Noord-Hollandse schakers houden van gezelligheid

Door: Co Buysman


Met een ferme gongslag laat Piet de Haas het NHSB-lenteveteranenkampioenschap 2017 van start gaan. De titelverdediger vertegenwoordigt schaakvereniging Heerhugowaard, de club die voorkomt dat het organiserende Caïssa-Eenhoorn een meerderheid heeft in het 86 mannen en twee vrouwen tellende deelnemersveld.
En dat is voor het eerst sinds 2004, het eerste jaar van het kampioenschap in Hoorn. Vrijwel steeds leverde Caïssa – en na de fusie met HSV De Eenhoorn Caïssa-Eenhoorn – de meeste spelers aan het weer uitverkochte evenement. In dat eerste jaar overigens had Het Witte Paard acht spelers, evenveel als de beide Hoornse clubs Caïssa (zes) en HSV De Eenhoorn (twee) samen.
We kunnen stellen dat het lentekampioenschap leeft. In 2004 meldden zich nog 68 deelnemers, de laatste jaren wordt er nauwelijks reclame gemaakt en een maand voor de eerste zetten is het maximum aantal van 88 bereikt. In de theaterzaal van verpleeghuis Lindendael – lopend door de gangen er naar toe vallen direct de nieuwe deuren van de kamers van de bewoners op – worden 22 schaakclubs vertegenwoordigd en zijn er acht ratinghouders en twee KNSB-leden. Die 22 verenigingen (met tussen haakjes het aantal spelers) zijn: Aartswoud (4), Anna Paulowna (1), Bergen (2), Caïssa-Eenhoorn (10), Castricum (5), De Groene Zes (2), Heerhugowaard (10), Krommenie (1), KTV (2), MSC (3), Oppositie (2), Purmerend (4), Schaakgroep Koedijk (6), Schaaklust (3), De Vennep (1), Volendam (1), Vredeburg (1), De Waagtoren (8), Warmenhuizen’76 (1), Het Witte Paard (7), WSC De Pion (1) en ZSC-Saende (3).
Bij binnenkomst zijn de begroetingen weer hartelijk en van verschillende kanten hoor ik dat veel mede-veteranen hebben uitgezien naar het kampioenschap. De gemoedelijke sfeer speelt een belangrijke rol, zo blijkt. Is die eigenlijk wel eens anders geweest? Van 1832 tot en met 1865 floreerde in Alkmaar het schaakgezelschap Vriendschap en Oefening. De naam is al veelzeggend. En in ’t Vliegend Blaadje (een nieuwsblad uit Den Helder) van woensdag 28 maart 1894 staat een kort verslag over een schaakwedstrijd in het Alkmaarse hotel De Toelast, op 17 en 18 Maart. ,,Deze eerste wedstrijd in Noordholland, benoorden het Y, kenmerkte zich door een bijzondere opgewektheid en voor de spelers, wel allen leden van den Bond, maar aanvankelijk aan elkander onbekend, was deze bijeenkomst op beide dagen aan ’t edele spel gewijd zeer harmonieus.’’
De leiding was in handen van Norman van Lennep, secretaris van de Nederlandsche Schaakbond, en jonkheer Dirk van Foreest en de zestien deelnemers kwamen uit Amsterdam (A. en J. Bleijkmans, J. Vijzelaar), Andijk (M. Veer), de Beemster (Jb. Beets, Klaas de Heer, een der sterkste damspelers van het land en zoon van Aris de Heer), Den Helder (J. Berkhout, S. Kleinbentink, A. Maas, A. van Voornveld), Krommenie (C. Gorter, D. Reijne), Oterleek (T. de Boer), Ursem (S. de Heer) en Wormerveer (J.Bruin, M. Gorter). ,,De prijzen bestonden uit werken op schaakgebied, kunstvoorwerpen en een schilderij in olieverf als 1e prijs.’’
Schaakclub Zaandam viert in 1912 het koperen bestaan. Uit De Telegraaf van woensdag 24 april 1912: ,,Dinsdagavond slaagde ook zeer naar wensch het huishoudelijk feest, waarmede de schaakclub Zaandam de herdenking van haar 12½-jarig jubileum besloot. Er werd weinig gesproken, maar veel geschaakt en nagenoeg alle leden waren present. Het leuke verloop van sommige partijen gaf menigmaal aanleiding tot groote vroolijkheid en er heerschte dientengevolge een opgewekte toon.’’
En in de Purmerender Courant van zaterdag 4 april 1925 lezen we: ,,Dinsdagavond had in het lokaal van den heer J. de Heer de vriendschappelijke ontmoeting plaats tusschen een vijftal spelers van de Dam- en Schaakclub Aris de Heer uit de Beemster en een vijftal spelers uit Purmerend. Voordat men begon, heette de voorzitter, de heer Wempe, de gasten hartelijk welkom en wenschte allen veel succes. Daarna ving de strijd aan, die een gezellig karakter droeg.’’
De laatste krant die we erbij pakken, is de Schager Courant van woensdag 18 november 1936. A-Z heeft – in eigen huis: het Theehuis in het nieuwe wandelpark van Medemblik – zijn eerste vriendschappelijke wedstrijd tegen de Wieringer Schaakclub gespeeld en wint met 11-5. De verslaggever noteert: ,,Hoewel het resultaat van de reis een nederlaag was, kon worden teruggezien op een genotvollen schaakavond. Toen te middernacht de thuisreis werd aanvaard, bleek de stemming onder de Wieringers er dan ook niet het minst onder te hebben geleden.’’
Zo blijken dus de Noord-Hollandse schakers van gezelligheid te houden. En daar is in al die jaren niets aan veranderd. Frits Bouwman, voorzitter van het organiserend comité, begint zijn openingsspeech met de woorden vriendschap, kameraadschap en speeldrift. Wedstrijdleider Gerard Groot ziet veel bekenden, een enkele minder bekende (,,Hoe was de naam ook alweer?’’) en enkele nieuwe deelnemers. Na het vertellen van een paar spelregels – er is geen tijdcontrole meer; het is doorspelen tot een vlag valt, tenzij in een eerder stadium remise wordt overeengekomen of een van de twee de strijd staakt – laat Piet de Haas de gong horen. Een stevig applaus valt hem ten deel.
Opvallend is dat vier van de zes comitéleden tegen elkaar spelen. Secretaris Gerrit van der Hoff is te sterk voor voorzitter Frits Bouwman, maar penningmeester Aad Laan en Ben Zuurveld houden elkaar in een bijzonder spannende partij in evenwicht. Opvallend is ook dat de enige twee vrouwen elkaar treffen. Nel Sasbrink verslaat Jessica Sijs. De 1-0 is de eerste uitslag van dit kampioenschap.

Piet de Haas (2075) – Fred Avis (1842) 1-0
Net als een jaar geleden zitten Piet de Haas en Fred Avis in een vroeg stadium van het lentekampioenschap tegenover elkaar. Toen met dezelfde kleuren in de tweede ronde, nu in de eerste. Het resultaat verandert ook niet. De titelverdediger wint in een vlotte partij.
Dat laatste komt door de opening. Na enkele zetten zijn de contouren van Wilkes-Barre/Traxler zichtbaar, waarbij zwart zich niet druk maakt om het lonken van de witspeler naar veld f7. De Tsjechische priester Karel Traxler (1866-1936) is er mee begonnen, later hebben schakers van een club uit de Amerikaanse plaats Wilkes-Barre (in de staat Pennsylvanië) de variant geanalyseerd. Met een knipoog naar historie melden we nog dat John Wilkes en Isaac Barre Britse parlementsleden waren die de kolonisatie van wat nu Verenigde Staten heet aanmoedigden. Een groep Engelsen stichtte de stad.
Net zo spannend als die tijd van de ontdekkingsreizen door de Nieuwe Wereld was, zo spannend is ook de Wilkes-Barre/Traxler-opening. Met scherp tegenspel staat zwart na zo’n tien zetten een stuk voor. Fred brengt door lang te rokeren zijn koning in veiligheid, maar de strijd op de koningsvleugel blijft onverminderd hevig.
Er is veel druk op het veld f8. Met 18. … Thf8 (,,Een blunder en veel te snel gespeeld, ik was … Pxc3 van plan’’) valt direct de beslissing. Piet heeft de stelling uitstekend doorgrond. Hij kan tijdelijk de dame offeren om met groot materieel voordeel het eindspel in te gaan. Dat wacht zijn opponent niet af.
     
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d3 d5 5. exd5 Pxd5 6. Pg5 f6 7. Pc3 Lb4 8. 0-0 Lxc3 9. bxc3 fxg5 10. Dh5+ g6 11. Dh6 Le6 12. Lxg5 Dd7 13. f4 Pce7 14. Dg7 0-0-0 15. Tae1 Pc6 16. Dh6 Tdf8 17. fxe5 Tf7 18. Lb5 (zie diagram) Thf8 19. Dxf8+ Txf8 20. Txf8+ Pd8 21. Lxd7+ Kxd7  
     
     
     
Piet Reus (1812) – Peter van Waert (1941) 1-0
Sinds vorig seizoen zijn Piet Reus en Peter van Waert ploeggenoten. De Groene Zes (de club van Peter) en Schaaklust (de club van Piet) zijn voor de bondscompetitie een samenwerkingsverband met elkaar aangegaan, waardoor ze nu als De Groene Zes/Schaaklust de NHSB-wedstrijden spelen. Aan de hoge borden brengen de twee routiniers aardig wat punten binnen, maar het lijkt erop dat het Westfriese achttal weer op de tweede plaats beslag zal leggen.
Ook in deze eerste lenteronde zitten ze aan een hoog bord en dat komt door Peters klassering op de plaatsingslijst (tweede). Ter plekke bedenkt hij een opening die zijn opponent toevallig bekend voor komt. Piet heeft in de clubcompetitie van Schaaklust vaak tegen Jaap Gorter gespeeld die vroeger met een variant kwam, waarmee hij aanvankelijk succes had. Toen Piet de finesses doorkreeg, was het over met de winstpartijen van Jaap die er dan ook mee stopte. Maar Piet heeft de opening goed onthouden en profiteert daar tegen Peter optimaal van.
Het gaat om de Mieses-variant van het Schots. Wit schuift zijn e4-pion door en de zwartspeler blijft met een dubbelpion op de c-lijn zitten. Zwart op zijn beurt gooit snel op de koningsvleugel de knuppel in het hoenderhok. Die wordt met de dame en twee lichte stukken onder vuur genomen.
     
Gedurende enige tijd staat een zwart paard op g4 in en Peter brengt dat op h6 in veiligheid. Dan is het snel afgelopen. Het paard kijkt niet langer naar veld e3, waarop Piet na loperruil zijn dame kan posteren. De Andijker f2-pion is uit de penning en de ingesloten zwarte dame kan geen kant op.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pxc6 bxc6 6. Ld3 d5 7. e5 Pg4 8. 0-0 Dh4 9. h3 h5 10. De2 Lc5 11. Pd2 Dg3 12. Pf3 Tb8 13. b3 Ph6 14. Le3 Lxe3 15. Dxe3 (zie diagram) Pg4 16. Dg5.
 
     
     
     
Peter Roggeveen (1919) – Jaap de Berg (1807) ½-½
Met Jaap de Berg heten we een herintreder welkom. De ervaren speler van Het Witte Paard heeft vijf keer aan het veteranenkampioenschap in Hoorn meegedaan met de derde en vierde plaats in 2006 en 2007 als beste eindklasseringen. Hij begint tegen Peter Roggeveen die in zijn debuutjaar 2014 direct vice-kampioen werd en zich altijd in de hoogste regionen heeft gehandhaafd.
In een Franse partij doen de twee niet voor elkaar onder. Wit voltooit iets eerder zijn ontwikkeling en lijkt beter te staan, maar als de meeste lichte stukken zijn geruild en ook alle torens van het bord verdwijnen, is het de vraag of de Zaanse derby een winnaar krijgt. De ZSC’er gaat nog wel dameruil uit de weg, maar even later doet Jaap dat niet. In een eindspel van een witveldige loper voor zwart tegen een paard voor Peter zet de witspeler alle pionnen op de andere kleur en gaan beiden akkoord met remise.
     
1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5 c5 4. Dg4 cxd4 5. Pf3 Pc6 6. Ld3 Pb4 7. 0-0 Pxd3 8. cxd3 h5 9. Dxd4 Ph6 10. Pc3 Ld7 11. Lg5 Pf5 12. Df4 Le7 13. Lxe7 Dxe7 14. Tac1 0-0 15. Pe2 Lb5 16. Dd2 Tfc8 17. Ped4 Pxd4 18. Pxd4 Ld7 19. Txc8+ Txc8 20. Tc1 Dd8 21. Txc8 Dxc8 22. h4 Dc5 23. Dc3 Db6 24. Pf3 Dc6 25. Dxc6 Lxc6 26. d4 Kf8 27. Kf1 Lb5+ 28. Ke1 Ke7 29. Kd2 f6 30. g3 Lc4 31. a3 Lf1 (zie diagram).  
     
     
     
Karel Keesman (1801) – Peter Holscher (1913) 0-1
De laatste deelname van Peter Holscher aan het lenteveteranenkampioenschap was in 2015 en hij speelde zijn eerste partij met zwart tegen… Karel Keesman. Net als twee jaar geleden blijven de twee met hun notatie onder de dertig zetten en weer is de uitslag 0-1.
Al snel trekt zwart, in het bezit van drie veteranentitels, het initiatief naar zich toe. Hij hergroepeert veel lichte stukken op de koningsvleugel en ze staan rond de vijftiende zet klaar om op het juiste moment toe te slaan. Dat komt snel. Peter lokt een verdediger van de loper op f2 weg en na een afruil staat die onbeschermd. Een poging van Karel om onheil te voorkomen mislukt. Met stukverlies in aantocht en een hopeloze defensie staakt hij de strijd.
     
1. d4 d6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 c6 5. Le2 Pd7 6. f4 e5 7. fxe5 dxe5 8. d5 Pgf6 9. Pf3 0-0 10. Le3 Pg4 11. Lg1 f5 12. Pd2 Ph6 13. Lf2 Pf6 14. h3 Pf7 15. Db3 Lh6 16. Lf3 Lxd2+ 17. Kxd2 fxe4 18. Pxe4 Pxe4+ 19. Lxe4 Pg5 20. Lf3 e4 21. h4 exf3 22. hxg5 fxg2 (zie diagram).  
     
     
     
Ruud Adema (1910) – Jan Stapel (1799) 1-0
De hoogste groep van het lenteveteranenkampioenschap telt dit seizoen één debutant. Ruud Adema reist voor de eerste keer naar de theaterzaal van Lindendael en start met een overwinning op Jan Stapel goed.
Ruud is oud-clubkampioen van de vroegere en sterke Alkmaarse schaakvereniging VVV. In 1996 en in 1999 veroverde hij de titel. Zeven jaar later volgt een fusie met ASG en 0-0-0 en ontstaat De Waagtoren, waar hij deel uitmaakt van het eerste bestuur. Momenteel speelt de Egmondse routinier voor de bondscompetitie in het vierde en is teamgenoot van onder anderen Wim Nieland en de in groep B spelende Peter Duijs. Met vijf man is De Waagtoren overigens sterk vertegenwoordigd in de topgroep van dit kampioenschap.
Jan, in 2015 op de tweede plaats geëindigd, speelt al jaren mee op het hoogste lenteveteranenniveau. In het eerste deel van de partij dringt hij Ruud terug. Alle witte stukken staan op de eerste en tweede rij, terwijl die van zwart meer centraler zijn opgesteld. Het gaat om de heerschappij over de damevleugel en als daar meer ruimte komt, krijgt de wit de kans op actiever spel.
Beiden houden lange tijd veel materiaal op het bord. De toon van de strijd begint te veranderen, als Ruud een paard op b7 stalt, op de open b-lijn en tussen de zwarte torens. Hij zet het loperpaar in en door de verbroken verbinding komt de voorste toren van zwart in de problemen: er zijn geen vluchtvelden.
Met een stuk achterstand gaat Jan het eindspel in. Zijn opponent geeft hem geen mogelijkheid om nog ergens een versterking op te bouwen en na een lange zit delft de Aartswoud-routinier het onderspit.
     
1. Pf3 Pf6 2. d4 d5 3. g3 Lg4 4. Lg2 e6 5. 0-0 Ld6 6. b3 0-0 7. Lb2 Pe4 8. Pe1 Pf6 9. Pd2 c5 10. Pef3 Pc6 11. e3 cxd4 12. exd4 Db6 13. Dc1 Tac8 14. a3 Pa5 15. Db1 Lf5 16. Tc1 h6 17. Pe1 Tc7 18. Da2 Tfc8 19. c4 dxc4 20. bxc4 Lf8 21. c5 Db5 22. a4 Dd7 23. Pef3 Pc6 24. Pc4 Pd5 25. Pfe5 Dd8 26. Db3 f6 27. Pxc6 bxc6 28. Lc3 Tb8 29. Da3 Dd7 30. Pa5 Tcc8 31. Le1 Le7 32. Pc4 Td8 33. Td1 Tb7 34. a5 Tdb8 35. a6 Tb3 36. Da4 Lc2 37. Tdc1 Ld3 38. Pa5 T3b5 39. Pb7 (zie diagram) Ld8 40. Td1 Lg6 41. Da3 Kh8 42. Lf1 Lc2 43. Tdc1 Tb3 44. Da2 Pb4 45. Lxb4 Txb4 46. Dxc2 Txd4 47. Td1 e5 48. Td3 Df5 49. Dd2 Txd3 50. Dxd3 Dxd3 51. Lxd3 Le7 52. Lf5 g6 53. Lxg6 Tg8 54. Le4 Tg4 55. f3 Tg5 56. Kf2 f5 57. Lxc6 e4 58. f4.  
     
     
     
Ton de Veij (1795) – Ben van den Bergh (1887) 1-0
Ben van den Bergh is in zijn eerste lenteveteranenkampioenschap als vijfde geëindigd en stuit op Ton de Veij die voor de vijfde keer het zevenwekelijkse ritje van Purmerend naar Hoorn maakt. In een enerverende partij komt een opvallende uitslag tot stand.
De stelling blijft aanvankelijk gesloten, maar wit versterkt zich wel op de d-lijn en dat betaalt zich met pionwinst op de zeventiende zet uit. Het vervolg ziet er echter minder rooskleurig uit. Na dameruil staat een paard op c3 onverdedigd en Ton besluit het maximale eruit te halen. Hij snoept een pion mee, heeft er dan twee meer maar ook een stuk minder.
Zwart vereenvoudigt de stelling met loperruil en beschikt in een toreneindspel over een extra paard. Zijn opponent, in de wetenschap dat hij op beide flanken een pionnenmeerderheid heeft, is handig en creëert een vrijpion op de a-lijn. Ver verwijderd van Bens koning en paard op de g-lijn. Het kost enige tempi om de controle over de stelling te behouden en wit profiteert door zijn overgebleven stukken (koning en toren) optimaal om en tussen zijn actieve pionnen te spelen. Zo wordt het zicht op in ieder geval een half punt verbeterd.
Juist op dat moment lijkt het alsnog verkeerd af te lopen, als Ton zijn monarch in een paardschaak zet en hij twee pionnen verspeelt. Vervolgens verzuimt de Zaandamse routinier om zijn vrijpion op de c-lijn in stelling te brengen. Ondertussen is de witte a-pion gevallen, maar nu wordt de h-pion een geducht wapen. De zwarte koning is naar de damevleugel geschreden om zich over die a-pion te ontfermen en kan niet terug naar de andere flank die door zijn witte collega wordt afgeschermd. Na torenruil blijkt opeens dat promotie van de h-pion niet meer af te wenden is.
     
1. Pc3 Pf6 2. Pf3 g6 3. e4 d6 4. d4 Lg7 5. Le2 0-0 6. 0-0 c6 7. Lg5 a6 8. Dd2 Lg4 9. h3 Lxf3 10. Lxf3 Pbd7 11. Tad1 Dc7 12. Tfe1 Tab8 13. Lf4 e5 14. Le3 b5 15. b3 Tfe8 16. dxe5 Pxe5 17. Dxd6 Dxd6 18. Txd6 Ted8 19. Ted1 Txd6 20. Txd6 Pe8 21. Pxb5 axb5 22. Td2 Pxf3+ 23. gxf3 Lf6 24. Kg2 Td8 25. Te2 Pg7 26. f4 Ld4 27. Lc1 Lc3 28. Te3 Ld2 29. Lxd2 Txd2 30. Tc3 Td6 31. a4 bxa4 32. bxa4 Pe8 33. Kf3 Kf8 34. e5 Te6 35. a5 Pc7 36. Tb3 Ke8 37. Ke4 Kd7 38. f5 gxf5+ 39. Kxf5 Pb5 40. Td3+ Kc8 41. c4 Pc7 42. Tg3 Pe8 (zie diagram) 43. Ke4 Pd6+ 44. Kf4 Pxc4 45. Tg8+ Kb7 46. Tg7 Pxe5 47. Kf5 c5 48. f4 Pc6 49. Txh7 Pd4+ 50. Kg5 Tg6+ 51. Kh5 Tf6 52. Kg5 Tf5+ 53. Kg4 Ka6 54. Th6+ Kxa5 55. Td6 Kb4 56. h4 Kc3 57. h5 Pb5 58. Kxf5 Pxd6+ 59. Kf6 Pe4+ 60. Kxf7 Pd6+ 61. Kg6 Pc8 62. h6 Pe7+.  
     
     
     
Frans Vlugt (1884) – Piet Kuijs (1783) 0-1
In dertien lenteveteranenpartijen – één bordpunt kwam reglementair tot stand – heeft Piet Kuijs twee keer het genoegen van de overwinning geproefd. Beide keren als zwartspeler en in de tweede helft van het kampioenschap. Nu is hij er snel bij.
De strijd komt vlot op gang, als wit het koningspaard opjaagt. Dat belandt na een hoop gespring uiteindelijk op e3 en wordt geruild tegen een loper, maar de jacht heeft ook enigszins het verband uit de witte stelling getrokken. Met enkele geforceerde zetten kan Frans de schade beperkt houden, hoewel hij een pion heeft verloren.
Ten faveure van een aanval met torens op de koningsstelling offert de lenteveteranenkampioen van 2015 twee pionnen. Hij gooit er zelfs de kwaliteit tegenaan. De dames worden geruild alsmede van elk een toren. Piet kan in het eindspel een toren inzetten, zijn opponent heeft een paard en beide witveldige lopers staan nog op het bord. Bovendien wil de Volendam-speler zijn vrijpion op c6 ondersteunen.
Zo ver komt het niet. Het wordt een strijd van toren contra loper en dan zijn de drie losse pionnen van Frans kwetsbaar. De koning van zwart kan ondertussen het promotieveld c8 bereiken en Piet slaat de Edamse a-pion, waardoor zijn a-pion aan promotie mag gaan denken. En dan valt er voor wit geen eer meer te behalen.
     

1. d4 d5 2. Pf3 e6 3. c4 Pf6 4. g3 Le7 5. Lg2 0-0 6. 0-0 Pbd7 7. Dc2 b6 8. cxd5 exd5 9. Pe5 Pxe5 10. dxe5 Pg4 11. Td1 Lb7 12. Df5 Lc8 13. Df4 c6 14. h3 g5 15. Da4 Pxe5 16. f4 b5 17. Dc2 Pc4 18. b3 Db6+ 19. Kh2 Lf6 20. Pc3 Pe3 21. Lxe3 Dxe3 22. Td3 De7 23. e4 gxf4 24. Tf1 fxg3+ 25. Txg3+ Kh8 26. Txf6 Dxf6 27. exd5 De5 28. dxc6 Tg8 29. Pe2 Le6 30. Dc3 Dxc3 31. Pxc3 Txg3 32. Kxg3 a6 33. Kf4 f6 34. Pe4 Tg8 35. Lf1 Kg7 36. Pc5 Lc8 37. a4 bxa4 38. bxa4 a5 (zie diagram) 39. Pb7 Te8 40. Pd6 Td8 41. Pxc8 Txc8 42. Lg2 Kf7 43. Kf5 Ke7 44. h4 Tf8 45. Le4 Td8 46. Kf4 Td4 47. Kf3 Txa4 48. h5.
 
     
     
     
Jan Poland (1775) – Wim Nieland (1883) 0-1
Het deelnemersveld in groep A wordt geleverd door Het Witte Paard (3), Aartswoud, Bergen, Caïssa-Eenhoorn, Castricum, Heerhugowaard, Purmerend, ZSC-Saende (allen 2), De Groene Zes, Schaaklust, Volendam (alledrie 1) en De Waagtoren dat vijf man inzet. De kans op een Alkmaars onderonsje is dan ook zeer reëel en de eerste heeft al in de eerste ronde plaats.
Wim Nieland herstelt zich van een NHSB-kampioenschap dat hem in de hoogste groep in zes ronden slechts drie halfjes heeft opgeleverd. De overwinning op Jan Poland komt evenwel niet eenvoudig tot stand. Als alle pionnen op de c-, d- en e-lijn zijn opgeruimd en van elk twee lichte stukken zijn geruild, lijkt wit met het loperpaar meer in zijn element met de ontstane ruimte dan zijn opponent. Hij kan met een combinatie de b7-pion winnen, maar kiest voor een ander plan.
Dat is een aanval over de zevende rij, met inbegrip van die pionwinst. Maar Wim heeft zijn torens verdubbeld op de e-lijn en ziet bovendien dat de witte koning achter de paaltjes staat. De druk op de eerste rij is dan ook groot. Jan maakt met de verkeerde pion (f3) een gaatje en creëert daarmee een mat in vijf voor de lenteveteranenkampioen van 2014. En zijn clubgenoot mist die kans niet.
     

1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. e3 e6 4. Pc3 cxd4 5. exd4 d5 6. Pf3 Pc6 7. cxd5 Pxd5 8. Lb5 Ld7 9. 0-0 Le7 10. Lc4 Pb6 11. Lb3 0-0 12. d5 exd5 13. Pxd5 Pxd5 14. Lxd5 Dc7 15. Le3 Lf6 16. Dc2 Da5 17. Tad1 Tfd8 18. Pg5 Lxg5 19. Lxg5 Tf8 20. Db3 Le6 21. Lh4 Tfe8 22. Lxe6 Txe6 23. Td7 Dh5 24. Dxb7 Tae8 25. Lg3 Te1 (zie diagram) 26. f3 Dc5+ 27. Lf2 Txf1+ 28. Kxf1 Dc1+.
 
     
     
     
Jan Brink (1881) – Dirk Lont (1751) ½-½
Op basis van zijn rating is Dirk Lont de sterkste speler van groep B. Maar de Caïssa-Eenhoorn-schaker begint ook als vice-kampioen aan dit kampioenschap. Omdat de nummers 2 van alle lagere poules promotierechten hebben, is het niet eerlijk dat aan de tweede plaats in groep A geen ‘honorarium’ vastzit. Wedstrijdleider Gerard Groot geeft hem alsnog opslag door Dirk in de hoogste groep in te delen. Vorig seizoen bleef hij ongeslagen, onder meer dankzij remise tegen kampioen Piet de Haas. De routinier uit Blokker boekt hetzelfde resultaat tegen Jan Brink, in het bezit van twee NHSB-lenteveteranentitels.
Zwart gaat in op het Morra-gambiet en daar zal zijn clubgenoot Arnold van der Wolff – die het in zijn repertoire heeft opgenomen – wel geïnteresseerd in zijn. Wits compensatie is ontwikkelingsvoorsprong, maar Dirk kan met zijn a- en b-pion enkele lichte stukken van zijn opponent terugdringen en dankzij de ontstane ruimte en de ruil van een net geen kreupel paard kan de zwartspeler zijn ontwikkelingsachterstand wegwerken.
Het voordeeltje wordt een isolani op d5 en met alle zware stukken op het bord valt het niet mee die naar de overkant te brengen. Jan neemt de open c- en e-lijn in bezit en dan is het nog lang niet zichtbaar hoe zwart verder moet. Niet veel later besluiten de twee spelers tot deling van het punt.
     
1. e4 c5 2. d4 cxd4 3. c3 dxc3 4. Pxc3 e6 5. Pf3 Lc5 6. Lc4 Pe7 7. 0-0 0-0 8. De2 Pbc6 9. Td1 Dc7 10. a3 Pg6 11. b4 Le7 12. Pb5 Db8 13. Le3 a6 14. Pbd4 b5 15. La2 Pxd4 16. Pxd4 Lb7 17. f3 d5 18. exd5 Lxd5 19. Lxd5 exd5 20. Pc6 Dc7 21. Pxe7+ Dxe7 22. Dd2 Tfd8 23. Lc5 Df6 24. Ld4 Dd6 25. Te1 Te8 26. Dc3 f6 27. Te3 (zie diagram).  
     
     
     
Piet Zegers (1749) – Egbert van Oene (1843) ½-½
Piet Zegers was de sterkste speler van groep B. De routinier van Het Witte Paard heeft nog geen editie van het kampioenschap in Hoorn gemist en zegevierde in 2015 en in 2016 in de op een na hoogste poule. Promoveren is niet verplicht, maar de Zaandammer wil het weer proberen tussen de toppers. Weer, want in 2006 deed hij dat ook. Pas in de slotronde beroofde Piet van den Bos (Heemsteedse Schaakclub) hem van de ongeslagen status en eindigde Piet op een score van vijftig procent.
Mogelijk door zijn onbekendheid werd Egbert van Oene twee jaar geleden bij zijn debuutoptreden vierde. Inmiddels weet iedereen dat het oppassen geblazen is tegen de speler van De Waagtoren. Toch ontglipt wit 9. h3 uit de vingers. In de Tarrasch-variant van het Frans is dat tempoverlies, waardoor zwart net iets sneller zijn ontwikkeling kan voltooien. Beiden hebben een geïsoleerde pion op de e-lijn; tegen elkaar aan. Waar Egbert probeert jacht te maken op de witte e4-pion, daar moet zijn opponent die verdedigen.
Dankzij het bezit van het loperpaar wil zwart een meer open stelling, maar het plan mislukt. Piet ruilt de sterkste loper af, kan veel Alkmaarse pionnen op de witte velden blokkeren en dat verkleint de kracht van Egberts witveldige loper. Als zwart een kans krijgt om een toren te ruilen, pakt hij die. Een achtergebleven witte pion op c3 wordt een zwakte en dan kan de Zaandamse lenteveteraan ook niet veel vooruitgang meer boeken.
     
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2 c5 4. exd5 exd5 5. c3 cxd4 6. cxd4 Pc6 7. Pgf3 Pf6 8. Lb5 Ld6 9. h3 0-0 10. 0-0 Db6 11. Lxc6 Dxc6 12. Pb3 Lf5 13. Le3 Tac8 14. Tc1 Da4 15. Pc5 Db5 16. Db3 Dxb3 17. Pxb3 b6 18. Pe5 Pd7 19. g4 Le6 20. Pd3 h5 21. f3 hxg4 22. hxg4 f5 23. Lf4 Lb8 24. Lxb8 Pxb8 25. Pf4 Lf7 26. g5 g6 27. Pd3 Tc4 28. Pe5 Tcc8 29. f4 Kg7 (zie diagram) 30. Tc3 Txc3 31. bxc3 Tc8 32. Tf3 Pc6.