Gerard gaat en Gerard komt

Door: Co Buysman


Denkend aan veteranen zie ik honderden deelnemers traag naar IJmuiden en Hoorn gaan,
rijen wijsheid, soms ook grijsheid, als hooge heeren bij de borden staan.
Het is tachtig jaar geleden dat het beroemde gedicht van Hendrik Marsman voor het eerst werd gepubliceerd en ik moet er aan denken, omdat we met het veteranenkampioenschap dit jaar ook van de getallen zijn. In 1987 werd het evenement voor de eerste keer gehouden en dat betekent dat we nu het dertigste seizoen zijn gestart. Er zijn inmiddels twee versies – één in de lente en één in de herfst – en het eerste in IJmuiden was in 2006; inderdaad, tien jaar terug. En daarom zijn we hier in de theaterzaal van het Hoornse verpleeghuis Lindendael op deze tweede woensdag in maart aan het veertigste veteranenkampioenschap begonnen.
Historie gaat samen met verandering. Frits Bouwman, voorzitter van het organisatiecomité, heet alle schakers welkom en neemt meteen afscheid van de naast hem staande wedstrijdleider en mede-organisator Gerard van der Graaf. ,,Vanaf 2004 heeft Gerard aan een toernooi gebouwd dat bijzonder is vanwege het karakter en de sfeer. Die eigenschappen willen we graag vasthouden en met Gerard Groot hebben we een heel goede opvolger gevonden.’’
Frits bedankt de Spierdijkse duizendpoot – die voor de Noordhollandse Schaakbond veel heeft betekend – en vraagt mede-comitélid Aad Laan om een verrassing te presenteren. Met iets fraais loopt Aad een soort ereronde in de theaterzaal en dan blijkt hij de Gerard van der Graaf-wisseltrofee in handen te hebben. Het is een blijvende herinnering aan de inbreng van de nu oud-wedstrijdleider. Elke lenteveteranenkampioen mag die voortaan een jaar in zijn eigen prijzenkast bewaren.
Voor het succesvolle evenement, dat een dikke maand voor de start al uitverkocht was, blijft de naam van Gerard van der Graaf behouden. ,,Er zijn momenten om ergens mee te beginnen, maar er zijn ook momenten om ergens mee te stoppen. Ik heb het al die jaren met verschrikkelijk veel plezier gedaan.’’ En, kijkend naar de naar hem vernoemde trofee: ,,Dit is heel veel eer voor mij.’’
Met Gerard Groot haalt het toernooicomité een zeer ervaren opvolger in huis. Gerard, lid van Caïssa en na de fusie Caïssa-Eenhoorn, is een kleine veertig jaar actief in de schaakwereld. Hij is bestuurslid geweest en heeft een enorme ervaring als jeugdtrainer, arbiter en wedstrijdleider. Tussen de bedrijven door schaakt hij ook nog en bepaald niet onverdienstelijk. In Caïssa-Eenhoorns clubcompetitie versloeg hij vorig jaar onder anderen Fred Avis (nu deelnemer in de hoogste lenteveteranengroep) en dit seizoen was hij te sterk voor goede spelers als Aad Laan, Frans Kragten en Ton van Dijk. Bovendien won hij van Nick Manshanden, een groot Hoorns talent en inmiddels spelend in de landelijke competitie. Gerard zelf draait zijn bondspartijen mee in eersteklasser Caïssa-Eenhoorn 4, waarvan hij teamleider is.
In zijn eerste openingswoord komt Gerard Groot eveneens met een verandering: het speeltempo. Om meer in de pas te lopen met bondswedstrijden en clubcompetities maken de lenteveteranen nu ook kennis met het fenomeen ‘toegevoegde tijd’. Voortaan krijgen zij er bij elke zet dertig seconden bij. Dat houdt overigens wel in dat ze tot het einde moeten blijven noteren. Vanwege die toegevoegde tijd is het speeltempo aangepast. Elke deelnemer krijgt, los van die extra halve minuut per zet, een uur en vijftien minuten voor zijn eerste veertig zetten en daarna een kwartier om de partij af te ronden.
Die informatie krijgt Eric de Jong niet te horen. De lenteveteraan uit Obdam, lid van schaakvereniging Heerhugowaard, heeft zich vanwege een vervelende armbreuk moet afmelden. Vanaf deze plaatsen wensen wij, 88 deelnemers, de gastvrouwen en het comité, Eric een voorspoedig herstel.
Zijn absentie levert de entree op van Jan Barteling die van de reservelijst doorschuift naar het deelnemersveld en dankzij zijn rating meteen in de hoogste groep terecht komt. En dat brengt ons bij een eerste conclusie. Dit kampioenschap zou wel eens het sterkst bezette evenement ooit kunnen zijn. Ik heb de plaatsingslijsten van groep A vanaf 2004, toen voor het eerst in Hoorn werd geschaakt, erbij gepakt en gekeken naar de laagstgeklasseerde. Dat levert het volgende rijtje op:

2004: Bart Schlosser (Castricum)........................ 1672  
2005: Rob ten Have (Caïssa)............................... 1660  
2006: Jan Hettema (Schaakgroep Koedijk)....... 1647  
2007: Peter Couwenhoven (Aartswoud)............. 1665  
2008: Jan Haijer (Caïssa)..................................... 1654  
2009: Thomas Balla (KTV)................................... 1705  
2010: Wim Pool (Castricum)................................ 1633  
2011: Co Buysman (Caïssa)................................. 1686  
2012: Ed Stolp (Vredeburg).................................. 1697  
2013: Co Buysman (Caïssa-Eenhoorn)............... 1653  
2014: Gerard Kuijs (Castricum)............................ 1720  
2015: Gerard Kuijs (Castricum)............................ 1723  
2016: Jan Poland (De Waagtoren)....................... 1741  

Je moet tegenwoordig dus van goeden huize zijn om in de hoogste groep te belanden. Het gevolg is dat ook in groep B steeds sterkere spelers komen. Telde de editie van 2014 twee 1700-spelers en die van 2015 drie, nu zijn dat er liefst zeven, terwijl vier man tegen de grens van 1700 aan zitten. Nog een weetje: van de 22 deelnemers in groep B hebben er zestien de afgelopen jaren een of meerdere keren in groep A gespeeld.
Het wordt langzamerhand tijd om naar de partijen van de toppers te gaan. Maar eerst komt Gerard van der Graaf nog eenmaal officieel in actie. Met een ferme gongslag opent hij de eerste ronde.

Egbert van Oene (1841) – Piet de Haas (2063) 0-1
Egbert van Oene en Piet de Haas gaan op herhaling. Een jaar geleden zaten zij in de eerste ronde ook tegenover elkaar en werd – met oud-kampioen Piet als witspeler – het punt gedeeld. Voor Egbert betekende het het startsein voor een geslaagd debuut dat de vierde plaats in de eindstand opleverde.
In een open strijd geeft wit een pion om de Heerhugowaardse opbouw te ontregelen. Met 10. … Kf8 lijkt dat te lukken, want zwart mag niet meer rokeren en zijn toren op h8 doet niet veel. Het antwoord van Piet is verrassend. Hij laat een paard op g4 in staan, ten faveure van een open h-lijn in combinatie met de dame die de diagonaal naar h2 bezet.
Als Egbert zijn verdediging heeft versterkt, gaat de Alkmaarder alsnog in op het offer en doet zwart aansluitend de kwaliteit in de aanbieding. Wit staat dan een volle toren voor, maar de plus is de passieve waagtoren op a1. De druk op de witte stelling is enorm. De lenteveteranenkampioen van 2012 rondt de partij fraai af. Hij doet zijn tweede paard cadeau (het derde offer in zes zetten) en kan even later de matzet uitvoeren.
   
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d4 exd4 5. e5 Pg4 6. 0-0 d6 7. Lg5 Le7 8. Lxe7 Dxe7 9. exd6 Dxd6 10. Te1+ Kf8 11. h3 h5 12. De2 Ld7 13. Pbd2 Te8 14. Pe4 Df4 15. g3 Df5 16. hxg4 hxg4 17. Ph4 (zie diagram) Txh4 18. gxh4 Pe5 19. Ld3 Pf3+ 20. Kg2 Pxh4+ 21. Kg3 De5+ 22. Kxh4 Dh2+ 23. Kg5 Dh6#.
     
     
     
Paul van Haastert (1975) – Jan Barteling (1835) 1-0
De hoogste groep van dit kampioenschap telt liefst vijf debutanten en twee van hen treffen elkaar in de eerste ronde. Met Paul van Haastert hebben we meteen een kanshebber voor een hoge eindklassering in huis. Hij is hoofdklassespeler geweest bij Watergraafsmeer en VAS/ASC en was nauw betrokken bij de eerste promotie van Het Witte Paard naar de hoogste bondsklasse van Nederland. In het seizoen 1980-1981 droeg Paul met 5½ punt in acht partijen een flinke steen bij aan het grootste succes van de Zaanse vereniging in haar toen 42-jarig bestaan.
Jan Barteling zorgt ervoor dat voor het eerst sinds 2009 Schaakgroep Koedijk weer een vertegenwoordiger heeft op toplenteveteranenniveau. Na Mirza Brzo, Jan Hettema, Willem Punt en Jan Piersma mag hij de eer van de club hooghouden. Jan Barteling liet bij de herfstveteranen in IJmuiden zien zich daar thuis te voelen en werd in groep A met een score van vijftig procent een solide middenmoter.
Beide nieuwkomers maken er meteen een Frans spektakelstuk van. Zwart gaat op pionnenjacht (hij wint er twee), de witspeler geeft ontwikkeling voorrang. Met aanvallend spel voorkomt de Witte Paard-routinier dat zijn opponent kan rokeren, waardoor de zwarte koning kwetsbaar op e8 staat. Door de prima samenwerking van alle witte stukken (dame, torens en loper) kan Jan de stevige druk op zijn stelling niet verlichten. Hij moet rekening houden met een matdreiging op g7 – zijn koning is naar g8 gewandeld – en kan niets tegen het opvoeren van de pressie ondernemen. Paul speelt de attractieve partij met succes uit; in de eindstelling heeft hij een toren meer.
     
1. e4 c5 2. c3 e6 3. d4 d5 4. e5 Db6 5. Pf3 Ld7 6. Ld3 cxd4 7. cxd4 Pc6 8. 0-0 Pxd4 9. Pxd4 Dxd4 10. Pc3 Dxe5 11. Pb5 a6 12. Te1 Db8 13. Pd4 Pf6 14. Pf5 g6 15. Lg5 Dd8 16. Ph6 Lxh6 17. Lxh6 Pe4 18. Lxe4 dxe4 19. Dd4 Tg8 20. Tad1 f5 21. Lg5 Dc7 22. Df6 (zie diagram) Lc6 23. Dxe6+ Kf8 24. Lh6+ Tg7 25. b4 Te8 26. Dc4 Df7 27. Dc3 Kg8 28. Td6 De7 29. Te6 Df7 30. Txe8+ Lxe8 31. De5 De7 32. Lxg7 Dxg7 33. Dxe8+.  
     
     
     
Hans Leeuwerik (1832) – Peter van Waert (1941) 1-0
Het is in de eerste ronde van het lenteveteranenkampioenschap gebruikelijk dat het eerste elftal het opneemt tegen het tweede elftal. Voor de favorieten leveren de elf partijen de volgende resultaten op: vijfmaal winst, vijf remises, één nederlaag. Die laatste komt voor rekening van Peter van Waert.
Net als Egbert van Oene kiest Hans Leeuwerik voor de Max Lange-aanval, waarbij wit een pion offert voor druk op f7. Peter sluit met 5. … d5 de diagonaal naar dat veld af en krijgt positioneel voordeel, als de Castricummer te snel zijn f-pion opspeelt en zijn koning blootstelt aan een dameschaak.
In een spannend middenspel raakt zwart echter zijn initiatief kwijt. Hij komt niet alleen een stuk achter (tegen twee pionnen), Hans heeft dankzij de half open g-lijn een matdreiging. Op een cruciaal moment mist wit de beste voortzetting, maar dat overkomt Peter eveneens. Hij kan toewerken naar een eindspel met dame contra toren, loper en paard en kiest voor een aanval van dame en toren op de witte verdediging. De Westfriese koning kan evenwel een aantal schaakjes niet ontlopen en belandt in een verloren stelling.
     
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Lc4 Pf6 5. e5 d5 6. Lb5 Pe4 7. Pxd4 Lc5 8. Le3 Ld7 9. Lxc6 bxc6 10. f3 Dh4+ 11. Ke2 Pg5 12. De1 Dh5 13. Pd2 0-0 14. g4 Dg6 15. Pf5 Lxf5 16. gxf5 Dxf5 17. Lxc5 Tfe8 18. Kd1 Txe5 19. Dg3 Pe6 20. Tg1 Te8 21. Ld4 Te2 22. Lxg7 Pf4 23. Dxf4 (zie diagram) Txd2+ 24. Dxd2 Dxf3+ 25. Kc1 Te2 26. Lf6+ Kf8 27. Dh6+ Ke8 28. Tg8+ Kd7 29. Td8+.  
     
     
     
Peter Roggeveen (1916) – Karel Keesman (1822) ½-½
Het is al eens geschreven, maar het lijkt erop dat Karel Keesman zijn beste lenteveteranenprestaties levert in de even jaren. In 2011 achttiende, in 2013 twaalfde, in 2015 vijftiende. Daar zetten we 2012 en 2014 tegenover: respectievelijk derde en zesde.
De Heerhugowaarder begint in ieder geval goed door Peter Roggeveen, die een kleine honderd ratingpunten meer heeft, op remise te houden. De vice-kampioen van 2014 versloeg in die editie Karel in de slotronde en moet hem nu een halve revanche toestaan.
In een gesloten partij blijft lange tijd alles op het bord; pas op de zeventiende zet wordt voor het eerst geslagen. Met zestien pionnen kiest zwart voor een ruil van zijn lopers tegen de Zaanse paarden. Als de f-lijn openvalt, verdubbelt Peter zijn torens erop. Eén stel wordt geruild, waarna beiden remise overeenkomen. Er zijn dan ook nergens winstkansen te bespeuren.
     
1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d3 d6 4. g3 Pf6 5. Lg2 e6 6. 0-0 Le7 7. Te1 Dc7 8. c3 0-0 9. Pbd2 Tb8 10. Pf1 e5 11. h3 b5 12. g4 Pe8 13. Pe3 g6 14. Pd5 Dd8 15. Lh6 Pg7 16. Dd2 Le6 17. Pg5 Lxg5 18. Lxg5 f6 19. Lh6 Lxd5 20. exd5 Pe7 21. f4 Db6 22. Kh1 Tfe8 23. Te2 b4 24. c4 Kh8 25. Tf1 Pg8 (zie diagram) 26. Lxg7+ Kxg7 27. fxe5 fxe5 28. Tef2 Tf8 29. g5 Dc7 30. h4 De7 31. Lh3 Txf2 32. Txf2 Tf8.  
     
     
     
Wim Nieland (1822) – Ben van den Bergh (1900) ½-½
Ben van den Bergh is een groentje in Hoorn. Figuurlijk dan, want de op het lentekampioenschap debuterende veteraan van ZSC-Saende heeft een schat aan ervaring. Na twee deelnames in IJmuiden maakt de Zaandammer zijn entree tegen Wim Nieland, de lentekampioen van 2014. In dat jaar legde Ben bij de herfstveteranen beslag op de derde plaats.
Wim heeft in Hoorn drie top 3-eindklasseringen verzameld (bij zes deelnames) en kiest in zijn eerste partij van dit jubileumevenement voor het Schots. Het kost hem een dubbelpion en zwart de rokademogelijkheid. Beiden willen het initiatief, maar de stelling van Ben oogt, nadat hij een centrumpion heeft veroverd, iets degelijker. Er volgt een grote afruil, waarin wit zijn materiële achterstand wegwerkt. Het ontstane eindspel met vier torens, een Egmonse loper en een Zaandams paard ziet er dan gelijkwaardig uit
.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Lc5 5. Le3 Df6 6. Pb5 Lxe3 7. fxe3 Kd8 8. P1c3 Pge7 9. Dd2 a6 10. Pd4 Pe5 11. 0-0-0 d6 12. Le2 Lg4 13. Tdf1 Dg6 14. Pf3 P7c6 15. h3 Le6 16. Pd5 Dxe4 17. Pc3 Dg6 18. b3 Kd7 19. Pd4 Tae8 20. g4 Kc8 21. Tf4 d5 22. Pxc6 Pxc6 23. Pxd5 Lxd5 24. Dxd5 Te5 25. Dxf7 Dxf7 26. Txf7 Txe3 27. Ld3 (zie diagram).  
     
     
     
Frans Vlugt (1889) – Ton de Veij (1815) ½-½
Partijen tussen Frans Vlugt en Ton de Veij beginnen langzamerhand tot de inventaris van veteranenkampioenschappen te behoren. In de theaterzaal van Lindendael nemen ze het vanaf 2010 voor de zevende keer tegen elkaar op.
De eerste twee partijen werden op het herfsttoernooi in IJmuiden gespeeld. Het Hoornse debuut van Ton was in het voorjaar van 2013 en toen bracht Frans de onderlinge score op een 3-0 voorsprong. Daarna houden de twee elkaar in evenwicht. Drie najaarsremises op rij, gevolgd door een halfje in deze eerste ronde.
Ze kennen elkaar goed, zijn lid geweest van dezelfde vereniging (schaakclub Purmerend; Ton speelt daar nog steeds, Frans verdedigt de kleuren van promotieklassedebutant Volendam) en hebben deel uitgemaakt van hetzelfde bondsteam. Maar dat levert geen salonremise op. Het wordt de langste zit in groep A; na half zes accepteert wit een remise-aanbod. In groep D zijn Joop van Nes en Henk de Waal als enigen in de speelzaal dan nog bezig.
Tussen Frans en Ton gaat de strijd lange tijd gelijk op, al komt in het late middenspel de Edamse lenteveteraan iets beter te staan. Na 24 zetten heeft de zwartspeler vier stukken op de achtste rij. Op weg naar een eindspel met dame, toren en lopers van gelijke kleur heeft wit de open d-lijn in handen.
Zwart komt in de problemen, als de aandringende titelverdediger de kans krijgt de zevende rij in te nemen. De Purmerendse loper wordt gepend en moet de verdediging van de c-pion opgeven. Met een afruil wint Frans een tweede pion en zijn winstkansen in het dame-eindspel zijn de vrijpionnen op de a- en b-lijn. Hij kan een van die twee pionnen offeren om de zwarte h4-pion te slaan, maar wil de voorste vrijpion – inmiddels op b6 aangekomen – ondersteunen. Ton verovert de a5-pion en bereikt meteen een remisestelling. Wits dame moet de vrijpion verdedigen en dameschaakjes afweren en met die overbelasting zit er niet meer in dan een half punt.
 
1. d4 Pf6 2. Lf4 d6 3. e3 Pbd7 4. Pf3 c6 5. c3 Dc7 6. h3 e5 7. Lh2 Le7 8. Pa3 b5 9. Pc2 0-0 10. g4 g6 11. Lg2 Lb7 12. 0-0 Tfe8 13. dxe5 dxe5 14. De2 a6 15. Tfd1 Tad8 16. Pd2 c5 17. c4 Lxg2 18. Kxg2 Dc6+ 19. e4 Lf8 20. f3 Pb6 21. Pe3 bxc4 22. Pdxc4 Pxc4 23. Pxc4 Db5 24. Dc2 Db8 25. Txd8 Dxd8 26. Td1 Dc7 27. Dc3 Pd7 28. Td5 f6 29. Dd2 Pb6 30. Pxb6 Dxb6 31. Lg1 Tc8 32. Td7 De6 33. Td5 Tc6 34. Le3 Le7 35. Td7 Lf8 36. Td8 Kf7 37. Dd5 Le7 38. Td7 Tc8 39. Db7 Te8 40. Lxc5 Kf8 41. Lxe7+ Txe7 42. Txe7 Dxe7 43. Dxa6 Kg7 (zie diagram) 44. Dc4 Da7 45. b4 De3 46. Dc2 h5 47. b5 Df4 48. b6 h4 49. Df2 Dc1 50. a4 Da3 51. Dc2 Db4 52. a5 De1 53. Df2 Dxa5 54. Db2 De1 55. Df2 Db4 56. Kf1 Db1+ 57. Ke2 Dc2+ 58. Kf1 Db1+ 59. Kg2 g5 60. Dc5 Db2+ 61. Kf1 Db1+ 62. Ke2 Db2+ 63. Kd1 Db1+ 64. Kd2 Db2+ 65. Kd3.  
     
     
     
Jan Rot (1813) – Dirk Lont (1878) 0-1
Jan Rot is een van de deelnemers die aan alle in Hoorn gehouden veteranenkampioenschappen heeft meegedaan. De routinier van Het Witte Paard kroonde zich in 2008 tot vice-kampioen en legde in twaalf deelnames vier keer beslag op de veertiende plaats. Dirk Lont maakte in 2014 zijn debuut in Lindendael met de eindzege in groep B en werd na de promotie een solide middenmoter. Vorig seizoen tekende hij voor vier remises en één winstpartij, in de vijfde ronde. De winst heeft hij nu al na één woensdagmiddag te pakken.
De zwartspeler komt iets makkelijker uit de opening en zet zijn opponent onder druk. In het middenspel wordt veel geruild, maar de overgebleven stukken (toren en lopers van gelijke kleur) van Dirk staan veel beter dan die van Jan. Hoewel wit zich moet beperken tot verdedigen, is het voor de Caïssa-Eenhoorn-speler even zoeken hoe hij verder kan.
De beslissing valt als op de koningsvleugel enkele pionnen worden geruild. Wits kans op remise is 51. Th5, maar de toren gaat naar de zesde rij. Het biedt Dirk de mogelijkheid om de loper op d2 te nemen. Jans koning slaat terug en belandt op dezelfde diagonaal als zijn toren. Zwart plaatst zijn loper er tussen en heeft meteen een winnend eindspel.
     

1. Pc3 d5 2. e3 g6 3. Pf3 Lg7 4. Le2 Pf6 5. 0-0 0-0 6. Pe5 b6 7. f4 Lb7 8. d4 Pbd7 9. Pxd7 Dxd7 10. a4 c5 11. Lf3 Pe4 12. Pxe4 dxe4 13. dxc5 Dc6 14. Le2 Tad8 15. De1 Dxc5 16. c3 Td6 17. Ta3 Ld5 18. Tf2 Lc4 19. Lxc4 Dxc4 20. Td2 Td3 21. Txd3 Dxd3 22. Dd2 Td8 23. Dxd3 Txd3 24. Kf2 Td1 25. Ta1 f5 26. Ke2 Tg1 27. Kf2 Td1 28. Ke2 Td3 29. Ld2 e5 30. g3 exf4 31. gxf4 Kf7 32. Ta3 Lf8 33. Ta1 Le7 34. Tg1 Lf6 35. Tg2 Ke6 36. h4 Td7 37. Th2 Kd5 38. Kd1 Ke6 39. Kc2 h6 40. Th1 Tg7 41. c4 Tc7 42. b3 Td7 43. Tg1 Kf7 44. Th1 Td3 45. Th2 Le7 46. Th3 a5 47. Th2 Lc5 48. Th3 Ld6 49. Th2 g5 50. hxg5 hxg5 (zie diagram) 51. Th6 gxf4 52. exf4 Txd2+ 53. Kxd2.
 
     
     
     
Jan Brink (1873) – Johan Plooijer (1807) ½-½
Net als drie jaar geleden opent oud-kampioen Jan Brink (winnaar in 2011 en 2013) de lenteveteranenstrijd tegen Johan Plooijer. Toen duurde de partij 63 zetten; ditmaal noteren ze een ietsje minder. Vorig seizoen was Jan Brink – Johan Plooijer een partij uit de slotronde en de eerste vier zetten waren hetzelfde als op deze woensdagmiddag. Wat niet verandert in die drie keren is het resultaat: steeds remise.
In een Pirc worden vlot, op de open d-lijn, de dames geruild. Wit heeft het loperpaar, zwart laat zijn paarden galopperen tussen zijn zeven pionnen. Het is wat zoeken naar de goede velden, maar Jan kan zijn torens op die open d-lijn verdubbelen. Na een afruil blijven er voor een toreneindspel een wit paard en een Alkmaarse loper over.
De zwaarste stukken worden geruild en dan lijkt de witspeler de beste papieren te hebben. Hij wint een pion, maar Johan werkt toe naar een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel en houdt daar een vrijpion op de g-lijn aan over. Die kan alleen ten koste van het paard worden afgestopt en dan resteert een eindspel van drie witte pionnen contra de zwarte loper.
     

1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Le3 Lg7 5. Pf3 0-0 6. Le2 Lg4 7. h3 Lxf3 8. Lxf3 c6 9. g4 e5 10. dxe5 dxe5 11. Dxd8 Txd8 12. 0-0 Pa6 13. a3 Pc7 14. g5 Pfe8 15. Lg4 b6 16. Tad1 Pd6 17. a4 Pa6 18. Le2 Pc7 19. f3 Pe6 20. Pa2 Pd4 21. Ld3 c5 22. c3 Pe6 23. Pc1 Pf4 24. Lxf4 exf4 25. Le2 c4 26. Td5 Tac8 27. Tfd1 Lf8 28. e5 Pb7 29. Txd8 Pxd8 30. Lxc4 Txc4 31. Txd8 Txa4 32. Pd3 Kg7 33. Td7 Kg8 34. Kf2 a6 35. Ke2 Tc4 36. Td4 Txd4 37. cxd4 Le7 38. Pxf4 Lxg5 39. Pd5 Ld8 40. Pb4 a5 41. Pc6 Lh4 42. Kd3 f5 43. Kc4 Kf7 44. Kb5 Ke6 (zie diagram) 45. Kc4 b5+ 46. Kc5 Lf2 47. Pxa5 g5 48. Pb3 h5 49. Pd2 g4 50. fxg4 fxg4 51. hxg4 hxg4 52. Pe4 g3 53. Pxg3 Lxg3 54. Kxb5 Kd5 55. b4.
 
     
     
     
Piet Kuijs (1781) – Piet Reus (1872) 0-1
Piet Kuijs maakte vorig seizoen een goed debuut. Hij behaalde in de hoogste groep een score van vifjtig procent: twee winstpartijen, drie remises, tweemaal verlies. Die kwamen tot stand tegen Jan Brink en Peter Holscher die tijdens de afgelopen tien kampioenschappen samen de helft van de titels in de wacht sleepten.
Piet Reus is in deze editie nieuwkomer. De Andijkse lenteveteraan is een van de toppers bij Schaaklust en was een jaar geleden dicht bij het veroveren van de Westfriese schaaktitel. Pas in een barrage met mede-koploper Lourens van Veelen haakte hij af.
Dat doet hij in zijn eerste partij in Lindendael niet. Nieuwe deelnemers brengen nieuwe ideeën mee en Piet Reus tovert Albins Tegengambiet op het bord; in de theaterzaal zelden gespeeld. Zwart kan zijn d-pion laten opschuiven naar de vierde rij en bemoeilijkt zo een logische ontwikkeling van het spel van Piet Kuijs. De Schaaklust-routinier wint vlot zijn geofferde pion terug en bezorgt zijn opponent met enkele stukken (dame, toren, paard) op de centrale lijnen flinke problemen. De onnatuurlijke stelling blijft de Castricum-schaker parten spelen. Zijn koning is gebonden aan het beginveld om de zwarte pion op e2 (door pionnenruil vanaf de d-lijn gekomen) te blokkeren en het tweemaal op d2 aangevallen paard kan niet weg en moet steeds over twee verdedigers beschikken. Er is geen redding mogelijk. Via de open d-lijn zet zwart een succesvolle mataanval op.
     

1. d4 d5 2. c4 e5 3. dxe5 d4 4. a3 Pc6 5. Pf3 Lg4 6. Dd3 Dd7 7. b4 0-0-0 8. Lb2 Lxf3 9. gxf3 Pxe5 10. Dc2 De6 11. Pd2 d3 12. Dc3 dxe2 13. Lh3 Dxh3 14. Dxe5 Dd7 15. De3 Ph6 16. Lc3 Kb8 17. Tg1 Pf5 18. De4 g6 19. Ta2 Lg7 20. Lxg7 Pxg7 21. Tg5 Pf5 (zie diagram) 22. a4 The8 23. Df4 h6 24. Tg2 g5 25. Dg4 Dd3 26. f4 Db1+.
 
     
     
     
Fred Avis (1859) – Maarten de Haas (1762) 1-0
Na een jaar afwezigheid maakt Fred Avis zijn rentree en viert dat met een overwinning op Maarten de Haas die voor het zevende seizoen naar Hoorn afreist.
De voorzitter van Caïssa-Eenhoorn is een liefhebber van de Trompowsky-aanval en die komt dan ook op het bord. Wit let echter te weinig op zijn verdediging en dat blijkt in het vroege middenspel, als zijn stukken elkaar in de weg staan. Om de dame te redden (die enkele keren slechts één ontsnappingsveld heeft) moet hij de kwaliteit geven.
Vervolgens laat Fred ten faveure van een aanvalszet ook nog eens een loper onbeheerd staan en dan zijn de contouren van een slechte start zichtbaar. Maarten kan met een toren meer naar het eindspel toewerken, maar kiest voor een andere voortzetting en blijft de voorsprong van de loper behouden. Beetje bij beetje verbetert de witspeler zijn stelling en de opmars van de verbonden pionnen op c5 en d6 wordt een serieuze dreiging. Daar verslikt de Heerhugowaardse lenteveteraan zich in. Hij overbelast zijn dame die niet gelijktijdig twee stukken kan verdedigen en verspeelt zijn loper. Als daar kwaliteitsverlies bij komt, kijkt zwart ineens tegen een verloren eindspel aan.
     
1. d4 Pf6 2. Lg5 h6 3. Lxf6 exf6 4. e4 d5 5. exd5 Dxd5 6. Pf3 Lg4 7. Le2 Le7 8. 0-0 0-0 9. h3 Lh5 10. c4 Dd7 11. d5 Lc5 12. Pc3 Te8 13. Te1 a5 14. Db3 Pa6 15. Tad1 Pb4 16. Pb5 Lg6 17. Pbd4 a4 18. Dc3 Pxa2 19. Dd2 Lb4 20. Df4 Lxe1 21. Txe1 Pb4 22. Td1 Pa6 23. Ph4 Pc5 24. Pb5 Txe2 25. Pxc7 (zie diagram) Te4 26. Dg3 Txh4 27. Pxa8 Te4 28. Pc7 Te5 29. f4 Te4 30. d6 Lf5 31. Pd5 Kh7 32. Df2 Pb3 33. Pb6 Dd8 34. c5 Ld7 35. Dc2 De8 36. Pxd7 Dxd7 37. Dxe4+ f5 38. De7 Db5.  
     
     
     
Jan Poland (1741) – Jan Stapel (1853) ½-½
Jan Poland is debutant in Hoorn en debuteert ook in de hoogste groep. Aan het recente herfstveteranenkampioenschap in IJmuiden nam de Alkmaarder deel in groep B en legde toen beslag op de vijfde plaats. Hij kan spreken van een goede start, want remise spelen tegen de vice-kampioen is geen verkeerd resultaat.
In het Nimzo-Indisch komt Jan Stapel iets beter in het middenspel. Er worden drie lichte stukken geruild en zwart krijgt zijn c-pion op de vierde rij. De routinier van De Waagtoren behoudt de controle over de stelling. In snel tempo volgt een afruil, waardoor alleen alle torens overblijven en dan levert het voordeeltje Jan Stapel weinig op. Met zijn koning in het centrum heeft Jan Poland een iets actievere monarch en als de torens door beide spelers op de d-lijn zijn verdubbeld, wordt de vrede getekend.
     

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 b6 5. a3 Lxc3+ 6. Dxc3 Pe4 7. De3 Lb7 8. Pf3 d5 9. cxd5 Lxd5 10. g3 Pd7 11. Lg2 0-0 12. 0-0 Tc8 13. Ld2 Pxd2 14. Pxd2 c5 15. Tfd1 c4 (zie diagram) 16. Dc3 Lxg2 17. Kxg2 Pf6 18. e4 De7 19. Tac1 b5 20. Df3 Tfd8 21. e5 Pd5 22. Pe4 f6 23. exf6 Pxf6 24. Pxf6+ Dxf6 25. Dxf6 gxf6 26. f4 Td6 27. Kf3 Tcd8 28. Ke4 Td5 29. Td2 Kf7 30. g4 h6 31. h3 a6 32. Tcd1.