Door: Co Buysman

Na afloop van de vierde ronde valt in de theaterzaal van het Hoornse verpleeghuis Lindendael een gezellig hoekje op. Piet de Haas, Egbert van Oene, Gerrit Peereboom, Johan Plooijer en Jan Poland zitten bij elkaar en kaarten, met een biertje binnen handbereik, na. Is dit het begin van een mooie traditie op het lenteveteranenkampioenschap?
Een week later zit Jan Poland op dezelfde plaats, maar nu is hij – aan het tiende bord – nog bezig met zijn partij. Het loopt richting de klok van zes uur, als de Alkmaarder tegen Karel Keesman probeert een eindspel met een licht stuk voor beiden en nog één pion voor Jan tot een succesvol einde te brengen. Zeer interessant voor eindspeltheoretici, maar de zwartspeler heeft daar niets aan en moet in remise berusten. Dat gebeurt na zet 107, waarmee de twee recordhouders zijn. Vanaf het kampioenschap in 2011 zitten alle partijen van groep A in mijn archief en in die periode is dit de eerste partij met meer dan honderd zetten. Het leek me wel aardig om een overzicht te maken van de langste partijen in Lindendael en omdat de lenteveteranenleeftijd bij 55 jaar begint, heb ik alles vanaf 55 zetten opgezocht.
In 2011 zijn er vijftien partijen. Met tachtig zetten is Frans Vlugt – Albert Bouma de langste. Rob Freer en Karel Keesman – toen ook al – doen op vier woensdagmiddagen 55 of meer zetten. Zeventien spelers hebben minimaal één lange partij. Het kampioenschap erop telt zestien van die partijen. Arie Karreman (wit) en Peter Holscher noteren 83 zetten en ditmaal heeft Henk Westerman vier keer een lange zit. Hij is topscorer op een lijst met zeventien spelers.
Jan Rot – Harry Peters heeft het 2013-record met 78 zetten. Jan Brink is ditmaal de volhouder met vier partijen van 55 zetten of meer. Voor elf deelnemers wordt het tenminste één woensdagmiddag een latertje. Ook in 2014 valt de score mee. Bij Fred Avis – Jan Stapel worden 78 zetten genoteerd. Karel Keesman komt gedurende het gehele kampioenschap tot drie partijen met 55 of meer zetten; nog twaalf man hebben minimaal één zo'n partij.
Wim Nieland en Jan Stapel besluiten in 2015 na 77 zetten tot remise en dat aantal haalt niemand. Piet de Haas, Johan Plooijer en Aart Strik spelen drie partijen met een forse lengte. In totaal zijn er achttien lenteveteranen met in ieder geval één lange partij. Het laagterecord van lange partijen wordt in 2015 geboekt bij Dirk Lont – Paul van Haastert: 74 zetten. Jan Brink en Paul van Haastert schrijven op drie woensdagmiddagen 55 of meer zetten op en dat doen nog twaalf spelers minstens één keer. De zes kampioenschappen (2011 tot en met 2016) samengevat, heb ik het volgende overzicht gemaakt van spelers en hun aantal partijen met minimaal 55 zetten:

Tom Adriaanse . 0 + 0 + 3 + 1 + 1 + 0 =  5
Fred Avis   0 + 0 + 0 + 1 + 0 + 1 =  2
Jan Barteling   0 + 0 + 0 + 0 + 0 + 2 =  2
Ben van den Bergh   0 + 0 + 0 + 0 + 0 + 2 =  2
Albert Bouma   1 + 2 + 0 + 0 + 0 + 0 =  3
Jan Brink   1 + 0 + 4 + 1 + 1 + 3 =10
Co Buysman   2 + 0 + 1 + 0 + 0 + 0 =  3
Wim Driessen   0 + 0 + 0 + 0 + 1 + 0 =  1
Martin Duinmaijer   2 + 0 + 0 + 0 + 0 + 0 =  2
Rob Freer   4 + 3 + 0 + 0 + 0 + 0 =  7
Maarten de Haas   1 + 3 + 3 + 0 + 1 + 0 =  8
Piet de Haas   0 + 1 + 1 + 0 + 3 + 1 =  6
Paul van Haastert   0 + 0 + 0 + 0 + 0 + 3 =  3
Peter Holscher   1 + 1 + 1 + 2 + 1 + 0 =  6
Arie Karreman   0 + 2 + 0 + 0 + 0 + 0 =  2
Karel Keesman   4 + 3 + 0 + 3 + 1 + 0 =11
Gerard Kuijs   0 + 1 + 0 + 1 + 2 + 0 =  4
Piet Kuijs   0 + 0 + 0 + 0 + 1 + 0 =  1
Aad Laan   1 + 2 + 0 + 2 + 0 + 0 =  5
Hans Leeuwerik   0 + 0 + 0 + 0 + 2 + 0 =  2
Dirk Lont   0 + 0 + 0 + 0 + 0 + 1 =  1
Dirk Mantel   1 + 1 + 0 + 0 + 0 + 0 =  2
Wim Nieland   2 + 0 + 0 + 0 + 1 + 0 =  3
Egbert van Oene   0 + 0 + 0 + 0 + 1 + 0 =  1
Harry Peters   0 + 1 + 2 + 0 + 0 + 0 =  3
Johan Plooijer   2 + 2 + 1 + 0 + 3 + 1 =11
Jan Poland   0 + 0 + 0 + 0 + 0 + 2 =  2
Willem Pool   1 + 0 + 0 + 0 + 0 + 0 =  1
Peter Roggeveen   0 + 0 + 0 + 1 + 0 + 1 =  2
Gerrit Roos   0 + 0 + 0 + 0 + 1 + 0 =  1
Jan Rot   2 + 0 + 1 + 2 + 0 + 1 =  6
Jan Stapel   0 + 3 + 0 + 2 + 2 + 1 =  8
Ed Stolp   0 + 1 + 0 + 0 + 0 + 0 =  1
Aart Strik   0 + 0 + 0 + 0 + 3 + 0 =  3
William Thomson   0 + 1 + 0 + 1 + 0 + 0 =  2
Ton de Veij   0 + 0 + 0 + 0 + 1 + 1 =  2
Frans Vlugt   3 + 0 + 3 + 2 + 2 + 2 =12
Peter Vogelenzang   1 + 2 + 0 + 1 + 0 + 0 =  4
Henk Westerman   1 + 4 + 2 + 0 + 0 + 0 =  7
     
Het is een lijst met liefst 39 namen en je zou kunnen zeggen dat al die lenteveteranen wel waar voor hun inschrijfgeld krijgen. Na dit kampioenschap zal het overzicht langer worden, want er zijn dit voorjaar al acht partijen met 55 of meer zetten gespeeld, onder anderen door Ruud Adema, Jaap de Berg en Piet Reus.
De 107 zetten van Karel Keesman en Jan Poland zijn overigens geen internationaal record. De langste schaakpartij ooit is een Konings-Indische tussen Ivan Nikolić en Goran Arsović, in 1989 in Belgrado gespeeld. Die duurde 269 zetten en in tijd twintig uur en een kwartier. Zullen we in Lindendael ooit in de buurt komen van die partij?
     
Peter Holscher (1913) – Peter van Waert (1941) ½-½
Peter Holscher en Peter van Waert zijn bepaald geen schaakonbekenden van elkaar, maar toch zitten ze voor de eerste keer in de theaterzaal van Lindendael tegenover elkaar. Het toptreffen krijgt geen winnaar.
De Réti-opening verschijnt op het bord. Wit krijgt daarmee een ontwikkelingsvoorsprong en oefent ook enige druk uit op de stelling van zijn opponent. Peter Holscher neemt de b7-pion onder vuur. Het komt er niet van om die te slaan, want Peter van Waert heeft een verrassend antwoord in huis. Er volgt een spectaculaire en massale afruil, waarmee de zwartspeler een licht stuk offert voor twee pionnen.
Op de damevleugel behoudt hij drie verbonden pionnen tegenover een witte op de b-lijn. De lenteveteraan uit Zwaag moet de geringe mobiliteit van een aangevallen paard op c7 zien op te lossen. Wit op zijn beurt valt een loper aan. Daarna is de toekomst onduidelijk, waarop tot remise wordt besloten.
     
 
1. Pf3 d5 2. e3 Pf6 3. b3 g6 4. Lb2 Lg7 5. c4 c6 6. Le2 0-0 7. 0-0 dxc4 8. bxc4 Te8 9. Db3 Db6 10. d4 Lg4 11. Pbd2 Dc7 12. h3 Lxf3 13. Lxf3 Pfd7 14. Tfe1 e5 15. Tad1 Pa6 16. Pe4 h6 17. c5 exd4 18. exd4 Da5 19. Lc3 Dc7 20. Pd6 Txe1+ 21. Txe1 Pdxc5 22. dxc5 Pxc5 23. Pe8 Pxb3 24. Pxc7 Lxc3 25. axb3 Tc8 26. Te3 Ld4 (zie diagram).
     
     
     
Piet de Haas (2075) – Jaap de Berg (1807) 1-0
Op weg naar de eindstreep is er een grote achtervolgingsgroep (van tien man) ontstaan en in de vijfde ronde spelen de meeste tegen elkaar. Titelverdediger Piet de Haas doet goede zaken met zijn zege op Jaap de Berg.
In een Franse partij blijft de ontwikkeling van zwarts damevleugel achter. De Heerhugowaardse lenteveteraan richt zijn pijlen op de andere flank, waar hij zijn opponent al snel in de problemen brengt. Met een dameschaak verijdelt wit de rokademogelijkheid en de verdediging ziet er niet sterk uit. Jaap probeert de schade te herstellen en dat lukt in de vorm van een – ook hier – spectaculaire afruil.
In een gelijkwaardige stelling ziet hij echter de witte koning voor de dame aan en besluit tot een foutieve torenzet die hem het stuk kost. Het betekent meteen het einde van de partij.
     
 
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2 Le7 4. Pgf3 Pf6 5. e5 Pfd7 6. Ld3 c5 7. c3 cxd4 8. cxd4 Lb4 9. 0-0 Da5 10. Pb3 Db6 11. Pg5 f5 12. exf6 Pxf6 13. Pxh7 Pxh7 14. Dh5+ Kf8 15. Lxh7 Le7 16. Df3+ Lf6 17. Lg6 Pc6 18. Le3 Ke7 19. Tac1 Ld7 20. Tfe1 Taf8 21. Pc5 Pxd4 22. Lxd4 Lxd4 23. Dxd5 Lxf2+ 24. Kh1 (zie diagram) Txh2+ 25. Kxh2.
     
     
     
Piet Reus (1812) – Peter Roggeveen (1919) 0-1
Als de vijfde ronde bijna is afgelopen, blikt Peter Roggeveen nog even terug op zijn gemiste kans een week eerder tegen koploper Peter Holscher. Hij vond de juiste voortzetting in een spannende stelling een mooie zet die hij niet had gezien. Nu zit de Zaandamse lenteveteraan zelf aan de zwarte kant van het bord. Tegen Piet Reus komt het weer tot een spannend eindspel, waarin hij een nieuwe kans op de partijzege met beide handen pakt.
De twee houden elkaar lang in evenwicht. Tot de negentiende zet is er weinig geslagen; alleen beide d-pionnen doen niet meer mee. Als er wat meer materiaal wordt opgeruimd, staat Peter een tikkeltje beter. Zo is d4 een prachtig veld voor zijn paard, terwijl d5 voor zijn opponent minder waarde heeft. Beiden zijn ook in het bezit van dame en lopers van gelijke kleur, waarbij de Zaanse loper sterker is.
Ondertussen heeft de ZSC-Saende-routinier een prachtige pionnenstructuur op de damevleugel opgebouwd. Piets plus is de pionnenmeerderheid op de andere flank, maar hij moet ook de strijd op de damevleugel in de gaten houden. De zwartspeler beschikt over een veel actievere koning dan wit. In het lopereindspel wint Peter na een pionnenruil een pion en kan een vrijpion op de g-lijn creëren. Die zal te zijner tijd niet af te stoppen zijn, beseft Schaaklusts lenteveteraan.
     
  1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Pf3 Lg7 5. Lb5+ c6 6. Ld3 0-0 7. 0-0 Dc7 8. h3 e5 9. dxe5 dxe5 10. Le3 Pbd7 11. Dd2 b5 12. a3 a6 13. Ph2 c5 14. f3 Lb7 15. Tad1 Tfd8 16. Df2 c4 17. Le2 Lf8 18. Td2 Pc5 19. Tfd1 Txd2 20. Txd2 Pe6 21. Kh1 Lc5 22. Lxc5 Pxc5 23. Dh4 Kg7 24. Pg4 Pxg4 25. Dxg4 Td8 26. Txd8 Dxd8 27. Dg3 Dd6 28. De1 Pe6 29. Pa2 Pf4 30. Lf1 Lc8 31. Pc3 Le6 32. Dd1 Dd4 33. Dxd4 exd4 34. Pe2 Pxe2 35. Lxe2 Kf8 36. Kg1 Ke7 37. Kf1 Kd6 38. f4 Kc5 39. Ke1 a5 40. g4 b4 41. f5 Ld7 (zie diagram) 42. axb4+ Kxb4 43. Kd2 c3+ 44. bxc3+ dxc3+ 45. Kc1 Kc5 46. h4 Kd4 47. Ld3 Lc6 48. h5 Lxe4 49. hxg6 hxg6 50. fxg6 fxg6 51. Lb5 Ke3 52. Kb1 g5 53. Ld7 Kf4 54. Le6 Lf3 55. Ka2 Lxg4 56. Lc4 Ke3 57. Kb3 Kd2 58. Ld3 Ld1.
     
     
     
Ruud Adema (1910) – Egbert van Oene (1843) 1-0
Zijn eerste partij met 1. Pf3 verliep succesvol, de tweede niet. Ruud Adema kiest tegen Egbert van Oene voor de Engelse aanpak. Verandering van spijs doet eten, zeggen ze wel eens en voor de Egmondse lenteveteraan van De Waagtoren smaakt het deze middag goed.
Tegen zijn clubgenoot ruilt wit al snel de beide centrumpionnen en de ontstane ruimte komt Ruud goed uit. In vlot tempo wordt er veel meer materiaal geruild, waardoor de dames en alle torens overblijven. De witspeler is dominant op de half open d-lijn en zorgt met pionnen op e5 en f5 voor de nodige druk.
Zwart mist de mogelijkheid (22. … e6) om beide lijnen op slot te gooien en daar profiteert zijn opponent meteen van. Egbert moet in de achteruit en verliest twee pionnen. Een aardig detail is dat Ruud na acht zetten geen enkele centrumpion heeft en na 25 zetten liefst drie. Na vereenvoudiging van de stelling zijn die niet meer tegen te houden.
     
 
1. c4 c5 2. Pc3 Pc6 3. g3 b6 4. Lg2 Lb7 5. Pf3 Pe5 6. b3 Pxf3+ 7. exf3 Pf6 8. d4 cxd4 9. Dxd4 g6 10. Lb2 Lg7 11. 0-0 0-0 12. Dd2 Tc8 13. Pe4 Tc6 14. Tad1 Pxe4 15. fxe4 Lxb2 16. Dxb2 Dc7 17. e5 Tc5 18. Lxb7 Dxb7 19. Dd4 Td8 20. f4 d5 21. f5 Dc6 22. f6 De6 23. b4 Tcc8 24. cxd5 Dh3 25. fxe7 (zie diagram) Te8 26. d6 Tc2 27. Td2 Txd2 28. Dxd2 Dd7 29. Db2 a5 30. Db3 Dg4 31. Dxf7+
     
     
     
Frans Vlugt (1884) – Johan Plooijer (1816) 1-0
Voor de vierde keer in Hoorn zitten Frans Vlugt en Johan Plooijer tegenover elkaar en na drie remises krijgt hun strijd in deze vijfde ronde dan toch een winnaar. De veteranenkampioen van 2004 en 2015 nadert met zijn zege de top van de ranglijst tot een half punt.
In de Pirc heeft wit als eerste lang gerokeerd. Het centrum zit dicht en daar heeft met name de zwartveldige loper van Johan last van. Met zorgvuldig spel verbetert de Edamse lenteveteraan zijn stelling beetje bij beetje. De achtergebleven f7-pion staat onder druk, zijn lopers hebben een plaats naast elkaar gekregen.
Het wordt tijd om het centrum van het slot te halen en dat levert Frans een prachtige pion op e6 op. Meteen ook blijkt de samenwerking van het witte materiaal prima te zijn. Op een toch wel aardige manier lijkt de Waagtoren-routinier zich uit een precaire positie, ontstaan na 35. Lc3, te redden. Met een dubbele paardvork wordt kwaliteitsverlies beantwoord, maar niet veel later raakt hij toch een stuk achter. In een toreneindspel met een extra loper voor Frans probeert de zwartspeler het nog wel. Zijn opponent kan vlot toewerken naar promotie en dat wil Johan niet afwachten.
     
  1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. f4 c6 5. Pf3 Lg7 6. Ld3 Lg4 7. h3 Lxf3 8. Dxf3 e6 9. Le3 Pbd7 10. 0-0-0 Dc7 11. e5 Pd5 12. Pxd5 cxd5 13. Kb1 a6 14. h4 Pb6 15. h5 0-0-0 16. b3 Kb8 17. Ld2 Pc8 18. Tc1 Db6 19. De3 Pe7 20. g4 dxe5 21. fxe5 Pc6 22. c3 Pa5 23. Kc2 Tc8 24. Kd1 Pc6 25. Df4 Dc7 26. h6 Lf8 27. Tf1 La3 28. Tc2 Tcf8 29. c4 dxc4 30. bxc4 Dd7 31. d5 exd5 32. e6+ Dd6 33. cxd5 Pe7 34. Dxd6+ Lxd6 35. Lc3 (zie diagram) Pxd5 36. Lxh8 Pe3+ 37. Ke2 Pxf1 38. Lg7 Pg3+ 39. Kf3 Td8 40. exf7 Lf8 41. Lxf8 Txf8 42. Kxg3 Txf7 43. Tf2 Te7 44. Lc4 Te3+ 45. Tf3 Te1 46. Tf7 Te4 47. Ld5 Te3+ 48. Kh4 b5 49. Txh7 g5+ 50. Kh5 Te5 51. Lb3 a5 52. Tf7 a4 53. h7 axb3 54. h8D+.
     
     
     
Wim Nieland (1883) – Piet Kuijs (1783) ½-½
Wim Nieland en Piet Kuijs zijn even sterk, ondanks een verschil van honderd ratingpunten. Ze sloten het vorige kampioenschap tegen elkaar af met remise en hetzelfde resultaat wordt, met verwisselde kleuren, in deze vijfde ronde geboekt. De lenteveteraan uit Limmen bouwt zo een leuke serie op en staat stevig in de middenmoot, met een kans op meer.
Ook hier wordt Frans gespeeld, met de klassieke dame-uitval naar g4. Wim verovert daarmee de g- en h-pion, evenwel ten koste van een aantal ontwikkelingszetten. Na zestien zetten is het bord aardig uitgedund en hebben beide spelers de torens en wit het loperpaar en zijn opponent de paarden. Ondertussen heeft Piet een pion teruggewonnen en dankzij actiever spel ook controle over de stelling. Als Wims pion op c2 zijn doelwit wordt, volgt zetherhaling en deling van het punt.
     
 
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb4 4. e5 c5 5. a3 Lxc3+ 6. bxc3 Pc6 7. Dg4 Pge7 8. Dxg7 Tg8 9. Dxh7 cxd4 10. f4 Da5 11. Pe2 dxc3 12. Tb1 b6 13. Dd3 La6 14. Dxc3 Lxe2 15. Dxa5 Pxa5 16. Kxe2 (zie diagram) Tc8 17. Kd1 Pf5 18. g3 Th8 19. Lg2 Pc4 20. Tb3 d4 21. Le4 Pce3+ 22. Lxe3 Pxe3+ 23. Kd2 Ke7 24. h3 Tc7 25. g4 Thc8 26. Tc1 Th8 27. Th1 Thc8.
     
     
     
Jan Brink (1881) – Ton de Veij (1795) ½-½
Voor Jan Brink en Ton de Veij geldt hetzelfde als voor Wim Nieland en Piet Kuijs. Hun eerste onderlinge partij in de theaterzaal was in 2015, toen eveneens in de vijfde ronde, en kreeg geen winnaar. Ditmaal met verwisselde kleuren komen ze wederom remise overeen.
Dat gebeurt in de kortste partij van de middag. In de Pirc ruilt zwart zijn e5-pion voor de d4 van zijn opponent en ook de meeste lichte stukken gaan in de doos. Na achttien zetten is het evenwicht voorbeeldig en hebben beide lenteveteranen geen aanknopingspunten om vooruitgang te boeken.
     
  1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 Pbd7 4. Le3 c6 5. Pf3 e5 6. Ld3 Le7 7. h3 Dc7 8. 0-0 0-0 9. a4 a5 10. Dc1 exd4 11. Pxd4 Pc5 12. Te1 Te8 13. Pf3 Pfd7 14. Lg5 Pe5 15. Pxe5 Lxg5 16. Dxg5 Txe5 17. De3 Pxd3 18. cxd3 De7 (zie diagram).
     
     
     
Jan Stapel (1799) – Martin Duinmaijer (1798) 1-0
Jan Stapel heeft zich van een tegenvallende start (verlies in de eerste ronde) aardig hersteld. Hij is alweer een maand ongeslagen en komt met zijn overwinning op Martin Duinmaijer op een score van vijftig procent.
In een Siciliaan trekt wit snel het initiatief naar zich toe. De dertiende zet brengt de zwartspeler geen geluk, want hij opent de diagonaal naar zijn toren op h8 en daar maakt zijn opponent meteen gebruik van. Jan wint een pion en met actief tegenspel probeert de Bergense lenteveteraan wat speldeprikjes uit te delen.
Lang rokeren is niet mogelijk, waarop hij tot de korte variant besluit. Maar ook dan staat zijn koning niet veilig en dat toont de Aartswoud-routinier snel aan. Zwart raakt een stuk achter en zal nog meer materiaal gaan verliezen. Zo ver laat Martin het niet komen.
     
  1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Ld3 e5 6. Pb3 Pc6 7. 0-0 Le7 8. Pc3 d6 9. f4 Pg4 10. De1 exf4 11. Lxf4 Le6 12. Pd5 Dd7 13. Td1 g5 (zie diagram) 14. Dc3 f6 15. Lxg5 Lxd5 16. exd5 Pce5 17. Lf5 Db5 18. Lc1 0-0 19. Dh3 Db6+ 20. Pd4 Kf7 21. Lxg4 Pxg4 22. Dxg4 Tg8 23. De6+.
     
     
     
Fred Avis (1842) – Ben van den Bergh (1887) 0-1
Net als een jaar geleden is Ben van den Bergh te sterk voor Fred Avis. In 2016 ging het om aansluiting met de subtop, ditmaal om afstand te nemen van de onderste regionen. Overigens komt Ben weer op 2½ punt en is hij nog een puntje verwijderd van de (gedeelde) tweede plaats.
In een open partij gaat het lange tijd gelijk op. Na twintig zetten staan alle zware stukken op het bord plus een paard voor wit en een loper voor zwart. De lenteveteraan van ZSC-Saende kijkt tegen twee isolani’s op de damevleugel aan, maar zij laten zich moeilijk vangen. Fred aast op die op c4, waarop zijn opponent verrast met 22. … Lxg2 en pionwinst.
Meteen oefent Ben druk uit op de witte stelling. Hij heeft actieve torens op de half open b- en open d-lijn, zijn loper staat op de diagonaal a8-h1 uitstekend. Als de Zaanse d-toren op de derde rij binnenkomt, is het snel gebeurd. Een alles-of-niets-actie kost de Hoornse routinier de kwaliteit en er dreigt nog veel meer materiaalverlies. Dan houdt wit het voor gezien.
     
  1. d4 Pf6 2. Lg5 e6 3. e4 h6 4. Lxf6 Dxf6 5. Pf3 c5 6. c3 cxd4 7. cxd4 Lb4+ 8. Pc3 0-0 9. Ld3 d6 10. e5 dxe5 11. dxe5 De7 12. Tc1 b6 13. 0-0 Lb7 14. Pe4 Td8 15. De2 a5 16. a3 Lc5 17. Lb5 Pc6 18. Pxc5 bxc5 19. Lxc6 Lxc6 20. Tc3 Ld5 21. Tfc1 c4 22. Pd2 (zie diagram) Lxg2 23. Tg3 Ld5 24. De3 Dh4 25. f4 Tab8 26. Df2 Dh5 27. Pf1 Le4 28. Pe3 Tb3 29. Pg4 Txg3+ 30. Dxg3 Lg6 31. h3 Td3 32. Dg2 Dh4 33. Kh2 Le4 34. Pf6+ Kh8 35. Pxe4 Dxf4+ 36. Pg3 Dxc1 37. Pe4 Df4+.
     
     
     
Karel Keesman (1801) – Jan Poland (1775) ½-½
Het wereldrecord van de langste partij is in handen van twee Slavische schakers en Karel Keesman en Jan Poland beginnen hun lenteveteranenrecordpoging Semi-Slavisch. In het vroege middenspel denkt wit – door een Alkmaarse dame die in de penning staat – een pion te winnen. Dat gebeurt ook, maar het plan kost hem een stuk.
De zorgen worden er niet minder op, wanneer na een afruil zijn toren wat ingesloten raakt in de stelling van Jan. Wit kan via pionruil voor lucht zorgen en probeert met actief spel van zijn overgebleven toren en loper het zijn opponent (die een toren en twee paarden heeft) zo lastig mogelijk te maken. Dat lukt aardig en op de 56e zet verspeelt zwart zijn stuk voorsprong.
Het blijft onverminderd spanning, waarbij Karel het initiatief aan de lenteveteraan van De Waagtoren moet laten. Na 79 zetten heeft Jan in een eindspel van zijn paard contra een Heerhugowaardse loper een vrijpion op b4, terwijl de beide f-pionnen tegenover elkaar staan. Met 84. Kc2 gaat het uit 2012 stammende record van Arie Karreman en Peter Holscher eraan. Zwart probeert met een actieve koning verder te komen en kan de f-pion veroveren. Hij heeft wat minder tijd op de klok dan de Heerhugowaarder die overigens wel secuur moeten blijven spelen om binnen de remisegrenzen te blijven.
Als Jan zijn b-pion verliest, is puntdeling onvermijdelijk. De witte koning kan verhinderen dat de Alkmaarse routinier een diagonaal blokkeert ten faveure van het opschuiven zijn f-pion naar de tweede rij. Promotie is onhaalbaar en daarmee ook het winnen van de partij.
     
 
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pc3 Pf6 4. e3 e6 5. Dc2 Pbd7 6. Pf3 Ld6 7. g4 0-0 8. g5 Ph5 9. Ld2 dxc4 10. Lxc4 b5 11. Ld3 g6 12. Pe4 Dc7 13. Tc1 Lb7 14. Lxb5 cxb5 15. Dxc7 Lxc7 16. Txc7 Lxe4 17. Ke2 Pb6 18. Thc1 Lxf3+ 19. Kxf3 Pg7 20. e4 Tfc8 21. La5 Txc7 22. Txc7 Pc4 23. Lc3 Pe8 24. Te7 a5 25. b3 Kf8 26. Td7 Pcd6 27. d5 exd5 28. exd5 Pf5 29. Le5 b4 30. Tb7 Ped6 31. Td7 Pb5 32. Lf6 Ke8 33. Tb7 Pbd6 34. Tc7 Tc8 35. Ta7 Tc5 36. Ta8+ Pc8 37. Kg4 Kd7 38. d6 Kxd6 39. f4 Kd7 40. h4 Td5 41. Kf3 Pxh4+ 42. Ke4 Tb5 43. Le5 Pf5 44. Ta6 Pg7 45. Tf6 Ke8 46. Ta6 Pf5 47. Lc7 Kd7 48. Le5 h5 49. gxh6 Pxh6 50. Kd4 Pb6 51. Ta7+ Ke6 52. Ta6 Kd7 53. Ta7+ Kd8 54. Tb7 Pg4 55. Lc7+ Kc8 56. Txb6 Tf5 57. Tc6 Kd7 58. Tc2 Pf6 59. Le5 Ph5 60. Ke4 f6 61. Lb8 Tb5 62. La7 f5+ 63. Kf3 Td5 64. Le3 Td3 65. Ke2 Td5 66. Kf2 Pf6 67. Lb6 Pe4+ 68. Ke3 Pc3 69. Tg2 a4 70. bxa4 Pxa4 71. Txg6 Pc3 72. Tg2 Tb5 73. Ld4 Pd5+ 74. Kf3 Ta5 75. Te2 Ta3+ 76. Le3 Kc6 77. Kf2 Pc3 78. Lc1 Txa2 79. Txa2 Pxa2 80. Lb2 Kc5 81. Ke3 Kc4 82. Kd2 Kb3 83. Le5 Ka3 84. Kc2 (zie diagram) b3+ 85. Kb1 Ka4 86. Kb2 Pb4 87. Ld6 Pd3+ 88. Kb1 Kb5 89. Lb8 Kc5 90. Lc7 Kd5 91. Lb8 Ke4 92. Lc7 Pxf4 93. Kb2 Pg6 94. Lg3 Pf4 95. Kxb3 Kf3 96. Lh4 Kg4 97. Ld8 Pe6 98. Lb6 f4 99. Kc2 f3 100. Kd1 Kg3 101. Ke1 Kg2 102. La7 Pf4 103. Lb6 Kg3 104. Lf2+ Kg2 105. Lb6 Pd3+ 106. Kd2 f2 107. Lxf2.