Beslissingen, verloting, prijsuitreiking en afscheid

Door: Co Buysman

 

Sinds 2007 doe ik mee aan het lenteveteranenkampioenschap en in de voorgaande acht evenementen heb ik geen enkele keer tegenover een vertegenwoordiger van schaakclub Bergen gezeten. En nu tweemaal. Eerst tegen Harry Peters en op deze laatste woensdagmiddag tegen Martin Duinmaijer. Zij zijn in ‘onze’ historie ook de enige Bergen-spelers die in het voorjaar de reis naar Hoorn maken.
Bergen is de plaats van de roemruchte Koningsclub die voor veel opschudding in het Noordhollandse schaakleven heeft gezorgd. Maar Bergen is vooral de plaats van het in 1958 opgerichte Bergen dat overigens niet de eerste schaakclub in het kustdorp is. Voor de Tweede Wereldoorlog waren de schaakliefhebbers actief bij De Pion.
Van Bergen heb ik het schitterende jubileumboek ‘Een halve eeuw bedenktijd’. Ach, had ik maar zoveel tijd tegen Martin, dan was die zinderende partij voor mij wellicht beter afgelopen. Tijd speelt geen rol op donderdag 13 september 2007. Dan gebeurt op de clubavond iets onwaarschijnlijks, in het boek prachtig beschreven door Sjaak Pielaet. Ruud Brouwer is een schaakvriend van hem, die in 1972 bij Bergen is gestopt en tien jaar later naar Nieuw-Zeeland verhuist. In 2007 komt Ruud over naar Nederland voor familie- en zakelijk bezoek en Sjaak biedt hem onderdak aan, als zijn oud-clubgenoot in de buurt van diens geboortestad Alkmaar wil verblijven. Ze hebben elkaar dan 35 jaar niet meer gezien.
Ruud Brouwer heeft de in 1786 gedrukte ‘Bekwaame Handleiding tot het Edele Schaakspel’ meegenomen. Hij heeft het boek eens gekregen van een bejaarde schaakvriend en clubgenoot bij het Amsterdamse Caïssa. Een plaats in Nieuw-Zeeland lijkt hem niet de meest toepasselijke om het te bewaren en hij vindt Sjaak Pielaet er veel geschikter voor. Sjaak op zijn beurt zal het niet veel later aan het Max Euwe-Centrum schenken, omdat hij vindt dat zoveel historie in een museum of museumachtige omgeving thuis hoort.
Op die bewuste donderdag gaan Ruud en Sjaak naar de clubavond. Toevallig is daar een bezoeker aanwezig: Jaap van Velzen. Jaap is lid van Caïssa – de vroegere vereniging van Ruud Brouwer – en op vakantie in Bergen. Hij wil graag een partijtje spelen en het spreekt voor zich dat hij in de speelzaal achter het bord mag plaatsnemen. Sjaak Pielaet houdt een korte toespraak en stelt beide gastschakers voor aan de leden van Bergen. Vlak voordat Jaap zijn eerste zet wil doen, kijkt hij nog even in het oude, historische boek. En ziet de naam van de auteur: Petrus Lievens Kersteman. ,,Dat is … een familielid … van mijn vrouw’’, stamelt hij. ,,Zij heet ook Kersteman.’’
Alle aanwezigen vallen stil; dit hebben ze nog nooit meegemaakt. Op die donderdagavond in 2007 keert een oud-clubgenoot voor even terug bij Bergen. Met een boek van ruim tweehonderd jaar oud, waarvan de schrijver familie is van een schaakliefhebber die als vakantieganger toevallig langskomt. ,,Hier rest slechts opperste verbazing’’, besluit Sjaak Pielaet zijn verhaal.
Een andere vorm van verbazing maakte zich onlangs van mij meester. Ik onderzoek de schaakgeschiedenis van Hoorn, Westfriesland en het NHSB-gebied en de oudste Hoornse bron komt uit 1819. ,,Verder zal ik wel niet komen’’, was mijn eerste gedachte na die vondst. Schaken in Nederland immers begint pas vanaf 1803 enige betekenis te krijgen en dan met name in de grote, westelijke steden. Maar de zoektocht door oude krantenpagina’s – hulde aan alle mensen die ze hebben gedigitaliseerd – brengt me bij de Oprechte Haerlemse Courant van zaterdag 8 december 1764, waarin de volgende advertentie staat:
,,Proeven van het Schaak-Spel, waarin eenige Regels aan de hand gegeeven worden om het wel te Speelen en Voordeel te doen door Fyne en Subtiele Zetten, die men de Geheime van het Spel kan noemen, verklaard door honderd Tafelen, of Voorstellingen; in het Frans beschreven door den Heer Philippus Stamma, Geboortig van Aleppo in Syrië; uyt het Frans in ’t Nederduyts vertaald, in 12mo, de Prys is acht Stuyvers. Is gedrukt en thans te bekomen by de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont, op de Reguliers Breestraat t’ Amsterdam, die het zelve Werkje ook reeds hebben verzonden aan de onderstaande Boekverkoopers, by wien ook te vinden is: Den alom reeds bekende en beroemde Almanach van Louw en Krelis. Namentlyk, te Haarlem by J. van Lee, H. van Brussel en van Delden; Leiden Koster, Hoogeveen en Visser; ’s Hage E. de Haan, J. van den Kieboom, J. Klis en de Weduwe O. van Thol en Zoon; Delft J. Kock; Dord Blussé (of Bluffé, CB; Middelburg J. van de Sande en de Weduwe A. L. Callensels (of Callenfels, CB); Rotterdam de Weduwe D. Vis, P. van Bezoyen, P. van den Aak H. Z., D. Vis junior, Maronier en J. Ruysch; Gouda de Vry; Utrecht: Otterloo, van der Weiden, Paddenburg, Broedelet en Kemink; Hoorn Duyn en de Weduwe Beukelman; Alkmaar Hoogland; Edam Stoker; Arnhem Nyhof.’’
Het gaat over ‘l’Analyse du jeu des échecs’, het befaamde leerboek van de sterke Syrische schaker Phillipp Stamma dat in 1764 verkrijgbaar is in Alkmaar, Edam, Haarlem en… Hoorn; in de winkels van Trijntje Duyn en de weduwe van Reinier Beukelman. De grens van oudste Hoornse schaakbron is dus toch weer verlegd.
De zevende woensdagmiddag in de theaterzaal van verpleeghuis Lindendael staat in het teken van de beslissingen, de prijsuitreiking, de verloting en het afscheid. Frits Bouwman, voorzitter van het organisatiecomité, heeft de afgelopen weken in de hoogste groep vooral bloedstollende momenten gezien, partijen waarin tot de laatste seconden voor een goed resultaat werd gestreden. Maar hij bedankt degenen die niet hebben geschaakt, namelijk de gastvrouwen Fonneke, Jolanda en Tiny die een smakelijk presentje krijgen.
Wedstrijdleider Gerard van der Graaf kijkt terug op de plezierige samenwerking met de mensen van Lindendael en de genoten gastvrijheid. Hij overhandigt Sharon Vanschaik een grote doos bonbons die zij in het verpleeghuis zal uitdelen. Even later brengt ze met een ferme gongslag zo’n tachtig lenteveteranen in beweging.

Piet de Haas – Jan Stapel ½-½
Met drie koplopers gaan we de laatste ronde in. Twee van hen, Piet de Haas en Jan Stapel (Frans Vlugt is de derde), zitten tegenover elkaar. Zwart speelt zijn vierde partij in zes dagen. De vrijdagavond ervoor besloot hij tot een dame-offer in de bondswedstrijd ZSC-Saende 3 – Aartswoud 2. Dat leidde tot winst en Jans ploeg veroverde met de 2½-5½ zege de titel in de tweede klasse B. De volgende middag maakte de lenteveteraan van Aartswoud zijn debuut in de landelijke competitie en versloeg in de thuiswedstrijd tegen ZSC-Saende de sterke Robert Boes. Maar maandagavond verloor hij in de slotronde van het Westfries kampioenschap van Peter van der Schee (De Groene Zes, Bovenkarspel).
In dat drukke programma is nog geen remise gevallen en dat gebeurt deze woensdagmiddag. Er komt een Siciliaan met een snelle dameruil op het bord. De zwartspeler heeft een achtergebleven pion op de half open d-lijn. Voor Piet die zijn torens daarop verdubbelt, is het lastig om dat soldaatje aan te vallen. Via een paardruil krijgt Jan een pion op c4 en dat maakt de weg vrij voor een witte vrijpion op de b-lijn. Maar zwart elimineert een verdediger en kan dan die pion ophalen. Op de damevleugel spitst de strijd zich toe op losse pionnen op a2 (wit) en c4 (zwart). Als die worden geslagen, blijft een toreneindspel met een Heerhugowaardse loper en een Lambertschaags paard over. Een goed moment om tevreden te zijn met een puntdeling.


1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pb5 d6 6. c4 a6 7. P5c3 Pf6 8. Le2 Le7 9. 0-0 0-0 10. Lf4 Db6 11. Dd2 Dd4 12. Td1 Dxd2 13. Pxd2 Pd7 14. Pf1 Pce5 15. Le3 b6 16. f4 Pg6 17. g3 Tb8 18. Lf3 Lb7 19. Lg2 Tfd8 20. Td2 Lc6 21. Tad1 Tdc8 22. b3 Pc5 23. Ld4 b5 24. cxb5 axb5 25. b4 Pd7 26. Pe2 Pb6 27. Pe3 Pc4 28. Pxc4 bxc4 29. Lc3 h6 30. Pd4 La4 31. Tb1 Lf6 32. b5 Lxd4+ 33. Txd4 Txb5 34. Txb5 Lxb5 35. Txd6 Ta8 36. Td2 Ta4 37. e5 Pe7 38. Td8+ Kh7 39. Le4+ g6 40. Tb8 Lc6 41. Lxc6 Pxc6 42. Tc8 Pe7 43. Tc5 Pd5 44. Le1 Txa2 (zie diagram).

 

 

 

Jan Rot – Frans Vlugt 0-1
De historie van de onderlinge partijen tussen Jan Rot en Frans Vlugt geeft een duidelijk Edams overwicht aan. Uit de voorgaande vier duels veroverde de Volendam-speler 3½ punt en daar komt er nu weer eentje bij. Een belangrijk punt, want daarmee kroont Frans zich tot lenteveteranenkampioen 2015 van de Noordhollandse Schaakbond en krijgt hij een plaats in het rijtje van deelnemers dat meerdere titels heeft gewonnen.
In 2004 legde Frans in het eerste evenement in Hoorn beslag op de eerste plaats. Ook toen won hij als zwartspeler van Jan. Twee jaar later zaten ze in de zevende ronde tegenover elkaar en ging de Edammer op herhaling. Na de remise van 2008 volgde in 2009 een overwinning met wit.
Na drie zetten staat er in deze slotronde al een zwarte pion op h4. In een wat aparte Engelse partij worden vlot de dames geruild en schakelen de twee toppers over op het ontwikkelen van de stukken. Aan beide kanten blijft de rokade uit. Paarden en lopers verdwijnen en in een stelling met elk twee torens, lopers van ongelijke kleur en zes pionnen lijkt de pionnenstructuur van Frans iets beter.
De beslissing valt, als zwart een toren op h5 omspeelt naar b8, waardoor hij met de andere toren op b2 kan binnenkomen. Hij verdubbelt ze op de tweede rij en vormen een sterker koppel dan de torens van Jan op de open c-lijn. Een veelheid aan schaakjes zit er niet in, omdat de zwarte koning tussen de pionnen kan ontsnappen. Dat geldt niet voor de witte monarch. Nog voor de eerste tijdcontrole heeft Frans een mataanval opgezet en krijgt hij een dubbele felicitatie. Voor zijn winstpartij en voor zijn kampioenschap.


1. c4 e5 2. g3 h5 3. Lg2 h4 4. d4 Lb4+ 5. Pc3 Df6 6. dxe5 Lxc3+ 7. bxc3 Dxe5 8. Dd4 Pc6 9. Lxc6 Dxd4 10. cxd4 bxc6 11. gxh4 La6 12. Pf3 Lxc4 13. Tg1 g6 14. Lg5 d6 15. Pd2 Le6 16. Pe4 Tb8 17. Tg3 Lf5 18. Pf6+ Pxf6 19. Lxf6 Th5 20. Tb3 Tb6 21. Tc1 Kd7 22. f3 Le6 23. Ta3 a6 24. Lg5 Th8 25. e4 Thb8 26. Le3 Tb2 27. Txa6 Txh2 28. Taxc6 Tbb2 (zie diagram) 29. Txc7+ Kd8 30. Kf1 Lh3+ 31. Kg1 Tbg2+.

 

 

 

 

Egbert van Oene – Peter Roggeveen 1-0
Peter Roggeveen heeft nog een kleine kans op de eerste plaats, maar dan moet hij wel van Egbert van Oene winnen. En dat gebeurt niet.
Wit kijkt aan het einde van de opening al tegen licht voordeel aan. Zijn opponent mist na de korte rokade dankzij een ruil op f6 zijn g-pion, waardoor de zwartveldige loper een defensieve rol krijgt. Egbert neemt de open d-lijn in bezit en valt meteen de dame aan. Peter kiest voor een aanvallend antwoord en dat pakt verkeerd uit. Te veel Zaanse stukken staan nu op de damevleugel en kunnen de verdediging niet op peil houden. De lenteveteranendebutant van De Waagtoren slaat meteen toe. Hij verovert ten koste van een toren de vorstin en heeft dan winnend spel. Met een score van 4½ punt en een gedeelde vierde plaats maakt Egbert een prachtige entree.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. f4 Lg7 5. Pf3 0-0 6. Ld3 Pc6 7. e5 dxe5 8. dxe5 Pd5 9. Ld2 Lf5 10. Lxf5 gxf5 11. De2 e6 12. 0-0-0 Pxc3 13. Lxc3 De7 14. Dc4 a5 15. a3 Tfb8 16. Td2 Ta6 17. Thd1 b5 18. De2 Taa8 19. Td7 (zie diagram) Dc5 20. Pg5 h6 21. Dh5 Df8 22. Txf7 hxg5 23. Txf8+ Txf8 24. Td7 Tad8 25. Txc7 Pb8 26. Dg6.

 

 

 

 

Jan Brink – Johan Plooijer ½-½
Net als in 2013 houdt Johan Plooijer Jan Brink op remise. Beiden speelden toen in de eerste ronde tegen elkaar en Jan stond zes weken later als kampioen op de hoogste tree van het denkbeeldige ereplatform.
In de tweede partij wordt het evenwicht niet verbroken. Na 24 zetten staan alle pionnen nog op het bord en blijkt dat er geen doorkomen aan is. Er komt na torenruil wel wat ruimte op de damevleugel, maar niet veel later gaan beiden akkoord met een halfje. De lenteveteraan van Het Witte Paard eindigt op de gedeelde vierde plaats en dat is zijn laagste klassering sinds zijn debuut in 2010. Johan komt uit op een mooie score van vijftig procent.


1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Le3 Lg7 5. f3 c6 6. Dd2 b5 7. g4 h5 8. g5 Pfd7 9. f4 Pb6 10. h3 a6 11. Pf3 d5 12. e5 e6 13. Ld3 Lf8 14. Pd1 Pc4 15. Df2 Pxe3 16. Dxe3 Pd7 17. Th2 c5 18. c3 c4 19. Lc2 Le7 20. Ph4 Tg8 21. Df3 Pf8 22. Te2 Ld7 23. a3 a5 24. Pg2 b4 25. axb4 axb4 26. Txa8 Dxa8 27. cxb4 Lxb4+ 28. Kf1 La4 (zie diagram).

 

 

 

 

Tom Adriaanse – Peter van Waert 1-0
Terwijl Tom Adriaanse op regelmatige wijze zijn puntjes meepakt, kent Peter van Waert een merkwaardig eerste kampioenschap. Met twee remises en twee winstpartijen draait hij halverwege het evenement volop mee in de top, maar dan stokt het ritme en drie nullen op rij passen niet bij een speler van zijn klasse. Dat vraagt natuurlijk om revanche in 2016.
Zwart komt niet lekker uit de opening. Een dameschaak wordt beantwoord met 7. … Kf8 en daarmee staat de toren op h8 buitenspel. Het gaat mis vanaf het vroege middenspel. Tom plaatst een toren op de open e-lijn en kan met zijn lichte stukken de druk op de Westfriese stelling vergroten. Niet veel later blijkt dat het uitblijven van de korte rokade de zwartspeler opbreekt. Vrijwel alle Helderse stukken zijn dominanter dan die van zwart die veel materiaal zal verliezen om mat te verhinderen. Daarom strijkt hij na negentien zetten de vlag.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Lc5 4. c3 d5 5. d4 exd4 6. exd5 Dxd5 7. De2+ Kf8 8. cxd4 Lb4+ 9. Pc3 Lg4 10. 0-0 Dh5 11. Te1 Pf6 12. Lxc6 bxc6 13. Dc4 Ld6 14. Pe5 c5 15. Lf4 cxd4 16. Dc6 (zie diagram) Tb8 17. Pb5 Df5 18. Pxd6 Dxf4 19. Dxc7.

 

 

 

 

Ton de Veij – Hans Leeuwerik 1-0
Voor Hans Leeuwerik geldt ongeveer hetzelfde als voor Peter van Waert. Door twee verliespartijen op rij eindigt hij in de onderste helft van de ranglijst. Ton de Veij is met een nederlaag aan dit kampioenschap begonnen, maar blijft daarna ongeslagen en tekent voor een keurige reeks van twee zeges en vier remises. Met zijn overwinning op de Castricummer neemt hij revanche voor de uitslag van een jaar geleden.
Er worden al snel enkele lichte stukken geruild, nadat zwart een pion heeft gegeven voor ontwikkeling. Wits pionnenstructuur op de damevleugel staat wat onder druk en ook een paardvork op de Purmerendse dame en toren (24. … Pd4) ziet er aantrekkelijk uit. Zwart let meer op een dreiging op de zevende rij en kiest voor een andere zet. Ondertussen heeft Ton al een tweede pion veroverd en daar komt dankzij de toren een derde bij. Het paardvork zit nog steeds in de stelling, maar heeft nu geen kans van slagen door een penning op de geopende diagonaal a1-h8. Een gevaarlijk ogende aanval van Hans op de eerste rij kan nog net worden gepareerd en dan heeft wit groot materieel voordeel binnengesleept.


1. Pc3 d5 2. e4 Pf6 3. exd5 Lg4 4. Le2 Lxe2 5. Dxe2 Dd7 6. Df3 c6 7. dxc6 Pxc6 8. Pge2 e5 9. a3 Lc5 10. Pe4 Pxe4 11. Dxe4 0-0 12. 0-0 De7 13. d3 f5 14. Dc4+ Kh8 15. b4 Ld6 16. f4 Tac8 17. Dd5 Tcd8 18. Dc4 exf4 19. Pxf4 Le5 20. c3 Tc8 21. Db3 Tfd8 22. Tf3 g5 23. Pe6 Te8 24. Pxg5 (zie diagram) Tc7 25. Txf5 Ld4+ 26. cxd4 Pxd4 27. Lb2 De3+ 28. Kh1 Tc1+ 29. Tf1 Txa1 30. Lxa1 De1 31. Lxd4+ Te5.

 

 

 

Piet Kuijs – Dirk Lont ½-½
De debuterende lenteveteranen Piet Kuijs en Dirk Lont treffen elkaar in de zevende ronde. Met de remise houden ze hun score van vijftig procent vast en eindigen zo in een grote middengroep. Geen slecht gezelschap in een kwalitatief goed bezet kampioenschap.
Het eerste initiatief is voor de witspeler. Er ontstaat een grappige stelling met vier pionnen – van beide kleuren twee – op de f-lijn en een open g-lijn met de koningen erop. Zwart posteert een loper op g6 als verdediger, maar de druk op zijn verdediging neemt toe. Een curieus moment doet zich voor na de 26e zet. Beide spelers missen dat Piet met een paardschaak op g5 de dame van Dirk kan veroveren. Kort erna worden de zwaarste stukken geruild en gaan ze verder in een toreneindspel met elk zeven pionnen. Niet lang na de tijdcontrole zijn de twee content met remise.


1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. e3 b6 5. Pge2 Lb7 6. a3 Lxc3+ 7. Pxc3 c5 8. d5 d6 9. e4 0-0 10. Le2 exd5 11. exd5 Lc8 12. Lg5 Lf5 13. 0-0 Te8 14. Te1 Pbd7 15. Pb5 Db8 16. Lf3 Txe1+ 17. Dxe1 a6 18. Pc3 Pe5 19. Lxf6 Pxf3+ 20. gxf3 gxf6 21. Pe4 Kg7 22. Kh1 Lg6 23. Dc3 Dd8 24. Tg1 De7 25. h4 h5 26. De3 Kh7 (zie diagram) 27. Df4 Lxe4 28. Dxe4+ Dxe4 29. fxe4 Te8 30. f3 b5 31. cxb5 axb5 32. Te1 Ta8 33. Tc1 Ta4 34. Kg2 b4 35. axb4 Txb4 36. Tc2 Kg7 37. Kg3 Kg6 38. Kf4 f5 39. Tg2+ Kf6 40. Tc2 Kg6.

 

 

 

Gerard Kuijs – Wim Nieland 0-1
Een jaar geleden begonnen Gerard Kuijs en Wim Nieland het lenteveteranenkampioenschap tegen elkaar, nu sluiten ze het evenement tegen elkaar af. De uitslag is hetzelfde: winst voor Wim die afscheid neemt als titelverdediger.
Weer gebruikt zwart zijn g- en h-pion om de stelling van Gerard onder druk te zetten. De Castricumse dame wil meehelpen in de verdediging, maar wordt tot passiviteit op h2 gedwongen. Na de lange rokade kan de Egmondse routinier beide torens betrekken in het offensief. Hij valt op een mooie manier aan. De lichte stukken gaan voorop in de strijd, daarachter gesteund door de dame en de torens. Wits stukken kunnen niet op een goede manier samenwerken om de pressie weg te nemen en vlak voor de eerste tijdcontrole is de matzet in aantocht. Na vijf remises en een verliespartij beëindigt Wim het evenement als regerend kampioen in stijl.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pd4 4. La4 Lc5 5. Pxd4 Lxd4 6. 0-0 Df6 7. d3 Pe7 8. Pd2 h6 9. Pf3 Lb6 10. De2 c6 11. Ld2 d6 12. h3 g5 13. Ph2 h5 14. Df3 Dg6 15. Dg3 f6 16. Pf3 h4 17. Dh2 Ld7 18. c4 0-0-0 19. Ld1 Tdg8 20. b4 g4 21. hxg4 Lxg4 22. c5 dxc5 23. Le3 cxb4 24. Lxb6 axb6 25. Te1 Dh5 26. Te3 Pg6 27. Tb1 Pf4 (zie diagram) 28. Kf1 h3 29. d4 hxg2+ 30. Kg1 Lxf3.

 

 

 

 

Maarten de Haas – Aart Strik 1-0
Voor Aart Strik is het geen succesvolle rentree in groep A geworden. De Breezandse lenteveteraan, in de eerste twee kampioenschappen in Hoorn (2004 en 2005) derde geworden, blijft steken op een remise en een reglementair punt.
In een Spaanse partij brengen Maarten de Haas en de competitieleider van de NHSB een gecompliceerde stelling op het bord. Ze steken er allebei veel tijd in; tot en met de zeventiende zet wordt niets geslagen. Als even later lopers worden geruild, heeft wit ruim een kwartier om de eerste tijdcontrole te halen en zwart vijf minuten minder. Na 24 zetten is de strijd in evenwicht en staan nog steeds alleen de witveldige lopers naast het bord. Op de Heerhugowaardse klok zeven minuten, op die van Aart vijfenhalve. Weer drie zetten later valt de beslissing in het voordeel van Maarten die iets meer seconden over heeft.


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Lc5 4. c3 Pf6 5. d3 0-0 6. Lg5 d6 7. Pbd2 a6 8. La4 b5 9. Lc2 h6 10. Lh4 De7 11. De2 De6 12. Lb3 Dg4 13. h3 Dg6 14. g4 Ph7 15. Lg3 Le6 16. Ph4 Df6 17. Pf5 g6 18. Pe3 Lxb3 19. axb3 Pe7 20. h4 Dg7 21. 0-0-0 a5 22. Kc2 a4 23. b4 Lb6 24. Pb1 f6 25. Pa3 c6 26. f3 Df7 27. Kb1 Tfd8 (zie diagram).

 

 

 

 

En dan is het tijd voor de verloting en de prijsuitreiking. In twee groepen wordt er weer een aanslag op de financiën gedaan. In C eindigen zes spelers op de gedeelde tweede plaats. Hoewel de toernooiprestatierating (TPR) beslissend is voor de eindklassering, krijgen alle deelnemers met hetzelfde puntentotaal een waardebon. Voor vier man moet er extra worden ingekocht en zij krijgen hun prijs per post opgestuurd. Ook in de B-groep is het druk achter de speciale tafel met schaakbord waarmee de prijswinnaars op de foto gaan. Hier zijn vier lenteveteranen gedeeld derde geworden.
Als er een sportiviteitsprijs zou zijn geweest, had Martin Duinmaijer die in ontvangst mogen nemen. In een superspannend eindspel zet ik als zwartspeler een loper op g3, schuin voor zijn pion op h2. ,,Wat doe je nou?’’ vraagt Martin verbaasd. Het is meteen uit, besef ik, en leg uit dat ik net zo verbaasd ben om die loper op g3 te zien staan. Hij moest naar f4. ,,Dan zetten we hem toch op f4’’, zegt Martin en we schaken verder.
Door dat voorval krijgen we gigantisch veel publiek, want Martin en ik zijn als laatsten bezig. Iedereen zit te wachten op de prijsuitreiking die pas tegen zes uur kan beginnen, omdat wij het zo laat maken. Hij behandelt het eindspel van een Bergense toren contra een Hoornse loper, met verder pionnen van beiden op de f- en g-lijn, goed en wint dan ook verdiend. Zijn 70. Txf6 is de laatste zet van het kampioenschap.