Zinnen verzetten of zetten verzinnen?

Door: Co Buysman

 

Het lenteveteranenkampioenschap heeft al jaren een gevarieerd deelnemersveld. De spelers zijn lid van grote (stads)clubs en kleine (dorps)verenigingen, de een schaakt vanaf zijn jeugd en zit dertig, veertig of meer seizoenen achter het bord, de ander heeft de schaaksport op latere leeftijd ontdekt, nummer drie gebruikt zijn eigen schaakbibliotheek om de eerstvolgende partij voor te bereiden, nummer vier geniet vooral van de sfeer in de theaterzaal.
Bijvoorbeeld Ruurd van der Zee. In de tweede ronde had de MSC’er door het oneven aantal spelers geen tegenstander, maar hij kwam met zijn clubgenoten Tom Adriaanse, Gerrit Asselman en Theo Thiebou toch vanuit Den Helder mee naar Hoorn. Op deze vijfde woensdagmiddag is hij al klaar, als Tom als laatste MSC-schaker probeert stand te houden in een superspannend eindspel. Ruurd gebruikt zijn wachttijd om het toernooicomité te helpen met opruimen. Geluidloos pakt hij lege flessen, glazen en kopjes van andere tafels en brengt die naar de bar in de hoek van de zaal.
Iedere woensdagmiddag valt de gemoedelijke sfeer op. Te beginnen tussen één uur en half twee, als iedereen binnenkomt en er vele praatjes worden gemaakt. Herman Muller, oud-voorzitter van de organisatieploeg, brengt het op een prachtige manier onder woorden: ,,Zijn we bezig om de zinnen te verzetten of zijn we bezig om de zetten te verzinnen?’’
Aan veel deelnemers bewaar ik goede herinneringen. Ik heb iets meer dan dertig jaar als sportverslaggever bij het Noordhollands Dagblad gewerkt; in drie vrijwel gelijke perioden in West-Friesland, Waterland en Alkmaar en wijde omgeving. Zo volgde ik tussen augustus 1980 en het voorjaar van 1992 de sport in vooral Purmerend en de gemeente Edam-Volendam. En dan komt op 13 maart 2013 – hij had voor de eerste ronde een bye aangevraagd – ineens Ton de Veij de theaterzaal van verpleeghuis Lindendael binnenlopen.
Ton schaakt, vermoed ik, ontelbare jaren bij Purmerend. Op de website van de vereniging zijn alle clubbladen vanaf 1957 geplaatst en dan blijkt dat Ton en ik bijna gelijktijdig onze entree in de Purmerendse schaakwereld hebben gemaakt. In het seizoen 1980-1981 zit hij meteen in het eerste tiental dat in de promotieklasse speelt. Ploeggenoten zijn onder anderen Rolf de Brouwer (NHSB-veteranenkampioen in 2006), Rein Hoogkamp (die na zijn overstap naar ‘mijn’ Caïssa meteen clubkampioen werd), Volendammer Nico Zwarthoed, Ronald Overveld en de vorig jaar overleden lenteveteraan Peter Vogelenzang.
Ton doet meer dan goed schaken alleen. Hij begeleidt de jeugdploeg en in die functie hebben we regelmatig contact. De broers Roland en Walter Verdonk, Eddy Hartmans, Michiel Bosman en Guido Jansen vormen het team dat in het voorjaar van 1984 derde van Nederland wordt. Na het NHSB-kampioenschap hebben de halve en hele finale van het NK – in pouletjes van vier – plaats in Baarn en telefonisch houdt Ton de sportredactie van de Nieuwe Noordhollandse Courant op de hoogte van de ontwikkelingen. Dat doet hij jarenlang, maar na mijn overplaatsing naar de Hoornse NHD-redactie in het voorjaar van 1992 verlies ik hem uit het oog. Tot 2013.
Purmerend is ook de vereniging van de simultaanwedstrijden op de laatste zaterdag van het Hoogoven-toernooi. Dan hebben de grootmeesters een vrije dag, tenzij een afgebroken partij staat gepland. Op 29 januari 1983 komt de Tsjechoslowaakse topper Vlastimil Hort naar de Evangelisch-Lutherse Kerk aan de Hoogstraat. Een schitterende omgeving om te schaken. Als verslaggever kan ik meedoen en ik zit naast oud-clubvoorzitter Henk Breeuwsma die de grootmeester nog waarschuwt voor mijn spel. Ik heb dan alleen ervaring als deelnemer aan het bedrijfsschaaktoernooi van het Noordhollands Dagblad; pas in 1992 word ik lid van een echte schaakclub. Maar ik houd het drie uur vol en ben een van de 33 verliezers. De simultaangever remiseert tegen Erwin Witteveen (topspeler van Purmerend), Mary de Gaay Fortman (dochter van het Eerste-Kamerlid Bas de Gaay Fortman) en Henk Breeuwsma.
Er is een foto gemaakt van het moment dat Vlastimil Hort bij mijn bord nadenkt. Afgelopen herfst heb ik meegedaan aan een toernooi in de schaaktrein die in Praag vertrekt en aankomt en onderweg Boedapest, Wenen, Trenčín en Kraków aandeed. Vaste eregast en deelnemer is de Tsjechische schaker en tijdens de informele ontvangst heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om de Purmerendse – zwartwitte – foto aan hem te laten zien. ,,Wie is die man die bij jouw bord staat?’’ vraagt hij quasi serieus. In 1983 was hij 39 jaar, nu heeft Vlastimil Hort de leeftijd van een geroutineerde lenteveteraan en er zijn wat kilo’s bijgekomen. Maar de vriendelijke glimlach van ruim dertig jaar eerder heeft hij nog steeds.

 

 

Piet de Haas – Peter van Waert 1-0
Met drie overwinningen op rij heeft Piet de Haas zich na vier ronden bovenaan de ranglijst genesteld. En dat is ook de plaats, waar hij in zijn debuutjaar 2012 aan het einde van het kampioenschap stond. Zijn vijfde opponent is Peter van Waert die met twee winstpartijen en twee remises een half punt achterstand heeft.
Het evenwicht in de topper wordt enigszins aangetast, als wit de kwetsbaarheid van zwarts damevleugel aantoont. Na torenruil op de open a-lijn verovert de Heerhugowaardse lenteveteraan de b-pion. Meteen blijkt de hele stelling van Peter minder solide te zijn. Hij kijkt tegen een achtergebleven pion op d6 aan, zijn zwartveldige loper is ondergeschikt aan de witveldige van Piet die met a2-g8 een mooie diagonaal heeft. De strijd verplaatst zich naar de koningsvleugel, waar de zwarte stukken moeilijk kunnen samenwerken, terwijl de witte een meer harmonisch geheel vormen. Na de slotzet zal de GZ’er een volle toren verliezen.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 f5 5. d3 fxe4 6. dxe4 Pf6 7. 0-0 d6 8. De2 Le7 9. c3 Lg4 10. Pbd2 b5 11. Lc2 0-0 12. a4 Tb8 13. axb5 axb5 14. Ld3 Ta8 15. Txa8 Dxa8 16. Lxb5 Kh8 17. Dc4 Pa7 18. La4 c5 19. Pg5 h6 20. Pe6 Lxe6 21. Dxe6 Pc8 22. Lc2 Ph7 23. Pc4 Tf6 24. Dg4 Pg5 25. h4 Pe6 26. g3 Lf8 27. Td1 Dc6 28. Pe3 De8 29. Pd5 (zie diagram) Tg6 30. Df3 Pe7 31. h5 Pg5 32. Dg2 Te6 33. Pc7 Dxh5 34. Lxg5.

 

 

 

 

 

Jan Stapel – Frans Vlugt ½-½
Net als een jaar geleden in de zesde ronde maken Jan Stapel en Frans Vlugt er een partij met een zinderend eindspel van. Toen deden de twee 61 zetten, nu is het er eentje meer. Ze zijn op deze vijfde woensdagmiddag rond de klok van half zes als enigen nog bezig in de theaterzaal.
Jan – ditmaal met wit – geeft zijn c-pion voor een ontwikkelingszet, waarop de Edammer besluit iets te doen met zijn pionnenmeerderheid op de damevleugel. Hij geeft de c-pion terug en heeft al na elf zetten vrijpionnen op a5 en b4. De lenteveteraan van Aartswoud zorgt voor een degelijke verdediging, waardoor de dreiging op die flank nihil is. Op weg naar de eerste tijdcontrole voeren de witte koning en de zwarte dame twee keer een dansje uit (Kf2 Dh4+, Kg1 Dg5), maar langzamerhand wordt de druk op de witte stelling opgevoerd. De partij kantelt, als Frans te lang wacht met het doorschuiven van zijn vrijpionnen. Jan neemt het initiatief over met vrijpionnen op c5 en d5 als wapens. Terwijl de seconden wegtikken, maken de twee toppers het elkaar niet gemakkelijk. Ze moeten aanvallen en verdedigen tegelijk. Zo offert zwart na een eigen schaakzet een toren om het promotiegevaar te verijdelen. Wit staat gewonnen, maar na enkele scherpe zetten van de Volendam-routinier waarmee hij de toren terug wint, is het materiële en positionele evenwicht opeens hersteld. Dan hebben ze samen amper een minuutje over.


1. d4 d5 2. Pf3 c6 3. c4 e6 4. Pc3 dxc4 5. a4 Lb4 6. e3 b5 7. Ld2 a5 8. axb5 Lxc3 9. Lxc3 cxb5 10. b3 Lb7 11. bxc4 b4 12. Lb2 Pf6 13. Ld3 0-0 14. 0-0 Pbd7 15. Te1 Pe4 16. Pd2 f5 17. f3 Pxd2 18. Dxd2 Dc7 19. Tec1 Kh8 20. Lc2 Dd6 21. Lb3 Tfc8 22. Dd1 De7 23. Ta2 Pb6 24. c5 Pd5 25. De1 Dg5 26. Kf2 Dh4+ 27. Kg1 Dg5 28. Kf2 Lc6 29. Td1 Dd8 30. La4 Ta7 31. Kg1 Dg5 32. Kf2 Dh4+ 33. Kg1 Dg5 34. Kf2 Dd8 35. Kg1 f4 36. e4 Pe3 37. Lb3 Tca8 38. Tc1 Dd7 39. Ld1 Tb8 40. g3 Pxd1 41. Txd1 La4 42. Td2 Lb3 43. Ta1 a4 44. d5 exd5 45. exd5 (zie diagram) a3 46. Le5 Te8 47. gxf4 Dh3 48. Df2 Td7 49. d6 Te6 50. c6 Tg6+ 51. Kh1 Tdxd6 52. Lxd6 Le6 53. Lxb4 a2 54. c7 h5 55. Td8+ Kh7 56. c8D Lxc8 57. Txa2 Lb7 58. Td3 Tc6 59. Tad2 Tc1+ 60. Td1 Txd1+ 61. Txd1 Lxf3+ 62. Kg1 Lxd1.

 

 

 

Piet Kuijs – Peter Holscher 0-1
Aan strijdlust geen gebrek in deze vijfde ronde, want ook Piet Kuijs en Peter Holscher gaan er volop tegenaan. Ze brengen een interessant middenspel op het bord, waarin wit Horowitz-lopers (lopers naast elkaar, altijd gevaarlijk) heeft en de lenteveteraan uit Zwaag over twee paarden beschikt. De zwarte dame danst hier even met de zwartveldige Castricumse loper met een zwarte pion op d5 als middelpunt. Die wordt wat later een achtergebleven pion en voor wit aantrekkelijk als aanvalsdoel. Hij krijgt echter een plotselinge kans op de andere flank, als Peter de verdediging van h7 opgeeft en ineens verloren staat. Maar rond de eerste tijdcontrole voert Piet een minder sterk aanvalsplan uit, waardoor zwart uit zijn precaire positie kan ontsnappen. Met als donderslag bij heldere hemel dameverlies voor de witspeler. Na torenruil nota bene veroorzaakt door het zwarte paard dat eerder een verliesgevende sprong heeft gemaakt en nu de toren steunt die de vorstin aanvalt. En zo krijgt de tweede Piet-Peter-partij een andere uitslag dan de eerste.


1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 c5 5. Ld3 Pc6 6. Pge2 b6 7. 0-0 0-0 8. a3 Lxc3 9. Pxc3 Lb7 10. b3 d6 11. Lb2 De7 12. dxc5 bxc5 13. De2 Tab8 14. Tfd1 Pe5 15. Lc2 La6 16. Pb5 Lxb5 17. cxb5 Pg6 18. a4 Tfd8 19. Td2 d5 20. La3 Dc7 21. Tad1 Tbc8 22. Lb2 De7 23. La3 Dc7 24. Lb2 Pe5 25. h3 Ped7 26. Tc1 Db8 27. Lb1 e5 28. Tdc2 d4 29. exd4 exd4 30. Tc4 Te8 31. Dc2 Tcd8 32. La3 Pe4 33. f3 Pc3 34. Dxh7+ (zie diagram) Kf8 35. Dh8+ Ke7 36. Te1+ Kd6 37. Txd4+ Kc7 38. Txd7+ Kxd7 39. Lf5+ Kc7 40. Dh4 Txe1+ 41. Dxe1 Td1.

 

 

 

 

Ton de Veij – Jan Brink ½-½
In zijn debuutjaar 2013 leverde Ton de Veij een uitstekende prestatie door oud-kampioen Peter Holscher in de vierde ronde te verslaan en de remise tegen Jan Brink, ook een oud-kampioen, mag er eveneens zijn.
Wit komt met ontwikkelingsvoorsprong uit de opening, maar de Purmerender gaat mee in een grote afruil en zijn voordeel verzandt. Na negentien zetten doen alle torens nog mee plus de witveldige lopers en met zes pionnen elk ziet de stelling er remise-achtig uit. Beiden kunnen op de vleugel waar ze een pionnenmeerderheid hebben, niet veel uitrichten en na enkele zetten wordt ‘½-½’ op het notatieformuler geschreven.


1. Pc3 g6 2. e4 Lg7 3. d4 d6 4. Pf3 c6 5. Lc4 e6 6. 0-0 d5 7. Lb3 Pf6 8. e5 Pfd7 9. Le3 a6 10. Pe2 c5 11. dxc5 Pxe5 12. Pxe5 Lxe5 13. Ld4 Df6 14. f4 Lxd4+ 15. Dxd4 Dxd4+ 16. Pxd4 Ld7 17. c4 dxc4 18. Lxc4 Pc6 19. Pxc6 Lxc6 20. Tfd1 Td8 21. Kf2 Ke7 22. g3 a5 23. Ke2 La4 24. b3 Lc6 25. a3 Txd1 26. Txd1 Tc8 27. Tc1 Tb8 28. Tc3 Ta8 29. Te3 h5 30. Kd2 Td8+ (zie diagram).

 

 

 

 

 

Tom Adriaanse – Hans Leeuwerik ½-½
Aanhaken met de subtoppers staat op het spel in de partij van Tom Adriaanse en Hans Leeuwerik en de twee doen met hun zinderend eindspel niet onder voor Jan Stapel en Frans Vlugt die op de tafel naast hen bezig zijn.
Na een spectaculaire ruil in het vroege middenspel gaan Tom en Hans verder met de torens, een paard en de zwartveldige loper. Wit heeft een isolani op d5 en die blijft daar niet lang staan. Er volgt weer een flinke afruil, waardoor na twintig zetten een toreneindspel is bereikt met een pion meer voor zwart.
Met actieve zetten verdedigt Tom zich hardnekkig, waarbij hij torenruil uit de weg gaat. Toch schuiven op de damevleugel drie Castricumse pionnen beetje bij beetje op. Beide spelers zijn in de tweede tijdfase beland, al heeft Hans dan wel een overwicht. Hij kiest aanvankelijk voor het instandhouden van zijn pionnenmeerderheid. Als de Helderse koning oprukt naar het centrum, creëert zwart een vrijpion op c2 die de MSC’er met zijn toren op c1 nog net kan tegenhouden. Omdat beide vlaggen enigszins beginnen te wapperen, kiezen de twee voor het halve ei in plaats van de lege dop.


1. e4 d5 2. exd5 Pf6 3. d4 Lg4 4. Pf3 Dxd5 5. Le2 Pc6 6. 0-0 e6 7. Le3 Le7 8. c4 Dd7 9. Pc3 0-0 10. Tc1 a6 11. d5 exd5 12. cxd5 Pb4 13. Pe5 Lxe2 14. Pxd7 Lxd1 15. Pxf6+ Lxf6 16. Tfxd1 Tfd8 17. Ld4 Pxd5 18. Pxd5 Txd5 19. Lxf6 Txd1+ 20. Txd1 gxf6 21. h4 Kf8 22. Td5 Te8 23. Kf1 Te5 24. Td2 Ke7 25. f4 Te4 26. g3 f5 27. Kf2 c6 28. Kf3 Te6 29. Tc2 Kd6 30. Td2+ Kc7 31. Kf2 Te4 32. Kf3 h5 33. Kf2 Te7 34. Kf3 Td7 35. Te2 Td3+ 36. Kf2 Kd7 37. Te5 Td5 38. Te2 c5 39. Kf3 c4 40. Tc2 b5 41. Te2 b4 42. Tc2 Td3+ 43. Ke2 (zie diagram) Td4 44. Ke3 Te4+ 45. Kf3 Kc6 46. Td2 Te7 47. Td4 Kc5 48. Td8 Tc7 49. Ke3 Kc6 50. Kd4 Kb7 51. Ke5 c3 52. bxc3 bxc3 53. Td1 c2 54. Tc1 Tc5+ 55. Kf6 Tc3.

 

 

 

Wim Nieland – Peter Roggeveen 0-1
Er komt dit jaar een andere kampioen. Die kans was al aanwezig na vier remises van lentetitelverdediger Wim Nieland, maar door zijn nederlaag tegen herfstveteranenkampioen Peter Roggeveen is een topplaats voor hem onhaalbaar geworden.
In 2014 waren ze de enigen met een score van honderd procent na twee ronden. Een spectaculaire topper, met Peter als witspeler, kreeg toen geen winnaar. Op deze vijfde woensdagmiddag geeft de ZSC’er de kwaliteit om een gepende loper op e2 dubbel aan te vallen. Wit denkt vervolgens een paard op e2 te pennen, maar na een tussenschaak en geforceerde ruil beginnen beiden aan een eindspel van een witte toren contra paard met loper. Peter kan snel alle stukken mobiliseren om de stelling te controleren. Hij houdt een vrijpion op d5 tegen, zijn koning is veel actiever dan de Egmondse monarch en de witte toren zit gevangen op de a-lijn. Zwart ruimt alle pionnen op de koningsvleugel op, waarna de Zaanse vorst zich kan concentreren op één taak: meehelpen de overige pionnen te elimineren. Zo ver laat Wim het niet komen.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. f4 Lg7 5. Pf3 0-0 6. Ld3 Pc6 7. a3 Lg4 8. Le3 e5 9. dxe5 dxe5 10. Le2 exf4 11. Dxd8 Taxd8 12. Lxf4 Tfe8 13. h3 Lxf3 14. gxf3 Ph5 15. Lxc7 Td7 16. Lh2 Lh6 17. Pd5 Txd5 18. exd5 Pd4 19. Kf1 Pxe2 20. Te1 Peg3+ 21. Lxg3 Pxg3+ 22. Kg2 Txe1 23. Txe1 Pf5 24. Te8+ Kg7 25. Kf2 Lc1 26. Tb8 b6 27. Tb7 Lxb2 28. Txa7 Kf6 29. f4 Ld4+ 30. Kf3 Lc5 31. c4 Pd6 32. Ta4 Kf5 33. Ta7 Kf6 34. Ta4 h6 35. Kg4 g5 36. h4 gxh4 37. Kxh4 Kf5 38. Kh5 Kxf4 39. Kxh6 Ke4.

 

 

 

 

Maarten de Haas – Gerrit Roos ½-½
Maarten de Haas wacht nog op zijn eerste overwinning. Ook tegen lenteveteranendebutant Gerrit Roos lukt het de Heerhugowaarder niet het volle punt bij te schrijven.
Beiden zoeken snel naar aanvalskansen, waardoor de rokade voorlopig uitblijft. Wit heeft zijn pionachterstand weggewerkt op h7, waarna de zwartspeler voor de lange variant kiest. Wit rokeert helemaal niet; in een toreneindspel met lopers van ongelijke kleur doet de koning op de 31e zet de eerste pas.
Dan zit er al niet veel meer in dan remise. Op de damevleugel staan van elk drie pionnen tegenover elkaar, Maarten heeft verbonden pionnen op f2 en g3, Gerrit losse pionnen op e7 en g5. Na torenruil bestrijkt zwart met zijn pionnen bijna de hele vierde rij en lijkt zijn opponent wat gedrongen te staan. Als er twee pionnen worden geruild, krijgt de Heerhugowaard-speler voldoende lucht om zijn vierde halfje veilig te stellen.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Lg5 Lg7 5. e5 dxe5 6. dxe5 Dxd1+ 7. Txd1 Pg4 8. Pd5 Lxe5 9. Pf3 Ld6 10. h3 f6 11. hxg4 fxg5 12. Pxg5 Lxg4 13. Td4 Lf5 14. Pe3 Ld7 15. Tdh4 Pc6 16. Pxh7 0-0-0 17. Pg5 Txh4 18. Txh4 Tf8 19. Pf3 Pe5 20. Le2 c6 21. Th6 Tf6 22. Pxe5 Lxe5 23. Pg4 Lxg4 24. Lxg4+ Kc7 25. c3 Lf4 26. Th7 Ld6 27. Th3 Tf4 28. Le2 g5 29. Tf3 Ta4 30. a3 Lf4 31. Kd1 Te4 32. g3 Ld6 33. Ld3 Te5 34. Tf5 Td5 35. Txd5 cxd5 36. Ke2 e5 37. Lg6 Kc6 38. Lf7 a5 39. Le8+ Kc5 40. La4 b5 41. Lb3 Kc6 (zie diagram) 42. g4 e4 43. a4 b4 44. f3 Lf4 45. fxe4 dxe4 46. cxb4 axb4 47. Lc4 Kc5 48. b3 Kd4 49. Le6 Lc7.

 

 

 

Jan Rot – Aart Strik 1-0
Wat voor Maarten de Haas geldt, is ook op Aart Strik van toepassing. Wanneer komt de eerste overwinning? Met hun rokades geven de competitieleider van de Noordhollandse Schaakbond en Jan Rot aan wat hun bedoelingen zijn. Zwart kiest voor de korte versie, wit beantwoordt die met de lange. Uiteraard probeert Aart druk te geven op de damevleugel, maar daar komt weinig van terecht. Hij verliest zijn d-pion en kan niet doorzetten.
Er is ondertussen het een en ander geruild en met toren plus loperpaar tegenover toren met paard en loper lijkt zwart stand te kunnen houden. De lichte stukken gaan van het bord en de aanwezigheid van vier losse pionnen maakt het er voor Aart niet gemakkelijker op. De stelling van Jan is solide en zelfs winstgevend, als hij zwarts c-pion verovert en zo op beide flanken twee verbonden pionnen heeft.


1. e4 e5 2. Pc3 Pf6 3. d4 exd4 4. Dxd4 Pc6 5. Da4 Lc5 6. f3 De7 7. Lg5 De5 8. f4 Dd4 9. Dxd4 Lxd4 10. Lxf6 Lxf6 11. Pd5 Ld8 12. Pf3 d6 13. h3 0-0 14. 0-0-0 a5 15. Lc4 Pa7 16. Pc3 Tb8 17. a4 Le6 18. Le2 f6 19. Pd4 Lf7 20. The1 c6 21. Pf5 Pc8 22. g3 g6 23. Pxd6 Pxd6 24. Txd6 Le7 25. Tdd1 Lc5 26. Tf1 Tfd8 27. Kb1 Td4 28. Txd4 Lxd4 29. Lf3 Lc4 30. Le2 Lf7 31. Ld3 b5 32. Pe2 Lc5 33. axb5 cxb5 34. Pc3 (zie diagram) Lc4 35. Lxc4+ bxc4 36. Ka2 Td8 37. Td1 Te8 38. Td2 h5 39. Te2 Td8 40. Pd5 f5 41. Pf6+ Kf7 42. Ph7 Le7 43. exf5 gxf5 44. Pg5+ Lxg5 45. fxg5 Td4 46. h4 Tg4 47. Te3 f4 48. Tf3 Txg3 49. Txf4+ Kg7 50. Txc4 Tg4 51. Kb3 Kg6 52. Kc3.

 

 

 

Dirk Lont – Wim Driessen 1-0
Een jaar geleden kwamen Dirk Lont, toen debutant in de theaterzaal, en Wim Driessen tegen elkaar uit in groep B. De speler van Caïssa-Eenhoorn zegevierde in de derde ronde en zou met een score van 6½ punt (Piet Zegers hield hem op remise) uit zeven partijen een ijzersterke winnaar worden en promoveren.
Op basis van zijn rating is de Heerhugowaarder een platform hoger ingedeeld en treft in de vijfde ronde zijn rivaal van toen in een duel, waarin de inzet is om uit de onderste regionen te geraken. Na negen zetten staat er een bijna synchrone stelling op het bord. Er volgt een afruil met als resultaat dat er geïsoleerde pionnen op d4 (wit) en d5 (zwart) zijn. Ten faveure van een aanvalszet geeft Dirk de verdediging van zijn pion op. Hij heeft dan iets meer dan twee minuten over voor elf zetten. Met nog 33 seconden voor zeven zetten voert hij met de dame de druk op. Meteen valt de beslissing. Wim ruilt de torens op de e-lijn, waardoor die in bezit komt van de witspeler. Na een paardschaak mist hij een mat op e7.


1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3 c5 4. e3 Pc6 5. Pf3 Pf6 6. a3 a5 7. Le2 Le7 8. 0-0 0-0 9. h3 Tb8 10. Db3 Pe4 11. cxd5 Pxc3 12. Dxc3 cxd4 13. exd4 exd5 14. Lf4 Ta8 15. Ld3 Lf6 16. Tad1 Le6 17. Lb1 Tc8 18. Dd2 Dd7 19. Lg5 Lxg5 20. Pxg5 Lf5 21. Tfe1 Lxb1 22. Txb1 Df5 23. Tbc1 Tfe8 24. Pf3 Kf8 25. Kf1 Te4 26. Pe5 Txd4 27. Dc3 Te4 28. Dc5+ Pe7 29. Dd6 (zie diagram) Txe1+ 30. Txe1 g6 31. Pd7+ Ke8 32. Dxe7#.

 

 

 

 

 

Gerard Kuijs – Karel Keesman 0-1
Met drie nullen en een reglementaire winstpartij gaat het Karel Keesman nog niet voor de wind. Opvallend is dat hij tijdens de kampioenschappen in oneven jaren minder successen boekt dan bij de evenementen in even jaren.
Vorig seizoen verloor Gerard Kuijs in de vierde ronde van de Heerhugowaarder, nadat hij goed uit de opening was gekomen. Geen reden om die eerste fase van de partij te veranderen en dat doet de lenteveteraan van schaakclub Castricum dan ook niet.
Aan het einde van de opening pakt zwart echter toch positioneel voordeel. Een naar e4 doorgeschoven pion en actieve stukken in de buurt belemmeren wit in zijn bewegingen. Een zwart paard op d3 maakt het er voor Gerard niet beter op en de druk op zijn stelling wordt groter en groter. Dat blijkt na de 28e zet, als vier witte stukken op de eerste rij staan en niet kunnen samenwerken. Wit sputtert nog wel enige tijd tegen, maar met geduldig spel laat Karel de winst niet glippen en heeft hij zijn eerste echte zege van dit kampioenschap te pakken.


1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. c3 d5 4. exd5 Dxd5 5. Pa3 e6 6. Le2 Pf6 7. 0-0 Le7 8. Pc2 0-0 9. Pe3 Dd6 10. Dc2 e5 11. Pf5 De6 12. Pxe7+ Dxe7 13. h3 e4 14. Ph2 Lf5 15. Da4 Tfd8 16. b3 a6 17. Td1 Pd5 18. Pf1 Pf4 19. Te1 b5 20. Da3 Pxe2+ 21. Txe2 Pe5 22. Pg3 Lg6 23. Db2 Pd3 24. Dc2 Dh4 25. Dd1 f5 26. Df1 Te8 27. a4 f4 28. Ph1 b4 (zie diagram) 29. Kh2 Tad8 30. g3 Df6 31. Tb1 fxg3+ 32. Pxg3 Df4 33. Kg1 h5 34. Dg2 h4 35. Pf1 Lh5 36. Te3 Td6 37. Ph2 Tg6 38. Pg4 Lxg4 39. Tg3 hxg3 40. fxg3 Lf3 41. Kh2 Lxg2 42. gxf4 Tf8 43. Lb2 Txf4 44. cxb4 Tf2 45. Ld4.