Een Nederlands kampioen tussen de lenteveteranen

Door: Co Buysman

 

In de bijna 30-jarige historie van het veteranenkampioenschap van de Noordhollandse Schaakbond komen weinig kampioenen die lid zijn van een Alkmaarse club voor. Regerend titelhouder Wim Nieland is pas de tweede; Eddie Kayser (VVV) ging hem in 1996 voor.
Maar ‘Alkmaar’ heeft wel een unieke deelnemer geleverd. Dirk Appel is de enige Nederlands schaakkampioen onder de 201 spelers die in al die jaren in Hoorn aan het bord hebben gezeten. Dirk, 11-voudig clubkampioen van VVV, kroont zich in de zomer van 2006 in Hilversum voor het eerst als ’s lands sterkste 90+-schaker. En in de lente van 2007 staat hij in de recreatiezaal van Lindendael – nu het restaurantgedeelte – als twaalfde geplaatst. Het wordt zijn laatste optreden aan de Koepoortsweg. Met twee overwinningen en een remise eindigt hij in de lage middenmoot.
Wie er toen allemaal in groep A meededen? In alfabetische volgorde: Dirk Appel (De Waagtoren), Thomas Balla (KTV), Jaap de Berg (Het Witte Paard), Arie Boots (De Waagtoren), Piet van den Bos (Heemsteedse SC), Rolf de Brouwer (Caïssa), Peter Couwenhoven (Aartswoud), Martin Duinmaijer (Bergen), Peter Folkertsma (Oppositie), Jan Haijer (Caïssa), Peter Holscher (Caïssa), de latere kampioen Arie Karreman (KTV), Jack Klopmeijer (MSC), Aad Laan (Caïssa), Dirk Mantel (Schaaklust), Koos Min (Bloemendaalse SV), Willem Punt (Schaakgroep Koedijk), Jan Rot (Het Witte Paard), Jan Stapel (Aartswoud), Aart Strik (Anna Paulowna), Joop van Vuure (Heerhugowaard), Henk Westerman (De Waagtoren), Arie Zeeman (Aartswoud) en Leo Zuiver (Krommenie). Ik hoor u denken: er is veel veranderd in de laatste acht jaar.
Dirk Appel nam als Nederlands veteranenkampioen deel aan het NHSB-veteranenkampioenschap, maar bij het eerste evenement – in 1987 – was het precies andersom. De titelstrijd in Heemskerk, in De Jansheeren, gold toen als voorrondewedstrijd voor het NK 60+. Freek Spinhoven won zijn eerste zes partijen en speelde in de zevende ronde remise tegen Harry Lips die met twee punten achterstand op de tweede plaats beslag legde. De hoofdgroep telde veertien namen, er was nog een tweede groep met zestien spelers.
Voor zover ik weet zaten daar geen Alkmaarse deelnemers bij. Vrijwel alle spelers waren lid van clubs uit Haarlem, Heemskerk en Beverwijk. Nu in Hoorn is Alkmaar goed vertegenwoordigd met namens De Waagtoren Wim Driessen, Wim Nieland, Egbert van Oene en Johan Plooijer in de hoogste groep en verder veel Alkmaarse leden van Schaakgroep Koedijk.
Het Alkmaarse schaken heeft een boeiende historie. Al in 1819 is er een – naamloos – schaakgenootschap. Op 17 oktober 1832 wordt Vriendschap en Oefening opgericht dat ruim dertig jaar zal bestaan en onder anderen naam maakt door het componeren van probleemstellingen in het maandtijdschrift Sissa. Een van de leden levert in 1856 op een unieke manier lichte kritiek op een probleem dat niet klopt. Het is geen mat in zes, maar een mat in vijf, zo laat hij via een achtregelig versje weten. Elke lettergreep staat op een veld van een schaakbord.
’t Is jammer van dit schoon probleem,
dat men geen beter toetse neem.
Bestaat er nogthans zeer veel schijn,
zes zetten zal onnoodig zijn
om dit kunstspel op te lossen.
Speelt men met twee fiere rossen,
echter kan men niet beletten
zwart in vijven mat te zetten.
Het componeren wordt later voortgezet door werktuigkundig ingenieur Anthonie Clarus Johannes van Eelde (1857-1913) van wie een groot aantal problemen verschijnt. Hij heeft een schaakrubriek in de Alkmaarsche Courant, de Oprechte Haarlemse Courant en het tijdschrift Op de Hoogte. Bovendien verzorgt hij in het begin van de twintigste eeuw een probleemrubriek in het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond. In 1907 publiceert hij een bloemlezing van Nederlandse schaakproblemen.
Ach ja, die goede oude tijd! Maar anno 2015 timmert Alkmaar opnieuw aan de weg. VVV, 0-0-0 en het Alkmaars Schaakgenootschap zijn in 2006 opgegaan in De Waagtoren dat meteen voor een unicum zorgt door in de bondscompetitie vijfmaal op rij tweede te worden. Eerst drie keer in de vertrouwde omgeving van 3D, daarna levert een uitstapje naar 3E ook niet meer op dan de troostprijs van vice-kampioen. Terug in 3D wordt eindelijk de titel veroverd, in 2012, en sinds afgelopen zaterdag staat De Waagtoren bovenaan in de landelijke tweede klasse A. Hopelijk komt het tot een promotie en een indeling in 2015-2016 bij Purmerend en Caïssa-Eenhoorn. Dan kunnen we de opvolgers van Eddie Kayser en Wim Nieland van dichtbij in actie zien.

 

Peter Holscher – Piet de Haas 0-1
Drie jaar na hun eerste strijd zitten Peter Holscher – opnieuw met wit – en Piet de Haas weer tegenover elkaar. In 2012 hadden beide topspelers twee uit twee en werd het in een toreneindspel remise. Piet kroonde zich vier weken later tot kampioen. Dankzij vijf winstpartijen en ook een remise in de slotronde tegen Wim Nieland.
Peter en Piet staan nu andermaal op gelijke hoogte, als de eerste zet wordt gedaan. Wit kiest voor de Réti-opening en kijkt in het middenspel na een ruil van enkele lichte stukken en de dames tegen een iets mindere stelling aan. Zwart krijgt een vrijpion op d3, ondersteund door beide torens. Als een paard hinderlijk in de witte verdediging springt, loopt de Zwaagse koning naar die pion toe, maar belandt in schaakgevend open terrein en moet de kwaliteit geven om groter onheil te voorkomen. De pion gaat er uiteindelijk af en Peter houdt met secuur spel lang stand. In de tweede tijdfase, met twee torens van Piet contra toren met loper, tikken de seconden weg. De Heerhugowaardse oud-kampioen heeft wat meer over op de klok en kan makkelijker spelen en staat gewonnen als de vlag van zijn opponent valt.


1. Pf3 Pf6 2. b3 g6 3. Lb2 Lg7 4. e3 0-0 5. d4 d5 6. Ld3 Pc6 7. a3 e5 8. Pxe5 Pxe5 9. dxe5 Pg4 10. Pd2 Pxe5 11. Dc1 Te8 12. 0-0 Dd6 13. h3 b6 14. Te1 Lb7 15. Lf1 Tad8 16. f4 Pd7 17. Lxg7 Kxg7 18. Pf3 c5 19. Db2+ Df6 20. Dxf6+ Pxf6 21. Pe5 Te7 22. Tad1 Pe4 23. c4 f6 24. Pf3 Ted7 25. Tc1 d4 26. exd4 cxd4 27. b4 d3 28. Ted1 Pg3 29. Kf2 Ph1+ (zie diagram) 30. Ke3 Te7+ 31. Kd2 Pf2 32. Te1 Pe4+ 33. Txe4 Lxe4 34. Pe1 Ted7 35. Tc3 Td4 36. g3 Kf7 37. Pxd3 Lf5 38. Ke3 Le6 39. c5 bxc5 40. Pxc5 Td1 41. Le2 Th1 42. h4 Th2 43. Pxe6 Kxe6 44. Tc6+ Ke7 45. Ta6 Td7 46. Lc4 Tc2 47. Le2 Kf7 48. Kf3 Kg7 49. g4 Te7 50. Lf1 Tec7 51. Le2 T2c6 52. Ta5 Tc3+ 53. Kf2 Tc2 54. Kf1 Ta2 55. Ld1 Ta1 56. Td5 Txa3 57. Kf2 Ta2+ 58. Ke3 Te7+ 59. Kd3 Th2 60. h5 Tf2 61. Td4 gxh5 62. gxh5 Kh6 63. Kc4 Tc7+ 64. Kb5 Tb2 65. Lf3 Tc3 66. Le4 Kxh5 67. Lxh7 Kg4 68. Ld3 Kf3 69. f5 Td2.

 

 

Jan Brink – Frans Vlugt ½-½
Frans Vlugt is een van de drie koplopers en in tegenstelling tot zijn concurrenten snel klaar op deze vierde woensdagmiddag. Twee jaar geleden verloor Jan Brink van de lenteveteraan van Volendam en dat wil hij niet nog een keer laten gebeuren.
Na vier zetten zijn de dames al van het bord. Het zet de toon voor het vervolg van de partij tussen twee oud-kampioenen die aardig de lijnen der symmetrie aanhouden. De zwartveldige lopers worden geslagen, op identieke wijze meteen daarna de witveldige lopers. Beide koningen zoeken hun heil op de damevleugel. Op de open d-lijn worden alle torens geruild en met de paarden nog over en alle pionnen tegenover elkaar zit er niet meer in dan het punt te delen.


1. d4 d6 2. e4 e5 3. dxe5 dxe5 4. Dxd8+ Kxd8 5. Pf3 f6 6. Le3 Le6 7. Pc3 c6 8. 0-0-0+ Pd7 9. a3 Kc7 10. Pd2 Lc5 11. Lxc5 Pxc5 12. b4 Pd7 13. Lc4 Lxc4 14. Pxc4 Ph6 15. Td2 Pf7 16. Thd1 Thd8 17. Kb2 Pf8 18. Pe2 Pe6 19. f3 Txd2 20. Txd2 Td8 21. Txd8 Pfxd8 22. Pe3 Pf7 23. c4 b6 (zie diagram).

 

 

 

 

 

Peter Roggeveen – Jan Stapel 0-1
De klapper van de week komt op naam van Jan Stapel. In een prachtig gespeelde partij, waarvoor hij van Peter Roggeveen de complimenten krijgt, handhaaft hij zijn ongeslagen status. Met een fraaie aanval tegen de routinier van ZSC-Saende die toch een kleine driehonderd ratingpunten meer heeft, rondt Jan de strijd af.
Aanvankelijk gaat die gelijk op. Rond de twintigste zet breekt een cruciale fase aan. In het voordeel van zwart spreken, zo blijkt later, de half open f- en h-lijnen. Het opspelen van zijn g-pion door Peter tast de Zaanse verdediging aan. Zijn stukken op de damevleugel beginnen pas mee te doen, als de routinier van schaakclub Aartswoud alles heeft gericht op de koningsstelling. Er is veel druk op veld f3en wit – bewonderenswaardig rustig in tijdnood – kan die met moeite beantwoorden. Zwart schuift zijn e-pion op naar de vierde rij, waarna de f-lijn helemaal open valt en er dankzij de voorbeeldige samenwerking tussen dame, torens en loper een mataanval ontstaat.


1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d3 d5 4. Pbd2 Pc6 5. g3 g6 6. Lg2 Lg7 7. 0-0 Pge7 8. Te1 0-0 9. e5 f6 10. exf6 Lxf6 11. Pf1 Db6 12. h4 Pd4 13. Pe5 Pec6 14. Pxc6 Pxc6 15. c3 Ld7 16. Ph2 Lg7 17. h5 gxh5 18. Dxh5 Tf5 19. Dd1 Taf8 20. Tf1 Pe5 21. g4 T5f7 22. b3 Lb5 23. c4 dxc4 24. dxc4 Lc6 25. Tb1 Lxg2 26. Kxg2 Dc6+ 27. f3 Pg6 28. De1 Pf4+ 29. Lxf4 Txf4 30. Td1 Ld4 31. Td3 e5 32. Dh4 Dg6 33. Tfd1 e4 (zie diagram) 34. fxe4 Dxe4+ 35. Kh3 Tf2 36. Dg5+ Kh8 37. Tg3 Le5 38. Td7 Txh2+ 39. Kxh2 Tf2+ 40. Kh3 Dh1#.

 

 

 

Gerrit Roos – Peter van Waert 0-1
Voor Peter van Waert is de eerste helft van het lenteveteranenkampioenschap een aanloop naar het einddoel. De ervaren schaker uit Hem staat als vierde op de plaatsingslijst en mag worden gezien als favoriet voor een hoge klassering. Na remises tegen goede en degelijke spelers als Maarten de Haas en Dirk Lont heeft hij gewonnen van Wim Driessen en in deze vierde ronde van Gerrit Roos en bezet hij de (gedeelde) tweede plaats, op een half punt van Piet de Haas.
De Engelse opening van Gerrit Roos krijgt een Hollands antwoord van zwart die al snel een voordeeltje behaalt. Wit laat een verdediger los van de pion op e4 die tweemaal wordt aangevallen. Niet veel later kan Peter een paardvork plaatsen op dame en loper en daar verdient hij nog eens twee pionnen mee. De routinier van Caïssa-Eenhoorn gaat het eindspel in met ook de kwaliteit achter, maar ziet dan dat zijn opponent een schoonheidsfoutje maakt en een loper verliest. De stelling van de GZ’er is evenwel zo dominant dat zijn overwinning niet in gevaar komt. Zwarts toren contra twee paarden en een pionnenmeerderheid op beide flanken zijn sterk genoeg om het punt veilig te stellen.


1. c4 e5 2. Pc3 d6 3. Pf3 f5 4. e4 Pf6 5. d3 c6 6. Le2 Le7 7. 0-0 Pa6 8. a3 0-0 9. b4 Kh8 10. Db3 De8 11. Pd1 fxe4 12. dxe4 Pxe4 13. c5 d5 14. Lb2 Lf6 15. Te1 Lf5 (zie diagram) 16. Ld3 Pexc5 17. bxc5 Pxc5 18. Da2 Pxd3 19. Te2 Pxb2 20. Pxb2 e4 21. Pd2 De5 22. Tb1 e3 23. Pf3 Lxb1 24. Dxb1 exf2+ 25. Kxf2 Dc7 26. Pd3 Ld4+ 27. Ke1 Tae8 28. Pxd4 Dxh2 29. Kd2 Txe2+ 30. Pxe2 b6 31. Db4 c5 32. Dg4 Dh6+ 33. Pdf4 d4 34. Kd3 Df6 35. g3 b5 36. Dh5 c4+ 37. Kd2 d3 38. Pc3 g5 39. Ph3 Df3 40. Dxf3 Txf3 41. Pe4 h6 42. Phf2 Kg7 43. Pg4 Tf1 44. Pc3 a6 45. Pd1 Tg1 46. Pge3 h5 47. Pf2 Ta1 48. Pe4 Ta2+ 49. Kc3 Txa3+ 50. Kd4 d2 51. Pc3 h4 52. gxh4 gxh4 53. Pcd1 h3 54. Pg4 Ta1.

 

 

Hans Leeuwerik – Wim Nieland ½-½
Voor de vierde maal op rij in dit kampioenschap tekent Wim Nieland voor remise. Een jaar geleden zat de titelverdediger in de vijfde ronde tegenover Hans Leeuwerik en beiden deelden in een boeiende partij na 45 zetten het punt. Na is het al na achttien zetten afgelopen.
Na het Engels van de vorige editie kiest wit nu voor het Spaans. Nog in de opening wint hij een centrumpion, maar de Waagtoren-routinier beschikt over een sterk loperpaar. Daar heeft zwart niet lang profijt van. Er zitten wat wederzijdse kleine dreigingen in de stelling, maar als Wim een loper voor een paard ruilt vinden de twee elkaar in een onbeslist.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 f5 4. Pc3 fxe4 5. Pxe4 Pf6 6. Pxf6+ Dxf6 7. De2 Le7 8. Lxc6 dxc6 9. Pxe5 0-0 10. d4 Ld6 11. f4 Lf5 12. Le3 c5 13. c3 cxd4 14. cxd4 c5 15. 0-0 cxd4 16. Lxd4 Tac8 17. Tac1 Lxe5 (zie diagram) 18. Lxe5.

 

 

 

 

 

Egbert van Oene – Ton de Veij ½-½
Ook Egbert van Oene en Ton de Veij houden het op remise. Het blijkt zo een vredelievende woensdagmiddag te zijn, want vijf van de tien partijen krijgen geen winnaar.
De lenteveteranen van De Waagtoren en Purmerend houden lang veel pionnen op het bord. Wit heeft zijn torens verdubbeld op de half open d-lijn, waar zwarts pion op d6 mogelijk reden tot zorg voor Ton kan geven. Dat probleem lost hij op door zijn f-pion te geven aan de Alkmaarse op e4, waardoor zwart zijn d6-pion kan doorschuiven. Beide spelers hebben dan nog de zware stukken en lopers van ongelijke kleur. Egbert moet opletten voor de Purmerendse raadsheer die wat meer spel heeft op de zwarte velden dan zijn Alkmaarse collega op de witte. Beider stellingen zijn evenwel solide genoeg om alles op te vangen.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 Pbd7 4. Pf3 e5 5. Lc4 Le7 6. 0-0 0-0 7. De2 c6 8. a4 a5 9. Td1 Dc7 10. h3 exd4 11. Pxd4 Pc5 12. f3 h6 13. Df2 Le6 14. Pxe6 Pxe6 15. Le3 Pd7 16. Td2 Pdc5 17. Tad1 b6 18. b3 Kh7 19. Pe2 Tad8 20. Pd4 Pxd4 21. Lxd4 f5 22. Lxc5 bxc5 23. exf5 d5 24. Ld3 Kh8 25. Kh1 Lg5.

 

 

 

 

 

Tom Adriaanse – Dirk Lont 1-0
Na een aantal goede resultaten op diverse fronten (clubcompetitie bij Caïssa-Eenhoorn, Westfries kampioenschap, bondswedstrijden en bij de lenteveteranen) stokt het ritme bij Dirk Lont. Zaterdag in het promotieklasseduel van Caïssa-Eenhoorn 3 tegen Kijk Uit bleef hij – na een lange zit – met lege handen staan en tegen Tom Adriaanse is dat ook het geval.
De uitslag komt uit de hemel vallen, want er is lange tijd niets aan de hand. In het middenspel heeft een afruil plaats van enkele lichte stukken en pionnen, als zwart zich verslikt in 18. f6. De Helderse dame, koningstoren en loper lonken weliswaar naar de koningsstelling van Dirk, maar in het ‘ergste’ geval lijkt niet meer dan  zetherhaling te dreigen. In plaats van de f6-pion te nemen denkt de zwartspeler het gevaar Lxh7 te bezweren door de loper te slaan. Na 19. fxe7 staan ineens twee van zijn stukken in.


1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le2 e5 7. Pb3 Le7 8. 0-0 Le6 9. f4 Dc7 10. Kh1 Pbd7 11. f5 Lc4 12. Ld3 d5 13. exd5 Pb6 14. Le3 Pbxd5 15. Pxd5 Pxd5 16. De2 Pxe3 17. Dxe3 0–0 18. f6 (zie diagram) Lxd3 19. fxe7 Lxf1 20. exf8D+.

 

 

 

 

Jan Rot – Johan Plooijer ½-½
Voor de derde maal sinds 2011 verstoren Jan Rot en Johan Plooijer tegen elkaar het evenwicht niet. Wel moet op deze woensdagmiddag de zwartspeler wat harder werken om de remise te bereiken.
Na een kort middenspel en veel geruil gaan de twee verder met elk twee torens en de witveldige loper, maar de pionnenstructuur van Jan is beter. Johan heeft een isolani op d6 en een dubbelpion op de f-lijn. Hij reorganiseert de verdediging van de pion met onder anderen een koningswandel naar e7. Door een schaakje op de open e-lijn wordt de monarch gedwongen tussen zijn pionnen op de koningsvleugel te kruipen. Als zwart met zijn loper de e-lijn sluit, kan de vorst dezelfde route naar e7 nemen en beseffen beiden dat er niet meer dan een half punt in zit.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. h3 Lg7 5. Pf3 0-0 6. Le2 c5 7. dxc5 Da5 8. 0-0 Dxc5 9. Le3 Da5 10. Dd2 Pc6 11. Tfd1 Td8 12. Pd4 Pxd4 13. Lxd4 Ld7 14. Lxf6 Lxf6 15. Pd5 Dxd2 16. Pxf6+ exf6 17. Txd2 Lc6 18. f3 Kf8 19. a4 Ke7 (zie diagram) 20. b4 Tac8 21. c4 Ld7 22. Td4 f5 23. Ld3 fxe4 24. Txe4+ Kf6 25. Tf4+ Kg7 26. Td4 Le6 27. Td1 Kf8 28. Kf2 Ke7.

 

 

 

 

Karel Keesman – Piet Kuijs 0-1
Piet Kuijs heeft zijn eerste overwinning als lenteveteraan te pakken en tegen Karel Keesman – die bij zijn vier vorige optredens in de hoogste groep al een keer derde en zesde is geworden – mag dat zeker een prima prestatie heten.
Het eerste initiatief is voor de witspeler, maar hij kan dat niet vasthouden. Zwart mobiliseert, mede door een pionoffer, sneller alle stukken voor meer druk op de Heerhugowaardse stelling en dat levert enkele gedwongen zetten voor zijn opponent op. Dat maakt het er voor Karel niet beter op. Vooral door de actieve torens van Piet wordt het verband uit zijn verdediging gehaald.
Op een mooie manier werkt zwart naar de beslissing toe. Een tijdelijk kwaliteitsoffer wordt gevolgd door een aftrekschaak met daarna een mat in twee.


1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. cxd5 cxd4 5. Da4+ Ld7 6. Dxd4 exd5 7. Dxd5 Pc6 8. Pf3 Pf6 9. Dd1 Lc5 10. e3 0-0 11. Le2 De7 12. 0-0 Tad8 13. a3 Lf5 14. Da4 Tfe8 15. b4 Lb6 16. Lc4 Pe5 17. Pxe5 Dxe5 18. Db3 Te7 19. Ta2 Ld3 20. Pe2 Pg4 21. g3 De4 22. Lxd3 Txd3 23. Dc2 Tc7 24. Db2 Pe5 25. Pf4 Pf3+ (zie diagram) 26. Kg2 g5 27. Pxd3 Pe1+ 28. Kh3 Df5+.

 

 

 

 

Wim Driessen – Gerard Kuijs ½-½
Ze doen voor respectievelijk de zevende en achtste keer mee in Hoorn, maar in al die jaren hebben Wim Driessen en Gerard Kuijs slechts eenmaal tegen elkaar gespeeld. Komt ook, doordat ze niet altijd in dezelfde groep waren ingedeeld. In 2008 nam Wim het in de zesde ronde van de A-poule op tegen Gerard en bleef toen met lege handen staan.
Hij neemt nu, met dezelfde kleur, een halve revanche. Aanvankelijk heeft de Heerhugowaardse lenteveteraan het initiatief en laat zwart vooral de paarden het werk doen. Als die naar de stal worden gestuurd, staan er ineens vier pionnen op de e-lijn. Dan zijn de countouren van een remise-uitslag enigszins zichtbaar. Alle pionnen zijn nog present, er is een open f-lijn waarop alle torens worden geruild. Na dameruil blijven de witveldige lopers over en telt de partij nog steeds zestien pionnen. Wit heeft de meeste op de zwarte velden, zwart heeft de meeste op de witte velden. Net na de eerste tijdcontrole oogt een loperoffer (38. Lxg4) van Wim aantrekkelijk om zo twee verbonden vrijpionnen te krijgen, met de koning erbij. Hij kiest voor een andere zet en als Gerard zijn monarch naar de koningsvleugel stuurt, wordt tot remise besloten.


1. d4 d5 2. Lg5 c6 3. Pf3 Pd7 4. e3 f5 5. c4 Pdf6 6. Pc3 e6 7. Le2 Le7 8. 0-0 Pe4 9. Lxe7 Dxe7 10. Dc2 Pgf6 11. Pe5 0-0 12. f3 Pg5 13. Tac1 Pd7 14. f4 Pe4 15. Pxe4 fxe4 16. Lg4 Pxe5 17. fxe5 Ld7 18. De2 Txf1+ 19. Txf1 Tf8 20. c5 Txf1+ 21. Kxf1 b6 22. b4 b5 23. Lh3 Dg5 24. Ke1 Dd8 25. Dd2 Dc8 26. Df2 Dd8 27. Dd2 Dh4+ 28. Df2 Dxf2+ 29. Kxf2 Kf7 30. Kg3 Ke7 31. Kf4 Le8 32. Kg5 h6+ 33. Kf4 Lf7 34. Lg4 Kd7 35. Kg3 h5 36. Ld1 g5 37. h4 g4 (zie diagram) 38. Kf4 Ke7.