15. Tac1 f5 16. f3 Lh6 17. Tb1 Db6+ 18. Kh1 La6 19. c5 Lxd3 20. cxb6 Lxe2 21. bxa7 Lxd1 22. axb8D Txb8 23. Txd1 Lf8 (zie diagram) 24. Tb1 Kf7 25. b4 Ke6 26. b5 cxb5 27. Txb5 Txb5 28. Pxb5 Kd7 29. Pc3 Lh6 30. Pd5 Kc6 31. Pf6 fxe4 32. fxe4 Kc5 33. Pxh7 Kd4 34. Pf6 Lg5 35. Pe8 Le7 36. Pc7 Kxe4 37. Kg1 d5 38. Kf1 Kd4 39. Ke2 Kc4 40. g4 e4 41. Pe6 d4 42. g5 Kc3 43. h4 d3+ 44. Kd1 e3 45. Pf4 Kd4 46. a4 Ke4 47. Pg2 e2+ 48. Kc1 La3+ 49. Kd2 Lb4+ 50. Kc1 d2+.

 

Peter Vogelenzang – Jan Stapel ½-½
De langste partij van de middag duurt 64 zetten. Even voor half zes zijn Peter Vogelenzang en Jan Stapel tevreden met remise.
Als wit zijn centrumpionnen heeft geruild, ontbrandt de strijd. In het open terrein voelt een zwart paard zich geweldig en hij springt naar het sterke veld e3. Het is een vork naar de koningstoren en een onverdedigde pion op c2. Peter kiest voor een aanvallende oplossing. Hij slaat met de toren een paard op f6, waarmee Jans defensie wordt aangetast. De g-lijn komt half open en wit heeft een sterk paard op f6.
Beide spelers doen niet voor elkaar onder. Na dameruil kijkt de Medemblikse lenteveteraan nog steeds tegen de kwaliteit achter aan, maar hij heeft een schitterend loperpaar. Zwart kan zijn paard ruilen tegen de zwartveldige loper en als hij meer spel krijgt voor zijn torens, lijkt het er somber uit te zien voor wit. Peter mist echter – als zwart naar de tijdnood kruipt – een geweldige kans (torenwinst na loperschaak) op revanche voor de verliespartij tegen Jan in 2010. Daarna kan zwart met herhaling van zetten het halve punt veilig stellen.


1. e4 c5 2. Pc3 e6 3. Pge2 a6 4. g3 Pc6 5. Lg2 d6 6. a4 Ld7 7. d4 cxd4 8. Pxd4 Pf6 9. 0-0 Le7 10. Pb3 0-0 11. a5 Pe5 12. f4 Pc4 13. e5 dxe5 14. Lxb7 Ta7 15. Lg2 exf4 16. Txf4 Dc8 17. Tf1 Td8 18. De2 Le8 19. Pd2 Lc5+ 20. Kh1 Pe3 21. Txf6 gxf6 22. Pde4 Pf5 23. Pxf6+ Kf8 24. Pce4 h6 25. Pxc5 Dxc5 26. b3 Dd4 27. La3+ Kg7 28. Pxe8+ Txe8 29. Td1 De3 30. Dg4+ Dg5 31. De4 Td8 32. Lb2+ Kg8 33. Te1 Tad7 34. De5 Dg7 35. Lf3 Dxe5 36. Lxe5 Pd4 37. Le4 f5 38. Ld3 (zie diagram) Pf3 39. Te3 Pxe5 40. Txe5 Td6 41. Kg2 Kf7 42. Kf3 Tb8 43. Ke3 Tc8 44. Kd2 Kf6 45. Te1 e5 46. Ke3 Tc3 47. Kd2 Tc5 48. b4 Tcd5 49. Ke3 e4 50. Lf1 Td2 51. c4 Tb2 52. b5 Tb3+ 53. Kf2 Td2+ 54. Kg1 axb5 55. cxb5 Ke6 56. g4 Td4 57. gxf5+ Kxf5 58. Ta1 Td8 59. a6 Ta8 60. Tc1 Tg8+ 61. Kh1 Tg7 62. Ta1 Ta7 63. Tc1 Tg7 64. Ta1 Ta7.