Lenteveteranen 2012 ronde 6

 

Veel strijdlust op de voorlaatste woensdagmiddag                           

Door: Co Buysman

De tijd vliegt voorbij. Voor de zesde keer dit jaar druppelen de lenteveteranen binnen in het Hoornse verpleeghuis Lindendael en menigeen ‘moppert’. ,,Nog een week en dan zit het er weer op.’’
Wedstrijdleider Gerard van der Graaf blikt in zijn wekelijks openingswoordje alvast vooruit. ,,Direct na de slotronde is de prijsuitreiking en we hopen dat dan zoveel mogelijk deelnemers tot het einde zullen blijven. Als jullie straks thuis komen, moet je maar zeggen dat het volgende week wat later wordt omdat je een zware partij speelt.’’
Om het langer blijven op 18 april aantrekkelijker te maken, heeft de toernooicommissie een kleine loterij in petto. Alleen niet-prijswinnaars komen daarvoor in aanmerking. Er zijn drie zogeheten ‘lucky numbers’, getallen die de eindklasseringen aangeven. De nummer zoveel in elke groep wint een prijsje; en dat driemaal. We hebben vier groepen, dus er zijn twaalf ‘lucky’ winnaars.
Het is nu geen 18, maar 11 april en alle spelers hebben er zin in. Er is veel strijdlust op de voorlaatste woensdagmiddag. Net als een jaar geleden. In 2010 stonden in de zesde ronde 36 partijen op het programma, met zeventien witoverwinningen, negen remises en tien succesvolle zwartspelers. De jubileumeditie van 2011 (het 25e jaar met het NHSB-veteranenkampioenschap) gaf een ander beeld te zien. Van de 38 partijen ging elf keer het punt naar wit, waren er tien remises en zeventien keer zegevierde zwart.
Ook nu is het bepaald niet zo dat wit begint en wint. Op 41 borden gebeurt dat twaalfmaal wel. Achter zestien partijen komt ½-½ te staan en dertien zwartspelers pakken de hele buit. Veel lenteveteranen willen in ieder geval nog één keer alles uit de kast halen. Meestal gaat het er in de slotronde wat vredelievender aan toe en zoeken de spelers niet de uiterste grenzen van de mogelijkheden op. Maar op deze woensdagmiddag staat menig bord in brand.

Piet de Haas – Arie Karreman 1-0
Het lijkt erop dat Piet de Haas ontketend is. In de vijfde ronde heeft de Heerhugowaardse lenteveteraan in zeventien zetten gewonnen, nu komen er acht bij. En dat is tegen sterke spelers als Tom Adriaanse en Arie Karreman opvallend. Een andere overeenkomst is dat ook nu weer een toren wordt ingesloten.
In een Siciliaan slaat wit al tijdens het openingsspel toe. Met de tweede zet van het koningspaard (van f6 naar g4) jaagt Arie niet alleen op de zwartveldige loper van zijn tegenstander, ook valt hij een centrumpaard tweemaal aan. Maar er zit een addertje onder het gras. Datzelfde centrumpaard kijkt met 10. Pxc6 de Enkhuizer dame aan en dan blijkt zwart aan het einde van een afruil een licht stuk te hebben verloren.
Dat is nog niet het einde van het verhaal. De KTV’er heeft met het veroveren van de pionnen op b2 en g2 enige compensatie, zo lijkt het. Piet doet echter met met 16. Pe2 de deur op slot voor de zwarte dametoren. Zijn stelling klopt bovendien prachtig. Er is geen enkele mogelijkheid om die toren te redden. Wit boekt zijn vijfde overwinning en blijft met de geweldige score van bijna honderd procent koploper. Alleen tegen Peter Holscher moest hij met remise genoegen nemen.


1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 g6 5. c4 Lg7 6. Le3 d6 7. Pc3 Pf6 8. Le2 Pg4 9. Lxg4 Lxg4 10. Pxc6 Lxd1 11. Pxd8 Lg4 12. Pxb7 Tb8 13. f3 Le6 14. Pa5 Txb2 (zie diagram) 15. Tc1 Txg2 16. Pe2 0-0 17. h4 Le5 18. Pc6 Lh2 19. Pxe7+ Kg7 20. Pd5 Tb8 21. Lxa7 Tb7 22. Ld4+ Kf8 23. Pe3 Lg3+ 24. Pxg3 Txg3 25. Kf2.

 

 

 

Wim Nieland – Peter Holscher 1-0
Als Wim Nieland en Peter Holscher elkaar treffen, betekent het dat er twee titelkandidaten in actie zijn. Voor het derde jaar op rij staat hun onderlinge partij op het programma en ditmaal – net als vorig seizoen – in de zesde ronde. Het verschil is dat Wim nu wit heeft; in 2010 en in 2011 was hij zwartspeler en verloor beide keren.
Peter begint met een half punt voorsprong op zijn opponent, maar wordt al snel onder druk gezet. Wit staat goed in het centrum. De dames gaan als eersten van het bord, daarna volgt een ruil van enkele lichte stukken. Een Egmondse pion op d6 prikt echter hinderlijk in de zwarte stelling. Wim kiest er vrijwillig voor om niet te rokeren, Peter moet die keuze gedwongen maken en daarom duurt het lang eer zijn torens in het spel worden betrokken. Van die late activiteit profiteert wit. Hij beschikt over een sterke pionnenstructuur, waarbij de pion op d6 twee stapjes van promotie is verwijderd. In een toreneindspel (met zeven pionnen elk) werken de witte koning en toren beter samen dan het zwarte duo en na de slotzet kan promotie niet worden voorkomen.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 c6 4. f4 Da5 5. Dd2 g6 6. Pf3 Lg4 7. e5 Pd5 8. Pe4 Dxd2+ 9. Lxd2 Lxf3 10. gxf3 Lh6 11. exd6 Lxf4 12. c4 Lxd2+ 13. Kxd2 Pf4 14. Te1 e6 15. Pf6+ (zie diagram) Kd8 16. Te4 Ph5 17. Pxh5 gxh5 18. Tg1 Pd7 19. Tg7 Ke8 20. Tg5 h6 21. Tg1 Kf8 22. Th4 Pf6 23. Tf4 Tg8 24. Txg8+ Pxg8 25. Te4 Pf6 26. Te3 Td8 27. c5 Kg7 28. Ta3 a6 29. b4 Pd5 30. Tb3 f5 31. a4 Kf6 32. Lc4 Tg8 33. Lxd5 exd5 34. Te3 Tg7 35. Te5 Tg2+ 36. Ke3 h4 37. d7.

 

 

Henk Westerman – Maarten de Haas ½-½
Henk Westerman en Maarten de Haas gebruiken op de zesde woensdagmiddag bijna hun volledige bedenktijd. Als na 68 zetten de vrede wordt getekend, heeft zwart een tiental seconden over en wit een dikke minuut. Zeker een half uur is hun partij de enige die nog loopt. Dat geeft een grappig beeld te zien van een vrijwel volledig opgeruimde theaterzaal en tien lenteveteranen die zich rond de twee verzamelen om maar niets van hun strijd te hoeven missen.
Het midden van het bord wordt vlot geschoond van pionnen en enkele lichte stukken. Beiden hebben de torens met voor wit het loperpaar en voor zwart een loper met paard. Het eindspel gaat in zonder de zware stukken en er volgt een boeiend gevecht om pionwinst en voordeeltjes. Lopers op naast elkaar liggende diagonalen zijn ijzersterk en Henk houdt die opstelling lang vast. Maar Maarten geeft geen krimp. Iedere dreiging wordt beantwoord met een tegendreiging. Bovendien vindt hij steeds goede velden voor zijn paard, waardoor er voor de witspeler geen doorkomen aan is.Wit dwingt zijn opponent tot een afruil van de zwartveldige lopers, het helpt niet. De remisegrenzen worden niet overschreden.


1. c4 Pf6 2. g3 d6 3. Lg2 c6 4. Pc3 e5 5. e4 Le7 6. Pge2 0-0 7. 0-0 a5 8. d3 Pa6 9. h3 Le6 10. Le3 Dd7 11. Kh2 d5 12. cxd5 cxd5 13. d4 exd4 14. Pxd4 dxe4 15. Pxe4 Pxe4 16. Lxe4 Tfd8 17. Pxe6 Dxe6 18. Dg4 Dxg4 19. hxg4 Pc5 20. Lf3 Tac8 21. Tac1 b6 22. Tfd1 Kf8 23. Kg1 h6 24. Lg2 Txd1+ 25. Txd1 Td8 26. Txd8+ Lxd8 27. Kf1 Pd3 28. Ld4 Lc7 29. f4 f6 30. Ld5 Ke7 31. a3 Kd6 32. Lc4 Pc5 33. Kg2 Ld8 34. Kf3 Lc7 (zie diagram) 35. g5 hxg5 36. fxg5 Ld8 37. gxf6 gxf6 38. Le3 Pd7 39. Ke4 Pe5 40. Le2 Ke6 41. g4 Lc7 42. Lf4 Ld6 43. Ld1 Ke7 44. Kf5 Pc4 45. Lc1 Lc5 46. Lb3 Pd6+ 47. Kf4 Ld4 48. Ld5 Lc5 49. Ld2 Ld4 50. b4 axb4 51. Lxb4 Lb2 52. a4 Ld4 53. Lb3 Lb2 54. Ke3 La1 55. La3 Le5 56. Kd3 La1 57. Lb4 Kd7 58. Ld5 Le5 59. Lc3 Lxc3 60. Kxc3 Pc8 61. Kc4 Kd6 62. Lf7 Pa7 63. Kb4 Ke5 64. Lc4 Kf4 65. Le2 f5 66. gxf5 Kxf5 67. Kc4 Ke5 68. Kb4 Kd6.

Harry Peters – Tom Adriaanse 1-0
Hoe het kampioenschap ook afloopt, Harry Peters is de verrassing van het negende lentetoernooi in Hoorn. Op de op rating ingedeelde deelnemerslijst bezet hij de 21e plaats, maar het is zeker dat de veteraan van schaakclub Bergen niet op de 21e plaats zal eindigen. Na zijn overwinning op Tom Adriaanse staat Harry gedeeld derde.
En hij is het evenement nog wel met een nederlaag begonnen. Na de verliespartij tegen Rob Freer veroverde hij in vijf ronden vier punten. Tegen Tom komt de Alkmaarse lenteveteraan met pionwinst uit de opening. Vijf witte pionnen – op de c- tot en met g-lijn – vormen sterke voorposten voor het vervolg van de strijd. Zwart probeert die keten open te breken, maar dat lukt niet. Harry schuift een pion door naar e6 en op weg naar een eindspel met alle torens en een Helderse loper tegen een Alkmaar paard is de activiteit van de witte stukken veel groter. Dat blijkt al snel, als het paard tweemaal naar pionwinst springt. Dat maakt de weg vrij voor de vrijpionnen op de b- en c-lijn.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. f4 Lg7 5. Pf3 0-0 6. Le3 Pc6 7. h3 d5 8. e5 Pe4 9. Pxe4 dxe4 10. Pg5 h6 11. Pxe4 Pb4 12. Pf2 Pd5 13. Ld2 c6 14. c4 Pc7 15. Lc3 Tb8 16. Dd2 b5 17. La5 Dd7 18. Lxc7 Dxc7 19. c5 Td8 20. 0-0-0 Le6 21. b3 a5 22. g4 Ld5 23. Tg1 g5 24. Lg2 gxf4 25. Dxf4 Lxg2 26. Txg2 f6 27. Df5 Dd7 28. e6 Dd5 29. Pe4 a4 30. Dxd5 cxd5 31. Pc3 axb3 32. axb3 Ta8 33. Kb2 Kh7 (zie diagram) 34. Pxb5 Tdc8 35. Tf2 Tab8 36. Pc3 Tc6 37. Pxd5 Txe6 38. Kc3 Te4 39. b4 Td8 40. Kc4 Kg6 41. b5 e5 42. c6 exd4 43. Txd4 Te1 44. Pf4+.

 

Martin Duinmaijer – Johan Plooijer ½-½
,,Wat een strijd!!’’ staat er op het notatieformulier en de twee uitroeptekens zijn op hun plaats. Want een uitroepteken wordt gebruikt om nadruk te geven aan een woord of een zin en op deze woensdagmiddag verdient de partij Martin Duinmaijer-Johan Plooijer extra aandacht.
Na zeven zetten heeft de witspeler een pion op d5 en zijn e-, f- en g-pion op de vierde rij. De bedoeling is duidelijk: zo snel mogelijk druk geven op de koningsvleugel, na zwarts korte rokade. Maar Johan is in vorm en zorgt voor een prima verdediging. Bovendien ziet hij tegenkansen, als wit lang rokeert. Het wordt er daarna niet gemakkelijker op. Beide spelers laten een loper slaan door een pion. Die van Martin valt meteen de dame aan, terwijl zwart met 24. … d2 schaak geeft. De Waagtoren-veteraan heeft de open f-lijn in bezit, maar zijn toren beschikt daarop over geen enkel goed veld. Bovendien moet hij de matdreiging op h7 in de gaten houden. Daarom maken de zware stukken even pas op de plaats en mogen de paarden aan het werk.
Wit zet in voor een spectaculaire ruil van dame en toren. Hij geeft een toren om met de pionvork 32. e7 het zware stuk terug te winnen. En dan blijft er een toreneindspel met vier pionnen elk over. Ze gaan tot het uiterste om het hele punt in de wacht te kunnen slepen, maar er resteert een artistieke slotstelling van één pion met de eigen toren ervoor en de koning van de opponent dicht in de buurt. Hun vijfde partij op het NHSB-veteranenkampioenschap krijgt het juiste resultaat: remise. Dit gevecht verdiende geen verliezer.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Le2 Lg7 5. f4 c5 6. d5 0-0 7. g4 e6 8. g5 Pe8 9. h4 De7 10. Dd3 Pc7 11. h5 exd5 12. Pxd5 Pxd5 13. Dxd5 Le6 14. Dd3 Pc6 15. c3 Dd7 16. hxg6 fxg6 17. Le3 Tad8 18. 0-0-0 a6 19. Dc2 Df7 20. b3 b5 21. Ld3 c4 22. Dh2 Lxc3 23. f5 cxd3 24. fxe6 d2+ 25. Lxd2 Dg7 26. Lxc3 Dxc3+ 27. Kb1 Dg7 28. Pe2 Pe5 29. Pd4 Pf3 (zie diagram) 30. Dxh7+ Dxh7 31. Txh7 Kxh7 32. e7 Pxd4 33. exd8D Txd8 34. Txd4 Kg7 35. Kc2 Kf7 36. a4 Ke6 37. axb5 axb5 38. Td5 Tc8+ 39. Kd3 b4 40. Kd4 Tc3 41. e5 dxe5+ 42. Txe5+ Kd6 43. Tb5 Txb3 44. Tb6+ Ke7 45. Txg6.

 

Albert Bouma – Rob Freer 0-1
In elke groep zijn er drie eindprijzen en de ontknoping in A belooft spannend te worden. Achter de titelkandidaten Piet de Haas en Wim Nieland hebben twee spelers vier punten en zes man een halfje minder. Rob Freer schaart zich in het pelotonnetje door vice-kampioen Albert Bouma te verslaan.
Het kampioenschap verloopt voor de Alkmaarder omgekeerd aan de vorige. In 2011 was de tweede toernooihelft minder succesvol voor Rob die de afgelopen weken tweeënhalf uit drie heeft gescoord. Tegen Albert gaat de strijd in een Engelse partij lang gelijk op. Pas op de 25e zet valt de eerste pion, nadat zwart veel tijd heeft gestoken in het opzetten van een goede stelling. Dat gebeurt in het centrum, waar de partij ook een onverwacht einde krijgt. Wit ruilt alle torens om het aantal verdedigers van de zwarte pion op d4 tot een minimum terug te brengen. Hij valt die vervolgens tweemaal aan, maar verliest een stuk omdat er een vervelend paardvorkje met schaak in de stelling zit.


1. Pf3 Pf6 2. g3 d5 3. Lg2 g6 4. c4 c6 5. b3 Lg7 6. Lb2 0-0 7. 0-0 e6 8. d3 b6 9. Pbd2 Lb7 10. e3 Pbd7 11. De2 Te8 12. Pe5 Pxe5 13. Lxe5 Pd7 14. Lxg7 Kxg7 15. f4 e5 16. f5 f6 17. g4 g5 18. h4 h6 19. h5 Pc5 20. b4 Pa4 21. Pb3 De7 22. a3 Tad8 23. Dc2 b5 24. c5 d4 25. exd4 exd4 26. Tfe1 Dd7 27. Df2 Pc3 28. Txe8 Txe8 29. Te1 Kf7 30. Txe8 Kxe8 (zie diagram) 31. Pxd4 Dxd4.

 

 

 

Karel Keesman – Ed Stolp 1-0
Ook Karel Keesman heeft uit de laatste drie ronden tweeënhalve punt gepakt en daarmee is zijn eindscore beter dan een jaar geleden. Toen kwam de Heerhugowaardse lenteveteraan uit op drie punten, waarbij een reglementair punt zat. Nu staat hij op eigen kracht op drieënhalf.
Wit krijgt het Hollands tegen zich, maar heeft al snel een sterk wapen met zijn pion op d6. Die blokkeert de ontwikkeling van de loper op c8 en houdt daarmee ook de toren op a8 op zijn plaats. De stukken van Ed Stolp kunnen zich niet ontplooien en dat kost de zwartspeler de kwaliteit. Bovendien kan Karel de zwarte pion op d7 opruimen, waardoor er promotiekansen komen. Vredeburgs veteraan sputtert nog wel tegen met zijn opschuivende c-pion en matdreigingen, maar die vervliegen als wit de kwaliteit teruggeeft. Dat maakt weer de weg vrij voor promotie van de d-pion, waardoor Ed in het eindspel een toren achter raakt. Maar hij wint een stuk terug, omdat het paard dat de Limmer toren heeft geslagen het zonder vluchtvelden moet doen. De toren van de Heerhugowaarder is evenwel actiever dan de loper van zwart die slechts kan verdedigen. Kundig bouwt wit het voordeel uit naar een winnende slotstelling.


1. d4 f5 2. e4 fxe4 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Pc6 5. d5 Pe5 6. Dd4 Pf7 7. Lxf6 exf6 8. Pxe4 f5 9. Pg3 g6 10. 0-0-0 Lh6+ 11. f4 0-0 12. Pf3 c6 13. d6 Db6 14. Pe2 Lg7 15. Dxb6 axb6 16. Kb1 Te8 17. Pc1 b5 18. c4 bxc4 19. Lxc4 b5 20. Lb3 c5 21. Ld5 Tb8 22. Pg5 Tf8 23. The1 Lb7 (zie diagram) 24. Lxf7+ Txf7 25. Pxf7 Kxf7 26. Te7+ Kf8 27. Txd7 Lxg2 28. Pb3 Le4+ 29. Ka1 c4 30. Pc5 Te8 31. Pb7 c3 32. Txg7 c2 33. Tc1 Kxg7 34. d7 Ta8 35. d8D Txd8 36. Pxd8 Kf6 37. b3 Ke7 38. Pc6+ Lxc6 39. Txc2 Ld7 40. b4 h6 41. Td2 g5 42. Kb2 gxf4 43. Tf2 Kf6 44. Txf4 Kg5 45. Td4 Le6 46. h4+ Kf6 47. Td6 f4 48. Kc1 Kf5 49. Tb6 Lxa2 50. Txh6 f3 51. Kd2 Lc4 52. Ke3 Le2 53. Kf2 Kg4 54. Th8 Ld1 55. Td8 Le2 56. Td4+ Kh5 57. Kg3 Kh6 58. Tf4 Kh5 59. Tf5+ Kh6 60. Txf3.

Willem Pool – Jan Rot 0-1
Hij heeft er even op moeten wachten, maar de eerste overwinning is er. En wat voor een. Na vier remises verovert Jan Rot in de zesde ronde het hele punt.
Tegen Willem Pool kijkt hij in het middenspel tegen een pionnenminderheid op de damevleugel aan. Alle lopers zijn geruild en in het centrum staat zwart solider met een pion meer en beter opgestelde paarden. Dankzij een actieve paardzet kan de zwartspeler een pion doorschuiven naar e3. De druk op de witte stelling wordt groter en levert Jan pionwinst op, nadat hij er in de opening één heeft geofferd.
Willem kan zich niet veel permitteren, maar kiest toch voor de tegenaanval. Het bewonderenswaardige initiatief levert echter niets op, omdat op de dame na alle Castricumse stukken verankerd staan in de verdediging. De toren op e2 blokkeert de zwarte pion op e3 en als het stuk naar a2 wordt gespeeld, ziet zwart zijn kans schoon. Met een prachtige minorpromotie klaart hij de klus.
De partij is om nog een reden tamelijk uniek. In de eindstelling staat het damepaard nog steeds op het beginveld.


1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. h3 c5 4. c3 Pc6 5. dxc5 e5 6. b4 Le7 7. e3 0-0 8. Le2 Dc7 9. Lb2 b6 10. cxb6 Dxb6 11. a3 Td8 12. 0-0 La6 13. a4 Lxe2 14. Dxe2 e4 15. Pd4 Pe5 16. Pf5 Lf8 17. La3 g6 18. Pg3 Tdc8 19. b5 Lxa3 20. Txa3 Da5 21. Td1 Tc4 22. Td4 Tac8 23. f3 Txd4 24. exd4 Pc4 25. Ta2 e3 26. Pf1 Ph5 27. g3 f5 28. Kg2 f4 29. g4 Pf6 30. Ph2 g5 31. Dd3 Te8 32. Te2 Dxa4 33. Df5 Kf7 34. Dxg5 Dd1 35. Ta2 Te7 36. Df5 e2 37. g5 (zie diagram) e1P+ 38. Kg1 Pxf3+.

 

 

Dirk Mantel – Gerard Kuijs 1-0
Ook Dirk Mantel heeft er op de zesde woensdagmiddag zin in. Hij drukt Gerard Kuijs meteen in de verdediging. Na de lange rokade van Schaaklusts lenteveteraan zijn alle stukken ontwikkeld, terwijl bij de zwartspeler vier stukken op de achtste rij staan met de koning ertussen. Het ziet er dan al naar uit dat de vorst niet in veiligheid kan worden gebracht.
De sterke opstelling van zijn stukken en de passieve stelling van zijn opponent brengen wit tot een loperoffer op b5. Gerard gaat er niet op in, maar een verbetering van de situatie levert dat niet op. Dirk verhoogt de pressie op de e-lijn en met name veld e7 krijgt het zwaar te verduren. De Castricumse pion daarop staat gepend en kan de opmars van wits d-pion niet tegenhouden. Na promotie is het uit voor zwart.


1. e4 d5 2. exd5 Pf6 3. Pc3 Lg4 4. Pf3 Pbd7 5. Lb5 a6 6. La4 h6 7. h3 Lh5 8. g4 Lg6 9. Pe5 Lh7 10. d4 g5 11. f4 gxf4 12. Lxf4 Tg8 13. De2 Db8 14. 0-0-0 b5 15. Pxd7 Pxd7 16. Lxb5 (zie diagram) Dc8 17. Ld3 Lg6 18. The1 Pb6 19. d6 cxd6 20. Lxd6 Dd7 21. Lc5 Lxd3 22. Dxd3 Tg6 23. Pe4 Pc8 24. Pg3 Tb8 25. b3 a5 26. a4 Lg7 27. Pf5 Lf6 28. d5 Lg5+ 29. Le3 Db7 30. Lxg5 hxg5 31. d6 Db4 32. d7+ Kd8 33. dxc8D+.

 

 

Aad Laan – Jan Stapel 1-0
Aad Laan neemt tegen Jan Stapel revanche voor zijn nederlaag van vorig seizoen in de derde ronde. Beiden hadden toen dezelfde kleur.
Opnieuw komt er een Siciliaan op het bord. De eerste afwijking ten opzichte van 2011 is zwarts vijfde zet. Met 5. … Pc6 valt hij wits paard op d4 aan, waar dat een jaar geleden met 5. … Lc5 gebeurde. Nadat aan beide kanten kort is gerokeerd, schuift wit zijn pionnen op de koningsvleugel naar voren. Jan speelt 15. … b5 en opent door een paard weg te halen de diagonaal naar b7 voor de Hoornse witveldige loper. Aad profiteert onmiddellijk. In hun vorige partij verloor wit twee pionnen, nu wint de Caïssa-routinier er twee plus de toren. Daarvoor moet hij wel met twee lichte stukken betalen, maar hij heeft ook drie vrijpionnen op de damevleugel en actievere stukken.
De lenteveteraan van schaakclub Aartswoud doet daar meteen wat aan. Door de half open g-lijn en de mooie diagonalen voor het zwarte loperpaar moet wit op zijn tellen passen. Als een paard gevaarlijk in de stelling komt, geeft wit de kwaliteit. Maar de open e-lijn wordt nieuw terrein voor een aanval en de witspeler staat aan de rand van de afgrond. Op e2 geeft zwart echter geen schaak met zijn dame, maar met de toren. Na 34. … Dxa2 heeft hij mat in één binnen bereik, alleen is zijn tegenstander aan zet. En Aad kan direct een mat in twee uitvoeren.


1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 a6 5. Ld3 Pc6 6. Le3 Pf6 7. Pd2 Dc7 8. c3 d5 9. 0-0 Ld6 10. f4 dxe4 11. Pxe4 Pxe4 12. Lxe4 Ld7 13. Df3 Tc8 14. Pe2 0-0 15. g4 b5 16. Tad1 f5 17. gxf5 exf5 18. Ld5+ Kh8 19. Pd4 Pe7 20. Lb7 Tb8 21. Lxa6 Tb6 22. Lxb5 Txb5 23. Pxb5 Lxb5 24. Tf2 (zie diagram) Lc6 25. Dg3 Tf6 26. Kf1 Tg6 27. Dh4 Le4 28. Tfd2 h6 29. h3 Dc4+ 30. Ke1 Pd5 31. Txd5 Lxd5 32. Ld4 Te6+ 33. Kd2 Te2+ 34. Kc1 Dxa2 35. Dxh6+.